ECLI:NL:GHARL:2022:4965

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
14 juni 2022
Publicatiedatum
16 juni 2022
Zaaknummer
21-005767-17
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring van poging tot diefstal met geweld in vereniging gepleegd tijdens gewapende woningoverval

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 juni 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland. De verdachte, geboren in 1998, was betrokken bij een gewapende woningoverval die plaatsvond op 17 juni 2015 in Ede. Tijdens deze overval zijn drie personen, waaronder de vrouw des huizes en haar twee zonen, met geweld bedreigd en mishandeld. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 maanden, maar sprak hem vrij van het gepleegde geweld. Het hof heeft echter geoordeeld dat het geweld wel degelijk bewezen kan worden en heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte een cruciale rol heeft gespeeld in de overval, waarbij hij samen met medeverdachten de overval heeft gepland en uitgevoerd. De verdachte is veroordeeld voor poging tot diefstal met geweld, gepleegd door twee of meer verenigde personen. Bij de strafoplegging heeft het hof rekening gehouden met de ernst van het feit, de rol van de verdachte en de overschrijding van de redelijke termijn. De verdachte is veroordeeld tot een jeugddetentie van 16 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, en een taakstraf van 200 uren. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn afgewezen, omdat deze niet als schade door het strafbare feit konden worden aangemerkt.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-005767-17
Uitspraak d.d.: 14 juni 2022
TEGENSPRAAK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Gelderland van 10 oktober 2017 met parketnummer 05-720178-16 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging, parketnummer 05-840705-14, in de strafzaak tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1998,
wonende te [woonplaats].

Het hoger beroep

De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 31 mei 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw, mr. S. Schilder, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De rechtbank heeft verdachte ter zake van poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 maanden met aftrek van de tijd die hij al in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De rechtbank heeft verdachte vrijgesproken ten aanzien van het gepleegde geweld. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard. Voorts is de tenuitvoerlegging gelast van een eerder voorwaardelijk opgelegde jeugddetentie van drie weken.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg- tenlastegelegd dat:
Primair
hij op of omstreeks 17 juni 2015 te Ede tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (gelegen aan de [adres]) weg te nemen
- een hoeveelheid geld en of enig(e) ander(e) goede(eren) van zijn/hun gading , in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1] (e.v. [betrokkene 1])en/of [betrokkene 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat
- verdachte en/of zijn mededader(s) geheel in het zwart gekleed en met een capuchon op en/of een zwarte sjaal voor het/hun gezicht(en), althans met bedekt gelaat, voornoemde woning is/zijn binnengedrongen en/of
ten aanzien van [benadeelde partij 1]
- verdachte en/of zijn mededader(s) die [benadeelde partij 1] (die op de bank in de woonkamer lag te slapen) bij de keel heeft/hebben gegrepen/vastgepakt en/of aan die [benadeelde partij 1] een taser hebben getoond/voorgehouden en/of laten horen (de taser maakte een knetterend geluid) en/of
- verdachte en/of zijn mededader(s) (daarbij) tegen die [benadeelde partij 1] heeft/hebben gezegd: "Meewerken, meewerken" en/of
- verdachte en/of zijn mededader(s) de in werking zijnde/ingeschakelde taser meermalen, althans eenmaal, (op een of meerdere plaatsen) tegen het lichaam van die [benadeelde partij 1] heeft/hebben gehouden en/of
- verdachte en/of zijn mededader(s) die [benadeelde partij 1] meermalen, althans eenmaal, op/tegen het lichaam heeft/hebben gestompt en/of geschopt/getrapt en/of
-verdachte en/of zijn mededader(s)(toen die [benadeelde partij 1] van angst en paniek gilde en schreeuwde) tegen die [benadeelde partij 1] geroepen/geschreeuwd: "Houdt je bek wijf, houdt je bek wijf" en/of
- verdachte en/of zijn mededader(s) die [benadeelde partij 1] meermalen, althans eenmaal, (met kracht) met een hand/vuist, waarin door verdachte en/of zijn mededader(s) een pistool/revolver, althans een daarop gelijkend voorwerp, werd vastgehouden, in/op het gezicht, althans op/tegen het hoofd heeft/hebben geslagen en/of
ten aanzien van [benadeelde partij 2]
- verdachte en/of zijn mededader(s) aan die [benadeelde partij 2] een pistool/revolver, althans een daarop gelijkend voorwerp, heeft/hebben getoond/voorgehouden en/of voornoemd pistool/revolver op die [benadeelde partij 2] gericht (gehouden) en/of
- verdachte en/of zijn mededader(s) (daarbij) tegen die [benadeelde partij 2] heeft gezegd: "Sst, sst, sst" en/of
