Uitspraak
[eiser],
De Vogelsangh,
1.De procedure bij de kantonrechter
2.De procedure in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
“Na het uitvoeren van de offerte zijn er scheuren ontstaan in de schouw en het metselwerk, dit zullen we kosteloos aanpassen en aftimmeren met brandwerende plaat. We zullen de spijl aan de voorzijde vervangen evenals het rooster en de achterplaten van de kachel. Mijn voorkeur is om dit uit te voeren op 6-7-8 juni 2017, graag een bevestiging wanneer deze datums akkoord zijn.”
“U dient de factuur binnen 0 dagen te betalen”.
“Nader onderzoek dient vooraf te worden afgestemd. De gevraagde medewerking wordt dan ook verleend onder twee (2) voorwaarden, te weten:
‘De oorzaak van de scheurvorming in de muur is de hitte van de enkelwandige pijp in de ombouw. De gemetselde muur wordt continue verwarmd door de stralingswarmte van de gemonteerde enkelwandige rookgasafvoer. De warmte accumuleert in de gemetselde muur, waardoor deze veel te warm wordt en gaat scheuren.’
4.Het geschil en de beslissing in de procedure bij de kantonrechter
primaireen verklaring voor recht dat De Vogelsangh toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van haar verplichtingen uit de aannemingsovereenkomst en De Vogelsangh te veroordelen tot betaling van een (vervangende) schadevergoeding van € 23.769,15, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 april 2017,
subsidiaireen veroordeling van De Vogelsangh tot herstel van de gebreken en de vergoeding van de nadien ontstane schade op straffe van een dwangsom en
primairen
subsidiairDe Vogelsangh te veroordelen in de buitengerechtelijke kosten van € 1.012,69 en in de proceskosten inclusief nakosten, alles met wettelijke rente.
5.De vordering in hoger beroep
6.De beoordeling van de grieven en de vordering
zes grievenopgeworpen. Voor de tweede ‘grief 3’ wordt gelezen grief 4, onder doornummering van de grieven 4 en 5 tot grieven 5 en 6.
grief 1is gericht tegen de vaststelling van de feiten, behoeft die geen bespreking, omdat het hof de feiten zelf heeft vastgesteld. Voor zover [eiser] zich met deze grief erover beklaagt dat de kantonrechter het door De Vogelsangh aan hem gemaakte verwijt over zijn stookgedrag heeft verworpen als onvoldoende onderbouwd in plaats van als onjuist, heeft hij daarbij geen belang en zal dat evenmin worden besproken.
grief 2aanvoert over het onderzoek door de deskundige en de waardering daarvan door de kantonrechter, komt zo nodig in het navolgende aan de orde.
grief 3bestrijdt [eiser] de toewijzing van de door De Vogelsangh gevorderde hoofdsom, vermeerderd met wettelijke rente, in welk verband hij zich beklaagt over het afwijzen van zijn beroep op opschorting en op verrekening. De kern van [eiser] betoog is dat niet hij maar De Vogelsangh in verzuim is geraakt.
“Normaal gesproken, hadden we gebreken hersteld, maar indien niet betaald wordt, doen we dat niet.”De Vogelsangh miskent daarmee dat zij het resterende bedrag pas op 15 februari 2017 (met een factuur) aan [eiser] in rekening had gebracht. Op dat moment stond al tussen partijen vast dat de door De Vogelsangh geleverde prestatie gebrekkig was geweest en dat zij diende te herstellen. Aan dat herstel kon De Vogelsangh dan ook niet de voorwaarde van betaling verbinden. Door de factuur van 15 februari 2017 onbetaald te laten, is [eiser] dan ook niet in verzuim geraakt.
