ECLI:NL:GHARL:2022:2321

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
25 maart 2022
Publicatiedatum
25 maart 2022
Zaaknummer
Wahv 200.288.637/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J. van Schuijlenburg
  • M. Smeitink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) betreffende de bekwaamheid van een bedienaar van een laserapparaat

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Noord-Nederland, die op 15 december 2020 een beroep ongegrond verklaarde. De betrokkene, vertegenwoordigd door N.G.A. Voorbach, had hoger beroep ingesteld tegen een sanctie van € 133,- voor het overschrijden van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom. De overtreding vond plaats op 16 juli 2019, waarbij de betrokkene met 11 km/h te snel reed op de Grolloërstraat in Rolde. De snelheidsmeting was uitgevoerd met een goedgekeurde snelheidsmeter, de Tru Speed LTI 20/20.

De gemachtigde van de betrokkene betwistte de bekwaamheid van de ambtenaar die de meting uitvoerde, omdat deze alleen opgeleid zou zijn voor de Laser Ultra Lyte LR. Het hof oordeelde echter dat de ambtenaar, die een certificaat voor de Ultra Lyte LR bezat, ook bekwaam was om de Tru Speed LTI 20/20 te bedienen. Dit werd onderbouwd door de verklaring van de verkeersspecialist van de politie, die stelde dat de bediening van de verschillende laserguns in wezen gelijk is, ondanks enkele verschillen in instellingen.

Het hof bevestigde de beslissing van de kantonrechter en wees het verzoek om proceskostenvergoeding af. De conclusie was dat er geen reden was om aan de juistheid van de snelheidsmeting te twijfelen, en dat de kantonrechter terecht het beroep ongegrond had verklaard.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

zittingsplaats Leeuwarden
Zaaknummer
: Wahv 200.288.637/01
CJIB-nummer
: 227206350
Uitspraak d.d.
: 25 maart 2022
Arrestop het hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank
Noord-Nederland van 15 december 2020, betreffende

[de betrokkene] (hierna: de betrokkene),

wonende te [woonplaats] .
De gemachtigde van de betrokkene is N.G.A. Voorbach, kantoorhoudende te Zoetermeer.

De beslissing van de kantonrechter

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond verklaard. Het verzoek om een proceskostenvergoeding is afgewezen.

Het verloop van de procedure

De gemachtigde van de betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter. Er is gevraagd om een proceskostenvergoeding.
De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend.
De gemachtigde van de betrokkene heeft de gelegenheid gekregen het beroep schriftelijk nader toe te lichten. Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
Op 15 juni 2021 is nog een brief van de gemachtigde van de betrokkene ontvangen. Hierbij is voorwaardelijk verzocht om de zaak op een zitting van het hof te behandelen. Een kopie daarvan is toegestuurd aan de advocaat-generaal.