- verdachte en/of zijn mededader(s) vervolgens tegen die [benadeelde partij 2] heeft/hebben geroepen: "Go, go" en/of
- verdachte en/of zijn mededader(s) (door) die [benadeelde partij 2] naar de kluis in de badkamer(op de begane grond) hebben/zijn geleid/gedirigeerd en/of
- verdachte en/of zijn mededader(s) tegen die [benadeelde partij 2] heeft/hebben geroepen/geschreeuwd: "Open it" en/of
- verdachte en/of zijn mededader(s) die [benadeelde partij 2] meermalen, althans eenmaal, (met kracht) met een pan (die op het fornuis stond) op/in het gezicht, althans op/tegen het hoofd heeft/hebben geslagen en/of
ten aanzien van [benadeelde partij 3]
- verdachte en/of zijn mededader(s) een pistool/revolver, althans een daarop gelijkend voorwerp, aan die [benadeelde partij 3] heeft/hebben getoond/voorgehouden en/of op die [benadeelde partij 3] heeft/hebben gericht (gehouden) en/of
- verdachte en/of zijn mededader(s) die [benadeelde partij 3] in de ontstane worsteling/confrontatie meermalen, althans eenmaal, in de arm heeft/hebben gebeten en/of die [benadeelde partij 3] anderszins letsel heeft/hebben toegebracht aan de (rechter)hand en/of het gezicht, althans het hoofd, en/of de knie(ën), althans de/het be(e)n(en)
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling leidt dat:
hij op of omstreeks 17 juni 2015 te Ede tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen in een woning (gelegen aan de [adres]) door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde partij 1] (e.v [betrokkene 1]) en/of [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 3] te dwingen tot de afgifte van
- een hoeveelheid geld en/of enig(e) ander(e) goed(eren) van zijn/hun gading, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1] (e.v [betrokkene 1]) en/of [betrokkene 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat
- verdachte en/of zijn mededader(s) geheel in het zwart gekleed en met een capuchon op en/of een zwarte sjaal voor het/hun gezicht(en), althans met bedekt gelaat, voornoemde woning is/zijn binnengedrongen en/of
ten aanzien van [benadeelde partij 1]
- verdachte en/of zijn mededader(s) die [benadeelde partij 1] (die op de bank in de woonkamer lag te slapen) bij de keel heeft/hebben gegrepen/vastgepakt en/of aan die [benadeelde partij 1] een taser hebben getoond/voorgehouden en/of laten horen (de taser maakte een knetterend geluid) en/of
- verdachte en/of zijn mededader(s) (daarbij) tegen die [benadeelde partij 1] heeft/hebben gezegd: "Meewerken, meewerken" en/of
- verdachte en/of zijn mededader(s) de in werking zijnde/ingeschakelde taser meermalen, althans eenmaal, (op een of meerdere plaatsen) tegen het lichaam van die [benadeelde partij 1] heeft/hebben gehouden en/of
- verdachte en/of zijn mededader(s) die [benadeelde partij 1] meermalen, althans eenmaal, op/tegen het lichaam heeft/hebben gestompt en/of geschopt/getrapt en/of
- verdachte en/of zijn mededader(s)(toen die [benadeelde partij 1] van angst en paniek gilde en schreeuwde) tegen die [benadeelde partij 1] geroepen/geschreeuwd: "Houdt je bek wijf, houdt je bek wijf" en/of
- verdachte en/of zijn mededader(s) die [benadeelde partij 1] meermalen, althans eenmaal, (met kracht) met een hand/vuist, waarin door verdachte en/of zijn mededader(s) een pistool/revolver, althans een daarop gelijkend voorwerp, werd vastgehouden, in/op het gezicht, althans op/tegen het hoofd heeft/hebben geslagen en/of
ten aanzien van [benadeelde partij 2]
- verdachte en/of zijn mededader(s) aan die [benadeelde partij 2] een pistool/revolver, althans een daarop gelijkend voorwerp, heeft/hebben getoond/voorgehouden en/of voornoemd pistool/revolver op die [benadeelde partij 2] gericht (gehouden) en/of
- verdachte en/of zijn mededader(s) (daarbij) tegen die [benadeelde partij 2] heeft gezegd: "Sst, sst, sst" en/of
-v erdachte en/of zijn mededader(s) vervolgens tegen die [benadeelde partij 2] heeft/hebben geroepen: "Go, go" en/of
- verdachte en/of zijn mededader(s) (door) die [benadeelde partij 2] naar de kluis in de badkamer(op de begane grond) hebben/zijn geleid/gedirigeerd en/of
- verdachte en/of zijn mededader(s) tegen die [benadeelde partij 2] heeft/hebben geroepen/geschreeuwd: "Open it" en/of
- verdachte en/of zijn mededader(s) die [benadeelde partij 2] meermalen, althans eenmaal, (met kracht) met een pan (die op het fornuis stond) op/in het gezicht, althans op/tegen het hoofd heeft/hebben geslagen en/of
ten aanzien van [benadeelde partij 3]
- verdachte en/of zijn mededader(s) een pistool/revolver, althans een daarop gelijkend voorwerp, aan die [benadeelde partij 3] heeft/hebben getoond/voorgehouden en/of op die [benadeelde partij 3] heeft/hebben gericht (gehouden) en/of
- verdachte en/of zijn mededader(s) die [benadeelde partij 3] in de ontstane worsteling/confrontatie meermalen, althans eenmaal, in de arm heeft/hebben gebeten en/of die [benadeelde partij 3] anderszins letsel heeft/hebben toegebracht aan de (rechter)hand en/of het gezicht, althans het hoofd, en/of de knie(ën), althans de be(e)n(en) terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling leidt dat
