Uitspraak
[naam1],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
[en vijf anderen, hof]en door [verzoeker2] “bewindvoerder (tevens als belanghebbende )”.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, is op 26 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot toekenning van een aanvangsbeloning voor bewindvoering. Verzoekers in deze procedure zijn [verzoeker1], die onder bewind staat, en [verzoeker2], de bewindvoerder. De procedure is gestart na een afwijzing door de kantonrechter van het verzoek van [verzoeker2] om een beloning voor aanvangswerkzaamheden in het bewind van [verzoeker1]. Het hof heeft vastgesteld dat [verzoeker1] niet op de hoogte was van het hoger beroep en geen opdracht had gegeven aan zijn advocaat, mr. T.P. Boer, om deze procedure te voeren. Hierdoor heeft het hof geoordeeld dat [verzoeker1] geen belang heeft bij de procedure, aangezien de kosten van de beloning ten laste van zijn vermogen zouden komen. Het verzoek van [verzoeker2] is eveneens afgewezen, omdat hij als bewindvoerder q.q. niet kan optreden zonder de belangen van de rechthebbende, [verzoeker1], die geen belang heeft bij de procedure. Het hof heeft de kantonrechter aangeraden om ervoor te zorgen dat de kosten van deze procedure niet ten laste komen van het vermogen van [verzoeker1].