Grief 3slaagt daardoor in zoverre. Daarmee slaagt ook
grief 6voor zover gericht tegen de toewijzing van de wettelijke rente daarover vanaf 2 maart 2017.
grief 3beklaagt [eiser] zich er verder over dat de kantonrechter is voorbijgegaan aan zijn beroep op verrekening van het door hem verschuldigde factuurbedrag met de door hem gestelde vervangende schadevergoeding. Nu [eiser] in hoger beroep dat deel van zijn vordering heeft laten vallen, heeft hij geen belang meer bij bespreking van deze klacht. In zo verre faalt grief 3.
grief 4voert [eiser] aan dat zijn vordering tot herstel te beperkt is toegewezen. In dat verband stelt [eiser] onder meer dat ten onrechte geen aandacht is geschonken aan het gebrekkige rooster in het rookkanaal op de vliering, dat ten onrechte niet is bepaald dat de hele pijp dubbelwandig moet zijn en moet worden verplaatst en dat het herstel moet voldoen aan de gebruiksaanwijzing annex installatievoorschrift van de fabrikant van de kachel, dat door [eiser] in hoger beroep is overgelegd.
tenminste tot in de kolom, liefst tot op de kachel”.Hoewel het deskundigenbericht vragen oproept - en de kantonrechter de door [eiser] uitgelegde twijfel aan de onpartijdigheid van de deskundige onbesproken heeft gelaten - blijkt uit dat bericht afdoende dat het rookkanaal niet in overeenstemming met het daarvoor geldende technische voorschrift van dubbelwandigheid (en te dicht op het metsel- en houtwerk) is aangebracht. Daarnaast is het enkelvoudig uitvoeren van het rookkanaal in strijd met wat tussen partijen is overeengekomen. Met een en ander is voldoende duidelijk dat De Vogelsangh het rookkanaal alsnog volledig dubbelwandig moet uitvoeren; dit is overeengekomen en volgt uit het installatievoorschrift van de fabrikant.
grief 2en in de toelichting op
grief 1stelt over een tekortschietend deskundigenonderzoek en het uitblijven van een respons van de kantonrechter op zijn bezwaren ter zake. Zoals al werd overwogen, is er geen reden voor een nader deskundigenonderzoek. Voor een eindcontrole door een - door het hof te benoemen - deskundige na een herstel van de gebreken, zoals [eiser] vraagt, is geen reden. Als [eiser] van oordeel is dat De Vogelsangh niet, niet tijdig en/of niet volledig in overeenstemming met haar veroordeling daartoe heeft hersteld, kan hij tot tenuitvoerlegging overgaan. Voor inschakeling van een deskundige voor begroting van de gevolgschade bestaat evenmin aanleiding, omdat [eiser] daarvoor al een veroordeling van De Vogelsangh heeft verkregen tot vergoeding van zijn schade, nader op te maken bij staat en hij zijn (in hoger beroep niet verder toegelichte) vordering daartoe heeft gehandhaafd.
grief 5voert [eiser] aan dat de door hem in verband met het herstel van de gebreken gevorderde dwangsom ten onrechte is afgewezen. Omdat, zoals overwogen, De Vogelsangh zonder geldige reden (gedeeltelijke) betaling van haar factuur als voorwaarde voor herstel heeft gesteld en daaraan vasthield, kan niet worden gesteld dat De Vogelsangh uit eigen beweging tot het van haar verlangde herstel zal overgaan. Het hof zal aan de veroordeling tot herstel dan ook een dwangsom verbinden. Van belang is daarbij dat De Vogelsangh enige tijd moet worden gegund om zich op de herstelwerkzaamheden voor te bereiden en deze in te plannen, dit alles binnen de aan haar te stellen periode van vier weken.
grief 6beklaagt [eiser] zich verder over toewijzing van de door De Vogelsangh gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke kosten. [eiser] baseert zich echter op een verkeerde lezing van wat in 4.12 van het vonnis van 19 november 2019 is overwogen. Daarin staat immers dat die vergoeding niet voor vergoeding in aanmerking komt terwijl die vergoeding ook niet is toegewezen. In zoverre faalt de grief 6.
7.De slotsom
8.De beslissing
- kachel vastzetten en alle convectieopeningen toepassen;
- dubbelwandige pijp aanbrengen op voldoende afstand van metsel- en houtwerk;
- achterzijde en achter de TV voorzien van daarvoor geschikt plaatmateriaal;
- geheel (laten) stucen/plamuren en afwerken;
- vervangen van de spijl aan de voorzijde;
- vervangen van het rooster en
- vervangen van de achterplaten van de kachel;