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2], in elk geval andere personen dan verdachte
op of omstreeks 17 juni 2015 te Ede tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen, ter uitvoering van het door hen voorgenomen misdrijf om met het oogmerk
van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (gelegen aan de [adres]) weg te
nemen een hoeveelheid geld en/of enig(e) ander(e) goed(eren) van zijn/hun gading, in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1] (e.v. [betrokkene 1]) en/of
[betrokkene 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2]
en/of verdachte en/of zijn mededaders,
welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met
geweld tegen [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 3], gepleegd met het oogmerk
om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad
aan zichzelf en/of aan zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit
van het gestolene te verzekeren,
- geheel in het zwart gekleed en met een capuchon op en/of een zwarte sjaal voor het/hun
gezicht(en), althans met bedekt gelaat, voornoemde woning is/zijn binnengedrongen
ten aanzien van [benadeelde partij 1]
- die [benadeelde partij 1] (die op de bank in de woonkamer lag te slapen) bij de keel heeft/hebben
gegrepen/vastgepakt en/of
- aan die [benadeelde partij 1] een taser hebben getoond/voorgehouden en/of laten horen (de
taser maakte een knetterend geluid) en/of
- ( daarbij) tegen die [benadeelde partij 1] heeft/hebben gezegd: “Meewerken, meewerken” en/of
- de in werking zijnde/ingeschakelde taser meermalen, althans eenmaal, (op een of meerdere
plaatsen) tegen het lichaam van die [benadeelde partij 1] heeft/hebben gehouden en/of
- die [benadeelde partij 1] meermalen, althans eenmaal, op/tegen het lichaam heeft/hebben gestompt
en/of geschopt/getrapt en/of
- ( toen die [benadeelde partij 1] van angst en paniek gilde en schreeuwde) tegen die [benadeelde partij 1]
geroepen/geschreeuwd: “Houd je bek vijf, houd je bek vijf’ en/of
- die [benadeelde partij 1] meermalen, althans eenmaal, (met kracht) met een hand/vuist, waarin door
een van de overvallers een pistool/revolver, althans een daarop gelijkend voorwerp, werd
vastgehouden, in/op het gezicht, althans op/tegen het hoofd heeft/hebben geslagen en/of
ten aanzien van [benadeelde partij 2]
- aan die [benadeelde partij 2] een pistool/revolver, althans een daarop gelijkend voorwerp,
heeft/hebben getoond/voorgehouden en/of voornoemd pistool/revolver op die [benadeelde partij 2]
gericht (gehouden) en/of
- ( daarbij) tegen die [benadeelde partij 2] heeft gezegd: “Sst, sst, sst” en/of
- vervolgens tegen die [benadeelde partij 2] heeft/hebben geroepen: “Go, go” en/of
- ( door) die [benadeelde partij 2] naar de kluis in de badkamer (op de begane grond) hebben/zijn
geleid/gedirigeerd en/of
- tegen die [benadeelde partij 2] heeft/hebben geroepen/geschreeuwd: ‘Open it” en/of
- die [benadeelde partij 2] meermalen, althans eenmaal, (met kracht) met een pan (die op het fornuis
stond) op/in het gezicht, althans op/tegen het hoofd heeft/hebben geslagen en/of
ten aanzien van [benadeelde partij 3]
- een pistool/revolver, althans een daarop gelijkend voorwerp, aan die [benadeelde partij 3]
heeft/hebben getoond/voorgehouden en/of op die [benadeelde partij 3] heeft/hebben gericht
(gehouden) en/of
- die [benadeelde partij 3] in de ontstane worsteling/confrontatie meermalen, althans eenmaal, in de
arm heeft/hebben gebeten en/of die [benadeelde partij 3] anderszins letsel heeft/hebben toegebracht
aan de (rechter)hand en/of het gezicht, althans het hoofd, en/of de knie(ën), althans de/het
be(e)n(en) terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
welk strafbaar feit hij, verdachte, in of omstreeks de periode van 27 mei 2015 tot en met 17
juni 2015 te Ede, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen
opzettelijk heeft uitgelokt door giften en/of beloften en/of door het verschaffen van
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen, immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn
mededader:
- [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer andere mededader(s)
benaderd/gevraagd om voornoemd strafbaar feit te plegen en/of
- via een (whatsapp-)berichten aan [medeverdachte 2] laten weten dat
* hij geld voor hem heeft (‘1 got u something for 30 racks’) dat in een kluis ligt (‘Inna safe’)
bij een vrouw (‘One lady’) en/of
* hij een chauffeur (‘driver’) en gereedschap (‘tools’) heeft geregeld/zal regelen om de
overval (‘Robbery’) te plegen
* hij geld, levensmiddelen (waaronder voedsel en rookwaar) en onderdak in het vooruitzicht
heeft gesteld en er aldus voor gezorgd dat [medeverdachte 2], die in [land] woont, naar
Nederland is gereisd en/of
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer andere mededader(s) het adres gegeven
van de woning aan de [adres] en/of
- met [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer andere mededader(s) besproken
wanneer de diefstal/overval zou plaatsvinden en/of
- zich voorzien van gezichtsbedekking/maskers en/of een scooter en deze ter beschikking
