Uitspraak
[de huurder],
[de verhuurder],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is behandeld, gaat het om een geschil tussen een huurder en een verhuurder over achterstallige huurpenningen en de verrekening van energiekosten. De huurder, die een pizzeria exploiteert in een gehuurd pand, heeft in het najaar van 2016 huurtermijnen onbetaald gelaten en stelt dat hij deze kan verrekenen met kosten voor dakreparaties. De verhuurder heeft de huurder aangeklaagd voor betaling van achterstallige huur. De kantonrechter heeft de vordering van de verhuurder tot betaling van € 3.472,70 toegewezen, maar de huurder heeft in hoger beroep de beslissing aangevochten en een lagere vordering ingesteld. Het hof heeft de eerdere uitspraak van de kantonrechter bekrachtigd, waarbij het hof oordeelt dat de huurder niet voldoende onderbouwd heeft dat hij recht heeft op verrekening van energiekosten met de huurpenningen. Het hof concludeert dat de huurder zijn stelplicht niet heeft nageleefd en dat de vordering van de verhuurder tot betaling van huurpenningen ook niet onterecht was. De proceskosten zijn tussen partijen gecompenseerd, omdat beide partijen in hoger beroep op wezenlijke punten in het (on)gelijk zijn gesteld.