ECLI:NL:GHARL:2022:4154

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
24 mei 2022
Publicatiedatum
24 mei 2022
Zaaknummer
Wahv 200.291.981/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • mr. Wijma
  • mr. Verstraaten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) betreffende de betrouwbaarheid van snelheidsmetingen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De betrokkene had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Limburg, die op 28 januari 2021 het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond had verklaard. De betrokkene was als kentekenhouder beboet voor het overschrijden van de maximumsnelheid op autosnelwegen met 15 km/h, vastgesteld door een MultaRadar CT op 16 december 2019. De betrokkene voerde in hoger beroep aan dat de beschikking met een toekomstige datum was verzonden en dat de meting niet betrouwbaar was omdat de meetapparatuur niet correct was opgesteld. Het hof verwierp deze bezwaren en oordeelde dat de kantonrechter terecht had geoordeeld dat de meting betrouwbaar was. Het hof bevestigde de beslissing van de kantonrechter, met verbetering van gronden, en stelde vast dat de werkelijke snelheid van het voertuig 115 km/u was, terwijl de toegestane snelheid 100 km/u was.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

zittingsplaats Leeuwarden
Zaaknummer
: Wahv 200.291.981/01
CJIB-nummer
: 230665428
Uitspraak d.d.
: 24 mei 2022
Arrestop het hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Limburg van 28 januari 2021, betreffende

[de betrokkene] (hierna: de betrokkene),

wonende te [woonplaats] .

De beslissing van de kantonrechter

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond verklaard.

Het verloop van de procedure

De betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter.
De advocaat-generaal heeft de gelegenheid gekregen een verweerschrift in te dienen. Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.