gesteld aan [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer andere mededader(s);
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling leidt dat:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2], in elk geval andere personen dan verdachte
op of omstreeks 17 juni 2015 te Ede tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen, ter uitvoering van het door hen voorgenomen misdrijf om met het oogmerk
van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (gelegen aan de [adres]) weg te
nemen een hoeveelheid geld en/of enig(e) ander(e) goed(eren) van zijn/hun gading, in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1] (e.v. [betrokkene 1]) en/of
[betrokkene 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2]
en/of verdachte en/of zijn mededaders,
welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 3],
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededaders hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
- geheel in het zwart gekleed en met een capuchon op en/of een zwarte sjaal voor het/hun
gezicht(en), althans met bedekt gelaat, voornoemde woning is/zijn binnengedrongen en/of
ten aanzien van [benadeelde partij 1]
- die [benadeelde partij 1] (die op de bank in de woonkamer lag te slapen) bij de keel heeft/hebben
Gegrepen/vastgepakt en/of
- aan die [benadeelde partij 1] een taser hebben getoond/voorgehouden en/of laten horen (de taser
maakte een knetterend geluid) en/of
- ( daarbij) tegen die [benadeelde partij 1] heeft/hebben gezegd: ‘Meewerken, meewerken” en/of
- de in werking zijnde/ingeschakelde taser meermalen, althans eenmaal, (op een of meerdere
plaatsen) tegen het lichaam van die [benadeelde partij 1] heeft/hebben gehouden en/of
- die [benadeelde partij 1] meermalen, althans eenmaal, op/tegen het lichaam heeft/hebben gestompt
en/of geschopt/getrapt en/of
- ( toen die [benadeelde partij 1] van angst en paniek gilde en schreeuwde) tegen die [benadeelde partij 1]
geroepen/geschreeuwd: “Houd je bek wijf houd je bek wijf en/of
- die [benadeelde partij 1] meermalen, althans eenmaal, (met kracht) met een hand/vuist, waarin door
een van de overvallers een pistool/revolver, althans een daarop gelijkend voorwerp, werd
vastgehouden, in/op het gezicht, althans op/tegen het hoofd heeft/hebben geslagen en/of
ten aanzien van [benadeelde partij 2]
- aan die [benadeelde partij 2] een pistool/revolver, althans een daarop gelijkend voorwerp,
heeft/hebben getoond/voorgehouden en/of voornoemd pistool/revolver op die [benadeelde partij 2]
gericht (gehouden) en/of
- ( daarbij) tegen die [benadeelde partij 2] heeft gezegd: “Sst, sst, sst” en/of
- vervolgens tegen die [benadeelde partij 2] heeft/hebben geroepen: “Go, go” en/of
- ( door) die [benadeelde partij 2] naar de kluis in de badkamer (op de begane grond) hebben/zijn
geleid/gedirigeerd en/of
- tegen die [benadeelde partij 2] heeft/hebben geroepen/geschreeuwd: “Open it’ en/of
- die [benadeelde partij 2] meermalen, althans eenmaal, (met kracht) met een pan (die op het fornuis
stond) op/in het gezicht, althans op/tegen het hoofd heeft/hebben geslagen en/of
ten aanzien van [benadeelde partij 3]
- een pistool/revolver, althans een daarop gelijkend voorwerp, aan die [benadeelde partij 3]
heeft/hebben getoond/voorgehouden en/of op die [benadeelde partij 3] heeft/hebben gericht
(gehouden) en/of
- die [benadeelde partij 3] in de ontstane worsteling/confrontatie meermalen, althans eenmaal, in de
arm heeft/hebben gebeten en/of die [benadeelde partij 3] anderszins letsel heeft/hebben toegebracht
aan de (rechter)hand en/of het gezicht, althans het hoofd, en/of de knie(ën), althans de/het
be(e)n(en) terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte, in of omstreeks de periode van 27 mei
2015 tot en met 17 juni 2015 te Ede, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een
ander of anderen opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of
opzettelijk behulpzaam is geweest, immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader:
- [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer andere mededader(s)
benaderd/gevraagd om voornoemd strafbaar feit te plegen en/of
- via een (whatsapp-)berichten aan [medeverdachte 2] laten weten dat
* hij geld voor hem heeft (‘1 got u something for 30 racks’) dat in een kluis ligt (‘Inna safe’)
bij een vrouw (‘One lady’) en/of
* hij een chauffeur (‘driver’) en gereedschap (‘tools’) heeft geregeld/zal regelen om de
overval (‘Robbery’) te plegen
* hij geld, levensmiddelen (waaronder voedsel en rookwaar) en onderdak in het vooruitzicht
heeft gesteld
en er aldus voor gezorgd dat [medeverdachte 2], die in [land] woont, naar Nederland is
gereisd en/of
- [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer andere mededader(s) het adres gegeven
van de woning aan de [adres] en/of
- met [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer andere mededader(s) besproken
wanneer de diefstal/overval zou plaatsvinden en/of
- zich voorzien van gezichtsbedekking/rnaskers en/of een scooter en deze ter beschikking
gesteld aan [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer andere medeader(s).

