Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
30 november 2021
[woonplaats](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Centrale administratieve processen, kantoor Apeldoorn(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
–kort gezegd
–geoordeeld dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken bedraagt, dat deze termijn aanvangt met ingang van de dag na die waarop de uitspraak op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt, en dat een beroepschrift tijdig is ingediend indien het voor het einde van de termijn is ontvangen. In het geval van belanghebbende verliep de termijn op 6 maart 2020. Dit betekent, aldus de Rechtbank, dat het beroep te laat is ingediend. Van een verschoonbare termijnoverschrijding is naar het oordeel van de Rechtbank in het onderhavige geval geen sprake.
3.Het geschil
4.Beoordeling van het geschil
5.Proceskosten
6.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raadwww.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).