Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
21 september 2021
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Leeuwarden(hierna: de Inspecteur)
[woonplaats](hierna: belanghebbende)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 september 2021 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende een verzoek om beperkte kennisneming van een belastingadvies. De zaak betreft een geschil tussen de Inspecteur van de Belastingdienst en een belanghebbende die diverse Grootkoorprojecten organiseert. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de voldoening van omzetbelasting, omdat hij meende dat op een gedeelte van de omzet het verlaagde tarief van toepassing was. De rechtbank Noord-Nederland had eerder het bezwaar van de belanghebbende ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft de Inspecteur verzocht om beperkte kennisneming van bepaalde passages van het Tarief advies, een document dat advies geeft over het toe te passen btw-tarief. De Inspecteur stelde dat de kennisneming van deze passages alleen aan het Hof voorbehouden moest blijven, op grond van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het Hof heeft de zaak behandeld in een zitting via beeldverbinding, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht.
Het Hof heeft overwogen dat de geheimhouding van bepaalde gegevens gerechtvaardigd is, met name die welke betrekking hebben op de persoonlijke levenssfeer van medewerkers van de Belastingdienst. De belanghebbende heeft geen bezwaar gemaakt tegen de geheimhouding van deze gegevens. Het Hof heeft besloten dat de beperking van kennisneming van de gegevens aangeduid met letter A gerechtvaardigd is, terwijl de Inspecteur zich bereid heeft verklaard om de met letter B aangeduide passages openbaar te maken. De uitspraak is gedaan door de voorzitter van de geheimhoudingskamer en twee andere rechters, en is openbaar uitgesproken op 21 september 2021.