Overweging met betrekking tot het bewijs

De feiten
Met de rechtbank wordt op grond van de bewijsmiddelen [1] het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 17 juni 2015 zijn twee personen de woning gelegen aan de [adres] binnengedrongen, gewapend met een pistool en een taser. Deze personen hebben geweld
gebruikt tegen de drie in de woning aanwezige personen, [benadeelde partij 1], [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3], waardoor deze personen letsel hebben opgelopen. Dat het geweld ernstig is geweest en is uitgeoefend zoals in de tenlastelegging is opgenomen, blijkt uit de aangiften [2] en letselverklaringen [3] zoals die zich in het dossier bevinden. [benadeelde partij 2] is met één van de daders naar de in de woning aanwezige kluis gelopen. Die dader heeft hem onder meer toegeroepen: “Open it”. [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2]) heeft bekend één van de twee daders te zijn geweest, namelijk de dader met de donkerkleurige huid en het pistool. [4] Achteraf is gebleken dat uit de woning geen goederen zijn weggenomen
. [5]
Het standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft aangevoerd dat het primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard. Volgens hem heeft de rechtbank verdachte terecht veroordeeld voor het medeplegen van de overval, nu verdachte samen met een medeverdachte feitelijk de gehele overval hebben geregeld inclusief benodigdheden. De advocaat-generaal stelt dat de rechtbank hem ten onrechte heeft vrijgesproken van het gepleegde geweld tijdens de overval. Het opzet van verdachte zag – minst genomen in voorwaardelijke zin - wel degelijk op het gebruik van geweld.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat niet met zekerheid kan worden gezegd dat haar cliënt: 1) inderdaad de gebruiker was van het betreffende telefoonnummer en 2) dat haar cliënt - mocht worden vastgesteld dat hij de gebruiker was van het telefoonnummer – de betreffende berichten ook daadwerkelijk zelf heeft gestuurd. Het is volgens de raadsvrouw op basis van het dossier mogelijk dat een andere persoon deze berichten heeft gestuurd; het dossier sluit dit in ieder geval niet uit.
De raadsvrouw heeft verzocht kritisch te kijken naar de stemherkenningen. Van een volkomen neutrale stemherkenning is volgens de raadsvrouw geen sprake geweest. Bovendien zijn de bevindingen met betrekking tot de stemherkenning onvoldoende onderbouwd, terwijl de verbalisanten die de conclusie hebben getrokken dat het de stem van cliënt zou zijn, geen deskundigen zijn op dat gebeid. Er is dan ook alle reden in deze zaak om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de stemherkenningen. En twijfel is voldoende om tot het oordeel de komen dat deze stemherkenningen niet voor het bewijs mogen worden gebezigd. De vermeende stemherkenningen worden niet ondersteund door overige bewijsmiddelen. Hier geldt het bewijsminimum van artikel 342 lid 2 Sv.
De raadsvrouw heeft voorts aangevoerd dat het dossier geen andere bewijsmiddelen bevat waaruit de betrokkenheid van haar cliënt bij de aan hem ten laste gelegde feiten kan worden afgeleid. De raadsvrouw heeft gepleit voor integrale vrijspraak.
Oordeel van het hof
Het hof verenigt zich met de weergave van de bewijsmiddelen en de bewijsoverwegingen van de rechtbank, zoals hierna cursief weergegeven:
Vast staat dat er op 17 juni 2015 een overval heeft plaatsgevonden in de woning aan [adres], waarbij niets is buitgemaakt. De vraag die de rechtbank dient te
beantwoorden is of verdachte een rol heeft gespeeld bij deze overval en zo ja, welke rol dit
dan is. Uit het dossier kan in ieder geval niet worden afgeleid dat verdachte zelf in de woning is geweest bij de overval.
Telefoonnummer verdachte en [medeverdachte 3]
In het dossier bevinden zich diverse uitgewerkte WhatsApp(tekst)gesprekken en ingesproken WhatsAppberichten. Deze WhatsAppgesprekken vonden onder meer plaats met het telefoonnummer [telefoonnummer 1]. Bij zijn aanhouding op 18 augustus 2015 had de medeverdachte [medeverdachte 3] een telefoon bij zich met dit nummer [6] . Ook bevindt zich in het dossier een screenshot van de WhatsAppcontactenlijst van de telefoon van [betrokkene 2]. In dat screenshot staat het nummer [telefoonnummer 1] bij de naam van medeverdachte [medeverdachte 3]. [7] De rechtbank concludeert dan ook dat het telefoonnummer [telefoonnummer 1] het nummer van medeverdachte [medeverdachte 3] is en hij gebruik maakte van zijn telefoon.
