ECLI:NL:GHARL:2022:10916

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
20 december 2022
Publicatiedatum
20 december 2022
Zaaknummer
200.312.671
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van ontslag van executeurs in erfrechtelijke procedure

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de ontslagverzoeken van de executeurs van de nalatenschap van de overleden moeder van partijen. De moeder, die in 2020 overleed, had op 10 februari 2015 een testament opgemaakt waarin al haar kinderen als erfgenamen waren benoemd. De verzoekers, bestaande uit de benoemde executeurs, waren in hoger beroep gekomen tegen de beschikking van de kantonrechter die hen ontsloeg als executeurs. Het hof oordeelde dat er geen gewichtige redenen waren om de executeurs te ontslaan. De kantonrechter had geoordeeld dat de verslechterde verhoudingen binnen de familie en een verbod om de ouderlijke woning te betreden, redengevend waren voor het ontslag. Het hof weerlegde deze argumenten en stelde vast dat de executeurs hun taken niet onbehoorlijk hadden uitgevoerd. Het hof vernietigde de bestreden beschikking en wees het verzoek van de verweerder af, waardoor de executeurs hun functie konden voortzetten. De uitspraak benadrukt het belang van de rol van executeurs en de noodzaak om hen in staat te stellen hun taken uit te voeren, ondanks eventuele familiale conflicten.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.312.671
(zaaknummer rechtbank Gelderland 9386280)
beschikking van 20 december 2022
inzake
[verzoeker1],
wonende in [woonplaats1] ,
verder te noemen: [verzoeker1] ,
[verzoekster2],
wonende in [woonplaats2] ,
verder te noemen: [verzoekster2] ,
[verzoekster3],
wonende in [woonplaats3] ,
verder te noemen: [verzoekster3] ,
[verzoekster4],
wonende in [woonplaats4] ,
verder te noemen: [verzoekster4] ,
[verzoeker5],
wonende in [woonplaats5] ,
verder te noemen: [verzoeker5] ,
[verzoekster6],
wonende in [woonplaats6] ,
verder te noemen: [verzoekster6] ,
allemaal verzoekers in hoger beroep,
verder te noemen: verzoekers,
[verzoeker1] , [verzoekster2] en [verzoekster3] verder gezamenlijk (ook) te noemen: de executeurs,
advocaat: D.W.J. Leijs,
en
[verweerder],
verweerder in hoger beroep,
verder te noemen: [verweerder] ,
Als belanghebbende is aangemerkt:
[naam1],
wonende in [woonplaats7] ,
verder te noemen: [naam1] .

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de kantonrechter (rechtbank Gelderland, sector kanton, locatie Zutphen) van 17 maart 2022, uitgesproken onder voormeld zaaknummer (verder te noemen: de bestreden beschikking).

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het beroepschrift met producties, binnengekomen op 3 juni 2022;
  • een journaalbericht van mr. Leijs van 23 augustus 2022;
  • een journaalbericht van mr. Leijs van 10 november 2022;
  • een journaalbericht van mr. Leijs van 14 november 2022.
2.2
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 22 november 2022. Daarbij waren aanwezig:
  • [verzoeker1] ;
  • [verzoekster2] ;
  • [verzoekster3] ;
  • [verzoekster4] ;
  • [verzoeker5] ;
  • de advocaat van verzoekers.

3.De feiten

3.1
[de moeder] (verder te noemen: de moeder) is de moeder van partijen. Zij is [in] 2020 overleden.
3.2
De moeder heeft op 10 februari 2015 een testament opgemaakt. In het testament heeft de moeder al haar kinderen benoemd tot haar enige erfgenamen, ieder voor gelijke delen.
3.3
De moeder heeft [verzoeker1] , [verzoekster2] en [verzoekster3] benoemd tot de executeurs van haar nalatenschap. Zij hebben hun benoeming aanvaard.

