ECLI:NL:GHARL:2021:11986

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
23 december 2021
Publicatiedatum
5 januari 2022
Zaaknummer
P21/0293
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de verlenging van terbeschikkingstelling met twee jaar en verlenging met één jaar

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam van 20 augustus 2021, waarbij de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met twee jaar werd verlengd. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd. Het hof overweegt dat, hoewel het uitgangspunt is dat de terbeschikkingstelling met twee jaar moet worden verlengd als de behandeling en resocialisatie meer dan een jaar in beslag nemen, er in dit geval aanleiding is om van dit uitgangspunt af te wijken. De afgelopen twee jaar is er namelijk nauwelijks vooruitgang geboekt in het onderzoek naar uitstroommogelijkheden voor de terbeschikkinggestelde. Het hof vindt het wenselijk dat de verlengingsrechter de stand van zaken en ontwikkelingen op kortere termijn kan toetsen.

De terbeschikkinggestelde, geboren in 1971, verblijft al elf jaar in een forensisch psychiatrisch centrum. De raadsman heeft verzocht om verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar, terwijl het openbaar ministerie heeft geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing van de rechtbank. Het hof heeft de argumenten van beide partijen gewogen en komt tot de conclusie dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen eisen dat de terbeschikkingstelling wordt verlengd, maar dan met een kortere termijn van één jaar. Dit biedt de mogelijkheid om de voortgang van het onderzoek naar uitstroommogelijkheden beter te monitoren.

Het hof heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde in het verleden een ernstig delict heeft gepleegd, maar dat er sindsdien geen incidenten zijn geweest. De kliniek heeft aangegeven dat het recidivegevaar bij beëindiging van de terbeschikkingstelling hoog is, maar dat de kans op herhaling van gewelddadige delicten onder de huidige omstandigheden laag is. Het hof benadrukt dat de terbeschikkinggestelde niet de verwachting mag hebben dat de terbeschikkingstelling na afloop van het jaar zal worden beëindigd of opnieuw slechts met één jaar zal worden verlengd.

Uitspraak

TBS P21/0293
Beslissing d.d. 23 december 2021
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedag] 1971,
verblijvende in Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) [kliniek] (hierna: de kliniek).
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam van
20 augustus 2021. Deze beslissing houdt in verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Het hof heeft gelet op de stukken waarop de rechtbank haar beslissing heeft gebaseerd en daarnaast onder meer op:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van het instellen van beroep van 23 augustus 2021;
- de aanvullende informatie van [kliniek] van 15 november 2021, met als bijlage de wettelijke aantekeningen van 6 april 2021 tot 6 oktober 2021.
Het hof heeft ter zitting van 9 december 2021 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. C.F. Korvinus, advocaat te Amsterdam, en de advocaat-generaal,
mr. V. Smink.

Overwegingen:

