Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[woonplaats](hierna: belanghebbende)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Vaststaande feiten
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
- uit de in onderdeel 2.6 weergegeven verklaring van [naam4] volgt dat het betreffende gesprek niet heeft plaatsgevonden;
- [naam4] niet betrokken is geweest bij de behandeling van de aangifte IB/PVV 2013 van belanghebbende;
- de aangifte IB/PVV 2013 van belanghebbende pas op 27 maart 2014 is ontvangen en eerst op 6 juni 2014 door het automatiseringssysteem is opgeleverd ter behandeling zodat het zeer onlogisch is dat daarover een telefoongesprek op 4 april 2014 zou hebben plaatsgevonden;
- de aan [naam4] gerichte brief van belanghebbende van 9 april 2014 is gericht aan de Belastingdienst Venlo/Heerlen, terwijl de heer [naam4] op dat moment nog in Nijmegen werkzaam was. Pas later is [naam4] op het kantoor in Venlo gaan werken en heeft hij eerst eind 2015/begin 2016 twee brieven aan belanghebbende gestuurd met zijn naam en postadres erop.
5.Griffierecht en proceskosten
6.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raadwww.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).