4.De omvang van het geschil

4.1
[verweerder] heeft bij de kantonrechter verzocht om bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de huidige executeurs te ontslaan en andere executeurs te benoemen, kosten rechtens.
4.2
Bij de bestreden beschikking heeft de kantonrechter [verzoeker1] , [verzoekster2] en [verzoekster3] ontslag verleend als executeurs van de moeder, de proceskosten gecompenseerd en het meer of anders verzochte afgewezen.
4.2
Verzoekers zijn met vijf grieven in hoger beroep gekomen. Zij verzoeken het hof primair om de bestreden beschikking te vernietigen dan wel [verzoeker1] ontslag te verlenen als executeur, en te bepalen dat [verzoekster2] en [verzoekster3] hun taak als executeur kunnen continueren.

5.De motivering van de beslissing

5.1
De executeur heeft de taak om de goederen van de nalatenschap te beheren en de schulden van de nalatenschap te voldoen (artikel 4:146 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW)). De executeur moet met bekwame spoed een boedelbeschrijving opmaken en de erfgenamen inlichtingen geven over de uitoefening van zijn taak (artikel 4:146 en 4:148 BW).
5.2
De taak van de executeur eindigt op het moment dat de kantonrechter hem ontslag verleent. De kantonrechter kan het ontslag verlenen als de executeur dat zelf verzoekt of om gewichtige redenen (artikel 4:149 BW).
5.3
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de executeurs hun taken niet meer goed kunnen uitvoeren vanwege de verslechterde verhoudingen binnen de familie en het verbod om de ouderlijke woning in [woonplaats6] die tot de nalatenschap behoort (verder: de woning) te betreden. Het hof is van oordeel dat er geen gewichtige redenen zijn om de executeurs ontslag te verlenen.
5.4
Het is niet komen vast te staan dat de executeurs hun taken niet naar behoren hebben uitgevoerd. Het hof stelt vast dat, anders dan de kantonrechter heeft overwogen, aan de executeurs geen verbod is opgelegd om de woning te betreden. De executeurs hebben de rechtbank verzocht om [verweerder] te verplichten om hen toegang te geven tot de woning. Dit verzoek heeft de rechtbank in het vonnis van 6 oktober 2021 afgewezen. Dat betekent niet dat het de executeurs verboden is om de woning te betreden. De executeurs mogen dat wel, zij hebben per slot van rekening het beheer van de woning, maar zij hebben verteld dat [verweerder] hen tegenhoudt.
5.5
Het hof is daarnaast van oordeel dat de verstoorde verhoudingen binnen de familie geen gewichtige reden geven om de executeurs te ontslaan. Verstoorde familieverhoudingen kunnen een gewichtige reden zijn voor ontslag van een executeur als deze de uitvoering van de executele onmogelijk maken. Het hof vindt dat daar in deze zaak geen sprake van is. Ondanks de vertrouwensbreuk met [verweerder] zijn de executeurs nog steeds in staat de nalatenschap af te wikkelen . De moeder heeft hen niet voor niets gedrieën tot executeur benoemd. Het heeft ook de voorkeur dat zij dat als executeurs doen, omdat dan niet steeds de medewerking van alle deelgenoten, inclusief [verweerder] , nodig is. De executeurs dienen bij het eind van hun beheer uiteraard wel rekening en verantwoording af te leggen aan alle andere deelgenoten.
5.6
Ten overvloede merkt het hof nog op dat, anders dan de rechtbank heeft overwogen, de executele nog lang niet is afgerond. De nalatenschap bevat een schuld aan de Belastingdienst. Om die schuld te kunnen aflossen, moet onroerend goed in Suriname verkocht worden. Ook moet de woning in [woonplaats6] dringend onderhouden worden. De executeurs hebben deze taken in de afgelopen maanden niet kunnen uitvoeren. Hierdoor zijn de liquide middelen van de nalatenschap grotendeels opgeraakt en is mogelijk schade ontstaan aan de woning. Het is in ieders belang dat de executeurs hun taken snel weer kunnen oppakken.
5.7
Het hof zal de bestreden beschikking vernietigen.

6.De beslissing

Het hof:
vernietigt de beschikking van de kantonrechter (rechtbank Gelderland, sector kanton, locatie Zutphen) van 17 maart 2022;
wijst het verzoek van [verweerder] alsnog af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J.H. Lieber, E. de Boer en S. Kuijpers, bijgestaan door mr. L.M. de Wit als griffier, en is op 20 december 2022 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.