Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
stichting William Schrikker Jeugdbescherming & Jeugdreclassering,
1.Het geding in eerste aanlegHet hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, van 30 juli 2020, uitgesproken onder voormeld zaaknummer. Deze beschikking wordt hierna de bestreden beschikking genoemd.
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
- anders dan de moeder stelt - de jaarlijkse beslissingen over de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing hem weldegelijk raken. Gelet op de problematiek van [de minderjarige2] zoals hiervoor door de raad en de GI benoemd, zal er nog veel hulpverlening voor [de minderjarige2] ingezet moeten worden. [de minderjarige2] is kwetsbaar en hij heeft nog een lange weg te gaan. [de minderjarige2] heeft specialistische behandeling nodig en het hof is met de raad van oordeel dat de keuzes die moeten worden gemaakt in het belang van [de minderjarige2] dienen te zijn. Het hulpverleningsproces zal ook moeten aansluiten op de specifieke situatie van [de minderjarige2] . Door de gezagsbeëindiging kunnen de te nemen besluiten voortvarend worden genomen. Omdat het de moeder onvoldoende lukt om aan te sluiten bij de specifieke behoefte van [de minderjarige2] kon hier in het verleden onnodige vertraging optreden.