Uitspraak
gevestigd te Amersfoort,
wonende te [woonplaats],
1.Het geding in feitelijke instantie
2.De prejudiciële procedure
3.Beantwoording van de prejudiciële vraag
De maximale hoogte van de vergoeding is immers uitsluitend gerelateerd aan de hoogte van de verschuldigde hoofdsom en niet aan de aard en omvang van de verrichte incassowerkzaamheden. De wetgever heeft uitdrukkelijk ervoor gekozen de schuldeiser vrij te laten in de manier waarop het incassotraject wordt ingekleed; zie de citaten in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 3.17, onder (6) en (7). Dit stelsel brengt mee dat, indien de schuldenaar in verzuim is en de schuldeiser incassohandelingen heeft verricht waartoe hij in redelijkheid kon overgaan, de volgens het Besluit genormeerde vergoeding door de schuldenaar verschuldigd is ongeacht de aard en omvang van de verrichte incassohandelingen. Alleen ten aanzien van een consument-schuldenaar is voorgeschreven dat de schuldeiser hem eerst nog een veertiendagenbrief moet sturen (art. 6:96 lid 6 BW). Daarmee is beoogd dat de consument niet wordt overvallen door het verschuldigd worden van incassokosten: hij krijgt na de waarschuwing in de veertiendagenbrief nog veertien dagen de gelegenheid het verschuldigde bedrag te betalen zonder dat incassokosten verschuldigd worden. In de woorden van de minister:
4.Beslissing
13 juni 2014.