Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekers in hoger beroep,
,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, de kinderen van de verzoekers, die in hoger beroep zijn gegaan tegen een eerdere beschikking van de kinderrechter. De ouders, aangeduid als 'de moeder' en 'de vader van [de minderjarige2]', hebben een advocaat ingeschakeld en zijn bijgestaan door de raad voor de kinderbescherming. De mondelinge behandeling vond plaats op 3 november 2022, waarbij de ouders aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van de raad en de gecertificeerde instelling (GI). De gezinshuisouders van de kinderen waren niet aanwezig.
Het hof heeft in zijn beslissing verwezen naar een forensisch psychologisch onderzoek dat op 24 juni 2022 is uitgevoerd. Dit onderzoek concludeert dat thuisplaatsing van de kinderen bij de ouders niet in hun belang is, zowel op korte als lange termijn. De ouders hebben wel stappen gezet in hun ontwikkeling, maar zijn nog niet in staat om de benodigde zorg en opvoeding te bieden. Het hof benadrukt het belang van het herstellen van het contact tussen de ouders en de kinderen, en dat er gewerkt moet worden aan een uitbreiding van de bezoekregeling.
Uiteindelijk heeft het hof de beschikking van de kinderrechter bekrachtigd, waarbij de machtiging tot uithuisplaatsing is verlengd. Dit besluit is genomen met inachtneming van de rechten van de ouders en de belangen van de kinderen, waarbij het hof de noodzaak van continuïteit in de verzorging en opvoeding van de kinderen heeft benadrukt.