Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
“(…) ik zou de schuld krijgen. Op een gegeven moment ontdekte ik dat ik zwanger was. Ikzelf wist niet van wie het kind was. [verweerder] was er natuurlijk van overtuigd dat het zijn kind was omdat hij niets wist van de andere mannen.”In de aangifte erkent de moeder derhalve dat (ook) zij niet wist wie de vader van [de minderjarige] was en dat de man ervan overtuigd was dat hij de vader was, omdat hij niet wist van de andere mannen met wie de moeder in dezelfde periode seks heeft gehad.
“Wij willen ook meteen meewerken aan een DNA-onderzoek om te bewijzen dat ik de biologische vader ben. Mijn vraag is alleen wie betaalt deze kosten? Verder heb ik mijn zoon voor de geboorte erkend, en als Nederlander heb ik ook het recht om een kind te erkennen, ook al ben ik niet de biologische vader. Maar hoe dan ook ben ik ervan overtuigd dat ik de biologische vader ben, en wil daarom ook meewerken aan een DNA-onderzoek.”De e-mail maakt naar oordeel van het hof duidelijk dat de man er op dat moment volstrekt niet aan twijfelde de biologische vader van [de minderjarige] te zijn. De passage “als Nederlander heb ik ook het recht om een kind te erkennen, ook al ben ik niet de biologische vader” doet daar niet aan af. De zin moet in verband worden bezien met de opmerking over de kosten van een DNA-onderzoek. De ter zitting in beroep door de man in dat kader gegeven verklaring, dat hij goed op de hoogte was van de regelgeving en het hem dus goed leek richting de ambassade aan te geven (te weten) dat in Nederland voor erkenning een DNA-onderzoek niet nodig is - en dus gezien de kosten achterwege kon blijven - acht het hof in die context alleszins plausibel. Het hof leest daarin, anders dan de moeder, derhalve niet (ook) dat de man mogelijk wist dat hij niet de vader was. Uit de e-mail volgt derhalve niet dat sprake is van de situatie dat de man voorafgaand aan de erkenning het vermoeden had dat hij wellicht niet de biologische vader van het kind was.
6.De slotsom
7.Proceskosten
.