Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Gooiland,
Addall,
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
2.Waar gaat de zaak over en wat vindt het hof?
3.De feiten
- factuur 2018/30319 van 2 juli 2018 van € 831,88 met de omschrijving ‘Asus event -volgens offerte 29-06-2018’;
- factuur 2018/30484 van 8 oktober 2018 van € 940,78 met de omschrijving 'afspraak 4 oktober 2018';
- factuur 2019/30044 van 31 januari 2019 van € 217,80 met de omschrijving `Event zilveren camera'.
In de bijlage treft u 5 facturen aan:(…)Op het moment dat het totaalbedrag à (…) op onze rekening staat tegen finale kwijting, zullen wij de wachtwoorden ter beschikking stellen.
Uitzoeken van het netwerk i.v.m. geen wachtwoorden (eenmalig)”.
4.De procedure bij de kantonrechter
5.De beoordeling
Op 29, 30 juni en 1 juli komt Asus weer haar computerbeurs organiseren bij ons op locatie. Tijdens de doorloop gaven ze aan dat er vorig jaar problemen waren met het internet, dat willen ze dit jaar echt niet hebben! Er worden op de dag van het event (30 juni) ongeveer 80 spelcomputers/modems/attributen aangesloten op het internet. Mijn vraag aan jullie is of jullie het internet zo kunnen afstellen dat het 29 juni perfect werkt, zodat er 80 modems op kunnen draaien.”
80 spelcomputers/modems/attributen geeft wel een grof idee van er te verwachten is voor de internet verbinding, maar het zou mooi zij als we wat specifiekere informatie kunnen achterhalen.”
Graag wel een offerte voor onderstaande dan kan dit aan de klant worden doorgespeeld.”
Kan jij ons in contact brengen met Asus, zodat wij op de vragen die we hebben, en het antwoord daarop, een prijs kunnen neerleggen”
Ik heb een mail gestuurd naar de klant met u in de cc. Hierdoor heeft u gelijk haar gegevens. Zou jij als je contact gehad hebt met de klant een terugkoppeling naar mij willen geven.”
Na duidelijk te hebben van de klant wat hun willen zien zullen wij aan jullie (gooiland) de offerte toesturen voor het klaarmaken van de gevraagde specificaties voor de dagen van het evenement.” Op 21 juni 2018 heeft Addall Gooiland een offerte toegestuurd. Gooiland heeft die offerte op 22 juni 2018 doorgestuurd naar Asus met de opmerking “
[naam1](een medewerker van Gooiland)
zal de kosten meenemen in de factuur”. Op 29 juni 2018 heeft Gooiland aan Addall bericht: “
Heb jij voor ons nog de nieuwe offerte voor ASUS. Jij gaf namelijk bij mij aan dat de nieuwe offerte lager zou komen te liggen”. Op 29 juni 2018 heeft Addall een nieuwe offerte uitgebracht met een offertebedrag van € 687,50 exclusief btw (€ 831,88 inclusief btw). Zoals hiervoor al gemotiveerd heeft Gooiland in rechte erkend dat zij daarmee akkoord is gegaan. Op 2 juli 2018 heeft Addall een factuur voor dat bedrag naar Gooiland gestuurd.
Tijdens onze rondleiding en het maken van offertes/afspraken hebben we meerdermalen aangegeven wat onze eisen zijn voor de locatie. Daarin hebben we aangegeven dat internet een must is voor het evenement en is hierin besproken dat jullie daarvoor zouden zorgdragen incl. de locatie.” Asus heeft haar e-mail gestuurd naar Gooiland met cc aan Addall. Uit de correspondentie die in de vorige twee rechtsoverwegingen is weergegeven, blijkt dat Gooiland opdrachtgever van Addall is. De nu besproken e-mail van 22 juni 2018 sluit naadloos aan bij die conclusie, gericht als deze is aan Gooiland, de opdrachtgever van Addall. Asus heeft, ook in deze e-mail, slechts klip en klaar gemaakt welke eisen zij stelt aan de locatie en waaraan Gooiland (als opdrachtnemer van Asus) heeft te voldoen. Omdat Addall feitelijk voor het voldoen aan die eisen moest zorgen is begrijpelijk dat zij in de cc werd meegenomen.
Ik begrijp van mijn collega [naam1] dat dit rechtstreeks met Asus geregeld zou worden. Deze factuur kan ik niet in behandeling nemen” waarop Addall heeft geantwoord: “
Dat klopt. Wil je de factuur als niet verzonden beschouwen?” waarna Gooiland heeft gereageerd met: “
Dat zal ik doen!”
Deze factuur mag op naam van Asus komen.”. Uit de berichten blijkt niet meer of anders dan dat Addall het goed vindt dat Asus haar factuur betaalt. Het (willen) accepteren dat een derde betaalt, levert, zeker tegen de achtergrond van het bepaalde in artikel 6:30, lid 1, BW, geen schuld- of contractsoverneming, afstand van recht en/of rechtsverwerking op. Het enkele feit dat Addall pas na zes maanden een betalingsherinnering aan Gooiland heeft gezonden, kan evenmin de conclusie van rechtsverwerking dragen.
beroep dus niet beoogd is) en, zonder incidenteel hoger beroep, Gooiland niet in een nadeliger positie mag raken als gevolg van háár hoger beroep (het zogeheten verbod van reformatio in peius). Dit kan dan ook verder onbesproken blijven.
6.De slotsom in het hoger beroep
- € 1.990,46 (€ 831,88 + € 940,78 + 217,80), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente daarover vanaf 30 dagen na de aanvang van de dag, volgende op die waarop Gooiland de respectievelijke facturen heeft ontvangen tot de voldoening,
- € 298,57 aan vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten.
7.De beslissing
- € 1.990,46 (€ 831,88 + € 940,78 + 217,80), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente daarover vanaf 30 dagen na de aanvang van de dag, volgende op die waarop Gooiland de respectievelijke facturen heeft ontvangen tot de voldoening,
- € 298,57 aan vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten;