Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker,
1.Het geding in eerste aanleg
- € 1.567,- per maand met ingang van 1 november 2019;
- € 1.606,- per maand met ingang van 1 januari 2020; en
- € 1.654,- per maand met ingang van 1 januari 2021,
2. Het geding in hoger beroep in de hoofdzaak en met betrekking tot de verzoeken tot schorsing en tot het treffen van een voorlopige voorziening
- het beroepschrift tevens verzoek tot schorsing en tot het treffen van een voorlopige voorziening met producties, ingekomen op 22 februari 2021;
- het verweerschrift tegen het verzoek tot schorsing, met producties;
- een journaalbericht van mr. Van Arkel-van Gasselt van 3 maart 2021, met producties;
- een journaalbericht van mr. van Arkel-van Gasselt van 19 maart 2021 met productie.
3.De motivering van de beslissing
primairschorsing te bevelen van de werking van de bestreden beschikking en
subsidiairbij wege van een voorlopige voorziening de door de man aan de vrouw te betalen bijdrage in de kosten van haar levensonderhoud (hierna ook: partneralimentatie) voorlopig op nihil te stellen met ingang van 1 november 2019, althans met ingang van de datum die het hof juist acht. De vrouw voert hiertegen gemotiveerd verweer.