De beoordeling

1. De gemachtigde verzoekt bij brief van 15 juni 2021 om de zaak op een zitting te behandelen indien het hof de door de advocaat-generaal overgelegde verklaring van de heer [naam1] anders duidt dan de gemachtigde. Het hof wijst dit verzoek af. Een voorwaardelijk zittingsverzoek is geen zittingsverzoek in de zin van artikel 20a, eerste lid, van de Wahv. Een zittingsverzoek kan ook slechts worden gedaan in het beroepschrift of in reactie op het verweerschrift van de advocaat-generaal, dat wil zeggen binnen de gestelde termijn van twee weken die is gegeven om op dat verweerschrift te reageren.
2. Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd van € 133,- voor: “overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom (bord A1 30 km/h) met 11 km/h”. Deze gedraging zou zijn verricht op 16 juli 2019 om 15:31 uur op de Grolloërstraat in Rolde met het voertuig met het kenteken [kenteken] .
3. Het zaakoverzicht vermeldt dat de snelheidsmeting is verricht met een goedgekeurd en op de voorgeschreven wijze gebruikte snelheidsmeter, een Tru Speed LTI 20/20
4. De gemachtigde van de betrokkene stelt zich in hoger beroep op het standpunt dat de ambtenaar weliswaar beschikt over een in 2011 behaald certificaat voor de Laser Ultra Lyte LR, maar dat ook met de door dhr. [naam1] verstrekte informatie onvoldoende duidelijk is geworden of de verschillen in bediening van de Ultra Lyte LR en de in deze zaak gebruikte Tru Speed zodanig zijn dat de ambtenaar geacht kan worden opgeleid te zijn voor de bediening van de Tru Speed als bedoeld in de Instructie snelheidsoverschrijdingen en snelheidsbegrenzers.
5. Het begrip bedienaar is in de Instructie snelheidsoverschrijdingen en snelheidsbegrenzers (2018/001) als volgt gedefinieerd: “persoon die beschikt over de opsporingsbevoegdheid en die is opgeleid om de gebruikte snelheidsmeter voor de opsporing van snelheidsoverschrijdingen te gebruiken.”
6. Het verweerschrift van de advocaat-generaal houdt als toelichting van de heer [naam1] , verkeersspecialist van de politie, het volgende in. “De opleiding van de bedienaar bestaat uit een algemeen deel waarin de werking en de wetgeving rond het gebruik van de lasergun in zijn algemeenheid wordt behandeld. Vervolgens is er per type lasergun een uitleg over de bediening. In zijn algemeenheid is de bediening voor wat betreft het te meten voertuig gelijk: men richt de laser op het voertuig en haalt de trekker over. Als er voldoende gegevens zijn teruggekomen, zal de laser een gemeten snelheid weergeven. Het verschil tussen de merken en typen zit hem in de instellingen van bv. het geluid, de meetrichting, de verlichting e.d. De bedienaar van een lasergun krijgt, nadat hij/zij met goed gevolg het examen heeft afgelegd, een certificaat van de politieacademie. Daarop is te lezen dat de collega bedienaar laser is zonder dat er een merk en type wordt genoemd. Bij de oude certificaten stond er nog wel een merk en type op; dat geeft problemen n.a.v. de uitspraak van het Hof van Leeuwarden in 2018, maar in de basis maakt het niet uit met welk type laser men werkt, de wijze waarop de meting plaats vindt is voor alle merken en typen gelijk.” Bij het verweerschrift zijn gevoegd een in mei 2019 door [naam1] , Flexdocent Politie Academi, opgesteld A-4tje waarin onder de kopjes ‘werking’, ‘verschillen per merk en type’ en ‘knoppen’ nadere informatie over lasers wordt gegeven en twee tabellen. Tabel 1 vermeldt per type laserapparaat de meettijd in seconden, de bundel en de maximum meetafstand en te meten snelheid zoals opgegeven door de leverancier of fabrikant. Tabel 2 vermeldt welk apparaat over welke knoppen en instellingen beschikt.
7. De gemachtigde merkt op dat de opmerking van dhr. [naam1] over het arrest van het hof in 2018 hem bevreemdt en dat de overgelegde tabellen laten zien dat er juist diverse verschillen zijn.
8. Dhr. [naam1] doelt, naar kan worden aangenomen, op het arrest van 19 april 2018, vindplaats op rechtspraak.nl: ECLI:NL:GHARL:2018:3720, een arrest waar ook de gemachtigde naar heeft verwezen. In die zaak is de inleidende beschikking vernietigd omdat de advocaat-generaal, anders dan in de onderhavige zaak, geen informatie had verstrekt over de opleiding voor het gebruik van de laserapparaten en de vergelijkbaarheid van beide typen die in die zaak een rol speelden.
9. Gelet op het feit dat de ambtenaar een certificaat bezit voor de Ultra Lyte LR en de heer [naam1] heeft uitgelegd dat de verschillen in de merken en typen laserguns niet van invloed zijn op de wijze waarop de meting plaatsvindt, kan de ambtenaar geacht worden te zijn opgeleid voor de bediening van de door hem in deze zaak gebruikte Tru Speed LTI 20/20. Het verweer faalt. Er bestaat geen aanleiding om aan de juistheid van de snelheidsmeting te twijfelen.
10. Gelet op het voorgaande heeft de kantonrechter een juiste beslissing genomen door het beroep ongegrond te verklaren. Het hof zal de beslissing van de kantonrechter bevestigen en het verzoek om een proceskostenvergoeding afwijzen.

De beslissing

Het gerechtshof:
bevestigt de beslissing van de kantonrechter;
wijst het verzoek om vergoeding van proceskosten af.
Dit arrest is gewezen door mr. Van Schuijlenburg, in tegenwoordigheid van mr. Smeitink als griffier en op een openbare zitting uitgesproken.