Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep, verder te noemen: [verzoekster] ,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep. De verzoekster, die benoemd was tot enige erfgenaam en executeur-testamentair van de erflater, werd niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek in hoger beroep. Dit besluit is genomen omdat de verzoekster ten tijde van de eerdere procedures geen belanghebbende was. De erflater had haar pas na zijn overlijden, in 2020, als erfgenaam aangesteld, waardoor zij niet kon worden aangemerkt als belanghebbende in de eerdere schenkingsprocedures. Het hof oordeelde dat de verzoekster niet alsnog hoger beroep kon instellen tegen de eerdere uitspraken, omdat zij destijds geen rechten of verplichtingen had die rechtstreeks door de zaak werden geraakt. De uitspraak van de kantonrechter in de rechtbank Gelderland van 23 september 2013, die de curator machtiging verleende voor schenkingen, bleef daarmee in stand. Het hof compenseerde de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.