In het dossier bevinden zich voorts WhatsAppgesprekken tussen medeverdachte [medeverdachte 3] en een persoon met telefoonnummer [telefoonnummer 2]. In een ander politieonderzoek, genaamd Carpincho, is gebleken dat de gebruiker van dit nummer zichzelf [ naam 1] noemt en ook wordt aangesproken met [ naam 1] en ‘[naam 2]’. De politie weet dat [naam 2] de bijnaam is van verdachte. Verdachte had bij zijn aanhouding op 22 februari 2015 ook een telefoon bij zich. Op het IMEI-nummer van deze telefoon is een IMEI-tap aangesloten. Dit IMEI-nummer is vervolgens gekoppeld aan het telefoonnummer [telefoonnummer 2]. [8] Op 13 juni 2015 stuurt de gebruiker van dat nummer een bericht aan verdachte met de tekst “Ik kan niet halen toch. Ik heb die enkel band toch“ [9] . De politie heeft bij de jeugdreclassering geverifieerd dat verdachte van 8 mei tot 10 juli 2015 een enkelband droeg. [10] De rechtbank concludeert op basis van al deze feiten dan ook dat het nummer [telefoonnummer 2] het telefoonnummer is van de verdachte en hij degene is die de telefoon gebruikt.
Het voorgaande wordt bevestigd door de over en weer ingesproken WhatsApp(voice)berichten tussen de medeverdachte [medeverdachte 3] en verdachte. De stemmen van zowel verdachte als [medeverdachte 3] in deze gesproken WhatsAppberichten worden herkend door verbalisanten [verbalisant 1], [verbalisant 2] en [verbalisant 3]. [11] De rechtbank verwerpt in dat kader ook het verweer van de raadsman van verdachte dat de stemherkenningen van deze verbalisanten onbetrouwbaar zijn. De rechtbank heeft op basis van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen vastgesteld dat de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 2], verdachte was. Het is de ‘inspreker’ met dat nummer op de Whatsapp van [medeverdachte 3] die is herkend als zijnde de stem van verdachte. Ook zonder stemherkenning ligt het voor de hand dat het verdachte is geweest die, gebruikmakend van dat telefoonnummer, berichten op de Whatsapp van [medeverdachte 3] inspreekt. De echtbank wijst om deze reden ook de verzoeken tot nader onderzoek van de raadsman af.
[medeverdachte 2]
De medeverdachte [medeverdachte 3] heeft WhatsAppgesprekken gevoerd met ene ‘[naam 3]’. [medeverdachte 2] heeft bij de politie verklaard dat zijn bijnaam ‘[naam 3]’ is. [12] Het telefoonnummer van degene in het dossier die ‘[naam 3]’ wordt genoemd is [telefoonnummer 3]. [13] De rechtbank stelt yast dat dit nummer in gebruik was bij [medeverdachte 2]. [medeverdachte 2] is woonachtig in [woonplaats medeverdachte 2]. [14]
In WhatsAppgesprekken van 27 mei 2015 tussen medeverdachte [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] is het volgende opgenomen:
(…)
[medeverdachte 3]: I got u something for 30 racks
A save
it’s a pretty easy job
[medeverdachte 2]: What do you mean by you ‘ve got something for 30racks a save?
What is it bro
[medeverdachte 3] Robbery
One lady
Has 30 racks
Inna safe
[medeverdachte 2]: Okay is it in her house
[medeverdachte 3] Yea but i have a driver
And tools
Everything is settled
[medeverdachte 2]: Ok’ I’m coming over to you this weekend hopefully
[medeverdachte 3] Ai bruh
Cant u come onfriday
[medeverdachte 2]: Ima try
[medeverdachte 3]
It has to be friday man
Otherwise i let someone else do it before its gone
(…)” [15]
Hieruit concludeert de rechtbank dat de medeverdachte [medeverdachte 2] voorstelt om een overval (‘robbery’) te plegen, waarbij hij alles al geregeld heeft. [medeverdachte 3] dringt er op aan dat
[medeverdachte 2] dit weekend komt, omdat hij anders iemand anders de overval zal laten
plegen voordat ‘het’ weg is. Later in de conversatie geeft [medeverdachte 2] [medeverdachte 3] zijn
bankrekeningnummer, zodat [medeverdachte 3] geld over kan maken voor de reis en wordt gesproken over een plek waar [medeverdachte 2] kan verblijven. [16] [medeverdachte 3] geeft op 10 juni 2015 aan dat hij voor eten, rookwaar en alle andere dingen zal zorgen. [17] [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] hebben meerdere malen contact over de (plannen voor de) reis vanuit [land] naar Nederland. [18]
Tussen medeverdachte [medeverdachte 3] en verdachte is vervolgens verschillende keren WhatsAppcontact. Verdacht spreekt op 10 juni 2015 bij [medeverdachte 3] een bericht in waarin hij vraagt “Jakka is die boykie uit [land] al gekomen of niet. Is die al in Nederland”, waarop [medeverdachte 3] antwoordt “Hij komt hij komt man vrijdag daarom, (…)”. [19] Op 16 juni 2015 stuurt [medeverdachte 3] een WhatsAppbericht aan verdachte waarin hij schrijft “Ik ben met die kil uit [land] toch”. [20] De rechtbank stelt op grond daarvan vast dat het hierbij gaat over [medeverdachte 2]. Dit blijkt ook uit de WhatsApptekstberichten waarbij tussen verdachte en [medeverdachte 3] gesproken wordt over de datum en het tijdstip waarop [medeverdachte 2] in Nederland aankomt en de vertraging die [medeverdachte 2] oploopt bij de reis. [21] Als [medeverdachte 3] op 15 juni 2015 geen contact meer met [medeverdachte 2] kan krijgen, geeft hij bovengenoemd telefoonnummer van [medeverdachte 2] aan verdachte, zodat verdchte hem zelf kan bellen. [22] De rechtbank trekt uit deze WhatsAppberichten dan ook de conclusie dat verdachte wist dat [medeverdachte 2] naar Nederland zou komen.