De beoordeling

1. Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd van € 118,- voor: “Overschrijding maximum snelheid op autosnelwegen, met 15 km/h (verkeersbord A1)”. Deze gedraging zou zijn verricht op 16 december 2019 om 08:46 uur op de A2 links (hmp 234.67 borden bij hmp 235.5) in Born met het voertuig met het kenteken [kenteken] .
2. De betrokkene voert in hoger beroep aan dat voorbij is gegaan aan de grond dat de beschikking is verstuurd met een datum in de toekomst en daarom niet serieus genomen kan worden. Ook kan hij zich niet vinden in de overweging van de kantonrechter dat de meetapparatuur was ingebouwd in een auto, omdat de meetapparatuur langs de kant van de weg stond op een statief. In dit geval is het volgens de betrokkene dus wel degelijk van belang welke hoek onder het meetinstrument was opgesteld. Daarnaast is ook niet uit te sluiten dat het andere voertuig op de foto het voertuig is dat de maximum snelheid overschrijdt.
3. Het hof merkt allereerst op dat de zin "Ter mondelinge behandeling van 14 januari 2021 is betrokkene, na behoorlijke oproeping, niet verschenen" in de beslissing van de kantonrechter slechts een feitelijke vaststelling betreft en anders dan de betrokkene veronderstelt niet wil suggereren dat de betrokkene het niet de moeite waard vond om ter zitting van de kantonrechter te verschijnen.
4. In de beslissing van de officier van justitie is reeds uitgelegd dat de dagtekening op de inleidende beschikking bepalend is voor de aanvang van de beroepstermijn en dat om die reden het CJIB een dagtekening hanteert die van een latere datum is dan de datum waarop de beschikking is verzonden. Het hof deelt het standpunt van de officier van justitie dat een afwijkende dagtekening niet leidt tot vernietiging van de inleidende beschikking, omdat de betrokkene daarmee niet in rechtens te respecteren belangen wordt geschaad. De betrokkene stelt terecht dat de kantonrechter niet op deze grond is ingegaan. Dit hoeft echter niet tot vernietiging van de beslissing van de kantonrechter te leiden, nu de beslissing van de kantonrechter op dit punt kan worden aangevuld.
5. Een daartoe aangewezen ambtenaar kan op grond van artikel 3, tweede lid, van de Wahv een administratieve sanctie opleggen voor een gedraging die door deze ambtenaar zelf of op geautomatiseerde wijze is vastgesteld. Dat de gedraging is verricht, moet voldoende blijken uit de beschikbare gegevens. Of van de juistheid van deze gegevens kan worden uitgegaan, is ervan afhankelijk of de betrokkene argumenten heeft aangevoerd die leiden tot twijfel aan de juistheid van (delen van) die gegevens dan wel het dossier daar aanleiding toe geeft.
6. In het zaakoverzicht staat het volgende, voor zover hier relevant, vermeld:
“De werkelijke snelheid stelde ik vast met behulp van een voor de meting getest, goedgekeurd en op de voorgeschreven wijze gebruikt snelheidsmeetmiddel.
Gemeten (afgelezen snelheid): 119 km/u.
Werkelijke (gecorrigeerde) snelheid: 115 km/u.
Toegestane snelheid: 100 km/u.
Overschrijding met: 15 km/u.
(…)
Merk: Jenoptik.
Type: MultaRadar CT. (…)”
7. Het dossier bevat verder een foto van de gedraging, waarop twee voertuigen zijn te zien. Het voertuig van de betrokkene bevindt zich op de meest linkerrijstrook en op de rijstrook (rechts) daarnaast rijdt een ander voertuig. Onder de foto wordt rechtsonder het kenteken ’ [kenteken] ’ vergroot weergegeven. In de gegevens bij de foto staan onder meer “Lane 3” en de gemeten snelheid van 119 km/u vermeld. Verder wordt in de databalk bij de foto vermeld dat met een MultaRadar CT, categorie B, een snelheid is gemeten van 119 km/u. Het is het hof ambtshalve bekend dat de letter B hier staat voor mobiele apparatuur (vergelijk het arrest van het hof van 15januari 2019, ECLI:NL:GHARL:2019:262)
8. Het hof ziet in wat de betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de meting. De stelling van de betrokkene dat een onjuiste meethoek zou zijn gebruikt is slechts gebaseerd op de aanwezige foto van de gedraging. De foto zegt echter niets over de hoek waaronder de meting heeft plaatsgevonden, zodat de door de door de betrokkene op de foto gebruikte meethoek toepassing mist. Zoals door de kantonrechter is overwogen en uit het arrest van het hof van 12 maart 2019 volgt (vindplaats op rechtspraak.nl: ECLI:NL:GHARL:2019:2266) meet de MultaRadar CT het voertuig over een afstand van 100 meter meerdere malen, waarbij de hoek bij elke meting anders is en de uitlijning daardoor minder van belang is. Als een meting buiten de ingebouwde marges valt, geeft het apparaat geen snelheidsmeting weer en is er ook geen foto.
Deze grond van de betrokkene treft dan ook geen doel. Wel wijst de betrokkene er terecht op dat de overweging van de kantonrechter, dat er in deze zaak van kan worden uitgegaan dat het snelheidsmeetsysteem is ingebouwd in een auto, niet juist is. De motivering van de beslissing van de kantonrechter komt in die zin voor verbetering in aanmerking.
9. Ten aanzien van de stelling dat niet duidelijk is op welk voertuig de verrichte snelheidsmeting betrekking heeft, overweegt het hof als volgt. Voor de bediening van de MultaRadar CT is de Handleiding MultaRadar CT, te vinden op www.politie.nl, opgesteld. Het apparaat dient door de bedienaar op de in Handleiding voorgeschreven wijze te worden gebruikt om fouten en onjuiste of onbetrouwbare meetresultaten te voorkomen. Op pagina 30 van deze Handleiding staat vermeld dat de eerste rijstrook, de rijstrook is die het dichtst bij het meetsysteem ligt. Dit betekent dat gegevens op de foto aansluiten bij de beeldweergave op de foto. Het voertuig van de betrokkene bevond zich op “Lane 3”. Nu uit de gegevens in de databalk boven de foto blijkt dat de snelheidsmeting betrekking heeft op het voertuig in “Lane 3” en niet is betwist dat het voertuig van de betrokkene op “Lane 3” reed, ziet het hof geen aanleiding om aan te nemen dat het meetresultaat bij een ander voertuig dan dat van de betrokkene hoort. Ook deze grond wordt verworpen.
10. Het voorgaande betekent dat de kantonrechter het beroep terecht ongegrond heeft verklaard en dat het hof de beslissing van de kantonrechter, zij het met verbetering van gronden, zal bevestigen.

De beslissing

Het gerechtshof:
bevestigt de beslissing van de kantonrechter, met verbetering van gronden.
Dit arrest is gewezen door mr. Wijma, in tegenwoordigheid van mr. Verstraaten als griffier, en op een openbare zitting uitgesproken.