Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[Zus B] ,
2.
[de moeder] ,wonende te [woonplaats3] ,
verweersters,
1.Het procesverloop
- een verzoekschrift tot het bevelen van een voorlopig deskundigenbericht (artikel 202 Rv) en het houden van een voorlopig getuigenverhoor (artikel 186, tweede lid Rv) (met producties), ingekomen op 24 december 2020;
2.De motivering van de beslissing
2.3 [Zus A] is bij exploot van 14 juli 2020 in hoger beroep gekomen van dit vonnis. De zaak is bij het hof bekend onder zaaknummer 200.281.281/01. In deze procedure zijn de memories van grieven en antwoord al genomen. In de bodemprocedure zal een mondelinge behandeling na memorie van antwoord worden gehouden.
vervolg voorlopig deskundigenbericht2.9 [Zus A] heeft verzocht een deskundige aan te wijzen die is opgenomen in het Nederlands register gerechtelijk deskundigen en in het bijzonder om de heer M. Bosmans van Forensicon B.V. te benoemen. [Zus A] heeft verder de onderstaande vragen ter beantwoording door de deskundige voorgelegd aan het hof:
beide partijenop om zich uit te laten over de vraag of er genoeg documenten met originele handtekeningen voor handen zijn. Het hof zal [Zus A] en [Zus B] en moeder in de gelegenheid stellen om zich uit te laten over de hoogte van het voorschot voor de kosten van de deskundige en over wie van partijen dit voorschot moet betalen. Het hof houdt, met uitzondering van de beslissing over de proceskostenveroordeling van de verzoeken, iedere verdere beslissing ten aanzien van dit verzoek aan.
proceskosten2.12 Het hof zal nu de verzoeken worden toegewezen, anders dan door [Zus B] en de moeder is betoogd, de proceskosten tussen partijen compenseren vanwege de familiaire verhouding en de aard van het geschil (afwikkeling nalatenschap echtgenoot en vader van partijen).
3.De beslissing
twee wekenna deze beschikking uit te laten over de vraag of minimaal 5 en maximaal 10 documenten met originele handtekeningen van de moeder overgelegd kunnen worden, over de hoogte van het voorschot van de deskundige en de vraag wie dat voorschot moet betalen (rov. 2.10);