Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekers in hoger beroep,
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gaat het om de beëindiging van het gezag van de ouders over hun minderjarige kind, geboren in 2012. De ouders, die in hoger beroep zijn gegaan tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Midden-Nederland, hebben hun gezag verloren na een langdurige uithuisplaatsing van hun kind in een pleeggezin. De rechtbank had op 15 januari 2021 besloten om het gezag van de ouders te beëindigen en de GI (William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering) tot voogd te benoemen. De ouders hebben in hoger beroep twee grieven ingediend, maar hebben tijdens de zitting aangegeven dat zij hun eerste grief niet handhaven. Ze verzoeken het hof om de eerdere beschikking te vernietigen en het verzoek tot gezagsbeëindiging af te wijzen.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig overwogen. Het hof is van oordeel dat het gezag van de ouders moet worden beëindigd, omdat er geen perspectief is op terugplaatsing van het kind bij de ouders. De ouders hebben erkend dat zij niet in staat zijn om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van hun kind binnen een aanvaardbare termijn te dragen. Het hof heeft ook de belangen van het kind in overweging genomen, waarbij het belang van stabiliteit en continuïteit in de opvoedingssituatie voorop staat. De pleegouders zijn in staat om te voldoen aan de bijzondere opvoedingsbehoeften van het kind, dat te maken heeft met een verstandelijke beperking en gedragsproblematiek.
Het hof heeft de beslissing van de rechtbank bekrachtigd en het verzoek van de ouders om de zaak aan te houden voor nader onderzoek afgewezen, omdat dit verzoek niet voldoende concreet was. De uitspraak is gedaan op 9 november 2021.