Scooter
De twee daders die in de woning zijn geweest, zijn gevlucht. Kort na de overval is een
melding gedaan door de [getuige]. Hij was met zijn hond aan het wandelen in het bos
aan de [weg] en trof een scooter aan met een nog warme uitlaat. [23] [medeverdachte 2] verklaart bij de politie dat hij is gekomen met de scooter die in het bos is aangetroffen. [24] Een getuige heeft verklaard dat hij rond het tijdstip van de overval twee jongens op een scooter ziet, een donkere jongen als bestuurder en een blanke jongen achterop. [25] De aangetroffen scooter is door de politie in beslag genomen en bemonsterd. Op deze scooter is op de gashandel rechts DNA aangetroffen van [medeverdachte 2] en op de greep linksachter het DNA-profiel van de medeverdachte [medeverdachte 3]. [26]
In de WhatsAppberichten (tekst) tussen verdachte en [medeverdachte 3] wordt de dag voor de overval, op 16 juni 2015, gesproken over een scooter of ”scoobie”:
“(…)
[medeverdachte 3]:
Ben met die kil uit [land] toch
[medeverdachte 3]: vandaag gaan we bewegen man doe tranqi
(…)
[verdachte]: Ik zit gewoon osso
[medeverdachte 3]: Saff kan ik die scoobie bij jou stalleren meh.
zeg is van mij
Ik kom vnv ophale
[verdachte]. Neee man
Kan niett
Mijn vader
Is niet down
(...)
[medeverdachte 3]: Ik moet die scoobie stalla man
Shii
[verdachte]: Hoezoo
We gaan ermee werken
(...)
[medeverdachte 3]: Ja snap ik
Maar is alles ready
Heb je materiaal
(…)
Ga die scooobie noet bewegen
Tank laag” [27]
Ook de dag na de overval (18 juni 2015 rond 17:30 uur) wordt er tussen verdachte en [medeverdachte 3]
over een scooter gesproken:
(...)
[medeverdachte 3]. Moet joi nijfo nog 5 donnie oasen voor die kk scooter
Maar die ga jij of serran ma paiso kil
[verdachte]: Watte
[medeverdachte 3]: Had hem al 50 gegeven
Ma hij wou er 100 voor
Nu die ding is weg
[verdachte]: Waarom
Ten eerste
Doe je dingen achter mijn rug
Je zou die ding door pushen zei je
[medeverdachte 3]: Jaaa
[verdachte]: Eindstandje kan die ding niet door pushen
Moet ik hem die 5 donnie geven
[medeverdachte 3]: wat edoel je papi ik ben geen kk idioot man die scoobie was nodig toch je lie em
mij zelfs oohalen
(...)“
De rechtbank concludeert uit deze berichten dat het in deze conversaties tussen verdachte en [medeverdachte 3] gaat om de bij de overval gebruikte scooter. Immers, [medeverdachte 3] wilde de scooter de dag voor de overval bij verdachte stallen, maar verdachte houdt dat af omdat er mee ‘gewerkt gaat worden.’ En dat snapt [medeverdachte 3]. Verder blijkt uit deze gesprekken dat [medeverdachte 3] degene is
die de scooter heeft geregeld en opgehaald, op instigatie van verdachte “Je liet hem mij zelfs ophalen.“ Dit wordt ook bevestigd door het DNA-spoor van [medeverdachte 3] op de scooter.
Bovendien komt uit de conversatie naar voren dat na de overval de scooter weg is “Nu die
ding is weg. “Dit correspondeert met het gegeven dat de scooter door de politie in beslag is
genomen.
