Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
hierna te noemen: de Gl.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 11 november 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van de moeder tot vernietiging van de erkenning van haar minderjarige dochter door de vader en om te worden belast met het eenhoofdig gezag. De moeder is niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek, omdat de bijzondere curator, die de wettelijke vertegenwoordiger van de minderjarige is, niet instemde met het verzoek tot vernietiging van de erkenning. Het hof oordeelt dat de moeder niet de bevoegdheid heeft om dit verzoek in te dienen, aangezien de vader niet de biologische vader is en de bijzondere curator de enige is die dit verzoek kan indienen. De moeder en de vader hebben gezamenlijk het ouderlijk gezag over de minderjarige, en het hof concludeert dat er geen onaanvaardbaar risico is dat de minderjarige klem of verloren raakt tussen de ouders. De communicatie tussen de ouders is weliswaar niet optimaal, maar dit is onvoldoende om het gezamenlijk gezag te beëindigen. Het hof bekrachtigt de bestreden beschikking van de rechtbank Overijssel, waarbij de moeder niet-ontvankelijk is verklaard in haar verzoek tot vernietiging van de erkenning en het verzoek om eenhoofdig gezag is afgewezen.