AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Hoger beroep kort geding over derdenbeslag en hypotheekrecht in civiele procedure
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, betreft het een hoger beroep in een kort geding dat is ingesteld door M.D.K. Holdings Limited tegen Cypresbaan Investment V.O.F. en de Staat der Nederlanden. De zaak draait om de opheffing van derdenbeslagen en de doorhaling van een hypotheekrecht. Cypresbaan had een geldleningsovereenkomst met M.D.K. ter hoogte van € 1,2 miljoen, waarbij een hypotheekrecht op een registergoed was gevestigd. Door een strafrechtelijk onderzoek naar M.D.K. waren er verschillende conservatoire derdenbeslagen gelegd, waardoor Cypresbaan niet in staat was het registergoed te verkopen. Het hof heeft de feiten van de eerste aanleg overgenomen en beoordeeld of de voorzieningenrechter terecht Cypresbaan ontvankelijk heeft verklaard in haar vorderingen. Het hof oordeelde dat de rechtskeuze voor de Nederlandse rechter in de geldleningsovereenkomst geldig was en dat de vorderingen van Cypresbaan naar Nederlands recht moesten worden beoordeeld. Het hof heeft de grieven van M.D.K. grotendeels verworpen, met uitzondering van een specifieke voorwaarde die door het OM was gesteld in de overeenkomst. Het hof heeft geoordeeld dat deze voorwaarde niet redelijk was en heeft de vordering op dat punt afgewezen. De kosten van het hoger beroep zijn voor M.D.K. en het vonnis van de voorzieningenrechter is in stand gehouden, behoudens de vernietiging van de onredelijke voorwaarde.
Voetnoten
1.Productie 36 van Cypresbaan.
2.Vonnis van 14 december 2020, hersteld bij vonnis van 17 december 2020.
3.Rechtsoverweging 3.6 van het bestreden vonnis van 14 december 2020, hersteld bij vonnis van 17 december 2020.
4.Verordening (EU) nr. 1215/2012
6.Memorie van grieven, randnummer 35 en verder.
7.Memorie van grieven, randnummer 40 en verder.
8.Memorie van antwoord, randnummer 4.3.8.
9.Memorie van grieven, productie 25.
10.Memorie van grieven, randnummer 63.
11.Productie 8, zoals gehecht aan het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg.
12.Memorie van antwoord, randnummers 4.3.17 en 4.3.18.
13.In rechtsoverweging 3.23 van het bestreden vonnis van 14 december 2020, hersteld bij vonnis van 17 december 2020.
14.Zie productie 29 bij inleidende dagvaarding.