2.1Deze zaak betreft de verdeling van de volgende onroerende zaken die behoren tot de nalatenschappen van de (groot)ouders van partijen:
woonhuis aan de [adres1] met tuin, kadastraal bekend gemeente Sint Oedenrode sectie [Y] nummer [nummer1] , groot 7.87 are;
een perceel weiland gelegen aan de [adres2] te Sint Oedenrode, kadastraal bekend gemeente Sint Oedenrode, sectie [Y] nummer [nummer2] , groot 2.76.70 hectare;
een perceel bouwland gelegen aan de [adres3] te [woonplaats1] , kadastraal bekend ge-meente Schijndel sectie [Z] nummer [nummer3] , groot 66.70 are;
een boerderijtje met erf- bouw- en weiland, [adres4] in [woonplaats1] , kadastraal bekend gemeente Schijndel sectie [Z] nummer [nummer4] , groot 1.15.80 hectare;
en perceel bouwland aan de [adres5] te [woonplaats1] , kadastraal bekend gemeente Schijndel, sectie [Z] nummer [nummer5] , groot 1.78.50 hectare;
een perceel cultuurgrond aan de [adres6] in [woonplaats1] , kadastraal bekend gemeente Schijndel, sectie [Z] nummer [nummer6] , groot 1.21.50 hectare;
weg en cultuurgrond aan de [adres6] in [woonplaats1] , kadastraal bekend gemeente Schijn-del, sectie [Z] nummer [nummer7] , 53.50 are;
cultuurgrond aan de [adres3] in [woonplaats1] , kadastraal bekend gemeente Schijndel, sectie [Z] nummer [nummer8] , groot 73.20 are.
De onroerende zaken onder c, e, f, g, en h zijn toegedeeld en geleverd aan [erflater2] . Ook de onroerende zaak onder d is toegedeeld aan [erflater2] , maar nog niet geleverd. De onroerende zaak onder b is toegedeeld aan de erfgenamen van [erflater1] ; niet is gebleken dat deze onroerende zaak ook al aan hen is geleverd. De onroerende zaak onder a moet worden verkocht en de netto-opbrengst moet worden verdeeld onder de deelgenoten (rov. 2.6 en 2.9 van het tussenarrest van 10 maart 2020).
de vragen aan de deskundige