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
De raadsman heeft verzocht de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met een termijn van een jaar. De terbeschikkinggestelde heeft één keer een ernstig delict gepleegd, maar dat is inmiddels 23 jaar geleden. Iedereen is het erover eens dat hij makkelijk is in de omgang en het beveiligingsniveau is al drie jaar geleden verlaagd, zonder dat zich incidenten hebben voorgedaan. De terbeschikkinggestelde verblijft nu elf jaar in [kliniek] en er zit nauwelijks progressie in het onderzoek naar de uitstroommogelijkheden. De zorgconferentie heeft al in januari van dit jaar plaatsgevonden, er moet meer vaart worden gemaakt.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing van de rechtbank. Uit de informatie van de kliniek blijkt dat er geen incidenten zijn geweest en dat de terbeschikkinggestelde prettig in de omgang is. De uitstroommogelijkheden worden nu onderzocht, maar door het enorme plaatsingstekort verloopt dat helaas stroperig. Dat is echter geen reden om de terbeschikkingstelling maar met een jaar te verlengen.
Het oordeel van het hof
Vernietiging
Het hof zal de beslissing van de rechtbank vernietigen, omdat het hof tot een ander oordeel komt wat betreft de duur van de verlenging van de terbeschikkingstelling.
Indexdelict
Het hof stelt vast dat de terbeschikkinggestelde bij vonnis van de rechtbank Rotterdam van 27 oktober 1997 is veroordeeld ter zake van doodslag. Dit is een misdrijf gericht tegen of gevaar veroorzakend voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.
De terbeschikkingstelling is daarom niet in duur beperkt.
Stoornis en recidivegevaar
Uit het verlengingsadvies van de kliniek van 19 mei 2021 komt naar voren dat de terbeschikkinggestelde gediagnosticeerd is met schizofrenie en een verstandelijke beperking. De kliniek schat het risico op terugval in crimineel en/of gewelddadig gedrag bij beëindiging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege in als hoog.
De bevindingen van de kliniek worden ondersteund door de conclusies van de externe deskundigen die hebben gerapporteerd in het kader van de hertoetsing van de LFPZ-status. Uit het rapport van [psycholoog] , klinisch psycholoog, van 6 juni 2021 blijkt dat het recidivegevaar bij beëindiging van de terbeschikkingstelling of bij onvoldoende
zorgintensiteit al op korte termijn als hoog wordt ingeschat.
Ook [psychiater] , psychiater, onderschrijft in zijn rapport van 22 juni 2021 de diagnose van de kliniek. Met betrekking tot het recidivegevaar heeft hij geconcludeerd dat de kans op herhaling van gewelddadige delicten onder de huidige omstandigheden laag is, maar dat deze bij het wegvallen van het huidige kader in de loop van maanden oploopt tot hoog.
Verlenging van de terbeschikkingstelling
Naar het oordeel van het hof eist het belang van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen dat de terbeschikkingstelling wordt verlengd.
Duur van de verlenging van de terbeschikkingstelling
Het hof heeft als uitgangspunt dat de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar. Het hof ziet in dit geval aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken.
In zijn verlengingsbeslissing van 13 februari 2020 heeft het hof overwogen:
“Hoewel het is te betreuren dat de geplande zorgconferentie tweemaal geen doorgang heeft gevonden, merkt het hof op dat een zorgconferentie niet noodzakelijk is om de uitstroommogelijkheden te gaan onderzoeken.
Het hof ziet niet in dat een dergelijk onderzoek niet op korte termijn kan plaatsvinden en gaat er dan ook van uit dat de kliniek dit onderzoek voortvarend ter hand zal nemen.”
Uit de aanvullende informatie van de kliniek van 15 november 2021 blijkt dat pas in
januari 2021 een zorgconferentie heeft plaatsgevonden. De daarbij betrokken vervolgvoorzieningen (FPA Halsteren, de Van der Hoevenkliniek en Trajectum) leken toch niet passend. Het ministerie zegde toe om te informeren of Pluryn, Stichting Dichterbij of
’s Heeren Loo mogelijkheden ziet om de terbeschikkinggestelde op te nemen. De kliniek geeft verder aan dat eerst een advies over de uitstroommogelijkheden moet worden opgesteld door het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE) en dat daarna, aan de hand van het opgestelde zorgprofiel, opnieuw een zorgconferentie moet worden georganiseerd. De aanvraag bij het CCE is volgens de informatie van de kliniek in juli 2021 ingediend.
Het hof constateert dat -bijna twee jaar na de hiervoor aangehaalde beslissing- geen wezenlijke vooruitgang is geboekt in het onderzoek naar de uitstroommogelijkheden. Gelet hierop en gelet op de lange duur van de maatregel ziet het hof in dit geval aanleiding om de maatregel thans met slechts één jaar te verlengen, zodat de verlengingsrechter de stand van zaken en de ontwikkelingen met betrekking tot de uitstroom naar een vervolgvoorziening op kortere termijn kan toetsen. Het hof acht het in verband daarmee gewenst dat de vervolg-zorgconferentie vóór de volgende verlengingszitting heeft plaatsgevonden.
Aan deze verlenging met één jaar mag de terbeschikkinggestelde niet de verwachting ontlenen dat na afloop van dit jaar de terbeschikkingstelling (voorwaardelijk) zal worden beëindigd of opnieuw slechts met één jaar zal worden verlengd.

Beslissing

Het hof:
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Rotterdam van 20 augustus 2021 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[terbeschikkinggestelde] .
Verlengtde terbeschikkingstelling met een termijn van
een jaar.
Aldus gedaan door
mr. W.A. Holland als voorzitter,
mr. M.E. van Wees en mr. E.A.K.G. Ruys als raadsheren,
drs. E.M.M. Mol en drs. I. Breukel als raden,
in tegenwoordigheid van mr. N.E. Versloot als griffier,
en op 23 december 2021 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.