Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 29 april 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de erkenning van een minderjarige, de omgangsregeling en het ouderlijk gezag. De moeder had de erkenning van het kind door een derde, [C], aangevraagd, maar het hof oordeelde dat deze erkenning niet rechtsgeldig was. De moeder had misbruik gemaakt van haar bevoegdheid door de erkenning te verlenen met het oogmerk de belangen van de verwekker, [verzoeker], te schaden. Het hof vernietigde de erkenning door [C] en verleende [verzoeker] vervangende toestemming tot erkenning van het kind. Tevens werd de bijzondere curator ontslagen en werd de vrouw veroordeeld tot betaling van de kosten van deskundigenonderzoeken. Wat betreft het ouderlijk gezag werd het verzoek van [verzoeker] afgewezen, omdat het hof van oordeel was dat het nog te vroeg was voor gezamenlijk gezag. De omgang tussen [verzoeker] en het kind werd voorlopig vastgesteld op één keer per vier weken gedurende twee uur, met de mogelijkheid tot uitbreiding in de toekomst. Het hof hield de zaak aan voor verdere evaluatie van de omgangsregeling.