Overval
Uit diverse WhatsAppberichten valt ook af te leiden dat verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 3] gesprekken hebben over een overval:
12 juni 2015:
(…)
[verdachte]: regel morgen offe

3 maskers

(…)
[medeverdachte 3]: Ja saff spreek jou morge komt goed
13 juni 2015:
“(…)
[verdachte]: heb je maskers
Gehaald
[medeverdachte 3]: Welou
Ben bezig
[verdachte]: Eeaa haal
Snel die boys komen zo
[medeverdachte 3]: Doe kk rustig
Moet ik alles fixe zeker
[verdachte]: Broer
Ik heb mask
Nodig
Ik kan niet halen toch
Ik heb enkelband toch
(...)
[medeverdachte 3]:
moet ik die puta nog observeren?
(…)
[verdachte]: Zulke stacks gaan we innen [hierbij hoort een foto met stapel geld] [28]
(...)
16 juni 2015:
(…)
[verdachte]: Broer
Jij belt mjj midde nacht
Je zegt je gaat komen
Va daag gaat gewerkt worden
Eindstandje je weet niet eens waardie oss is
Wanneer die moet
Gaan
Er
is geen matraait
Mohiem dus
Kom na mij
Dan ik jou vertellen hoe en wat het gaat lopen
[medeverdachte 3]: Ja Saf
(…)” [29]
De volgende gesproken chatberichten zijn aangetroffen tussen verdachte en de
Medeverdachte [medeverdachte 3]:
10 juni 2015:
Berichtenchat 26633
[verdachte]:
Hij wou morgen beat. Hij heeft hoe heet dat. Hij wil die ding gaan checken nzo. Jeweet
toch. Hij wou kijken wat is paping (fon) enzo. Die ding. Maar ik heb nu ook andere twee
boys die zijn ook ready om die shit te doen toch eh
(...)
Berichtenchat 26635
[verdachte]
En je weet eh nu deze tijd is een beetje fucked up broer eh. Moeten gewoon die boys aan het werk zetten enne gewoon zitten en verdienen toch. Dat is toch wel de bedoeling was ook die planning toch
(...)
Berichtenchat 26637
[medeverdachte 3]:
Ja dat is goed dat is goed zo alleen effen denken man. Wat nog meer wat nog meer wat nog
meer. Jaje weet toch die boy uit eh London die komt gegarandeerd gegarandeerd. Vrijdag
dus die ding wordt gegarandeerd dit weekend ja voordat je het weet dus zeg nu boys, maak
niet uit wlke twee op die eh andere osso stuurt. Maar zeg die boys dat eh je weet toch. Zeg
maar gewoon dat het zaterdag gaat gebeuren klaar.
(...)
Berichtenchat 26639
[medeverdachte 3]:
Broer, die van hun maakt niet uit. Geef hun die adres. Jij weet waar die osso is. Stuur hun
daar naar toe. Eh Zeg datje hun nog een tijd gaat doorgeven en datje eerst eh voordat zij
daar naar toe gaan, observanten heb. Die effentjes een ehm melding geven. Wanneer het
moet gebeuren. Eh die heb je eigenlijk niet die observanten, alleen vertel dat hun gewoon
zodat zij zeg maar zeker zijn snapje.
Dan laatje hun gewoon knallen wanneer het ons het beste uit komt.
(…) [30]
De rechtbank leidt uit deze berichten het volgende af. Verdachte en [medeverdachte 3] hebben het vanaf
een paar dagen voor de overval over het door [medeverdachte 3] ‘regelen’ of ‘halen’ van ‘maskers’,
een veelgebruikt attribuut bij overvallen. Ook bij deze overval hadden de daders hun gezicht
bedekt. [31] Daarnaast spreekt verdachte over veel geld dat door hen verdiend gaat worden: ‘zulke stacks gaan we innen.” Verder spreken verdachte en [medeverdachte 3] in de ingesproken berichten een week voor de overval in verhulde termen over de overval, te weten: ‘die ding’ of ‘die shit.’ Verdachte spreekt over “twee andere boys die ready zijn om die ding te doen.” In het gesproken bericht met nummer 26637 van 10 juni 2015 legt [medeverdachte 3] vervolgens zelfde link tussen ‘die ding’ en de (te plegen) overval door [medeverdachte 2]. Immers, bij spreekt in “Ja je weet toch die boy uit eh [land] die komt gegarandeerd gegarandeerd. Vrijdag dus die ding wordt gegarandeerd dit weekend (…)”. [32] Met ‘die ding’ wordt door [medeverdachte 3] zelf dus in ieder geval de door [medeverdachte 2] te plegen overval bedoeld. Vast staat verder dat [medeverdachte 2] samen met een ander de overval een week later ook daadwerkelijk heeft gepleegd.
Ook de bijdrage van verdachte en de rolverdeling tussen hem en medeverdachte [medeverdachte 3] kan de rechtbank afleiden uit de hierboven genoemde WhatsAppgesprekken. Verdachte wist als eerste waar de woning was en wanneer de overval plaats zou moeten vinden ‘je weet niet eens waar die oss is Wanneer die moet Gaan,” zo bericht verdachte aan [medeverdachte 3] op 16 juni 2015, de dag voor de overval. Maar verdachte ging het [medeverdachte 3] vervolgens wel vertellen: “Kom na mij Dan ik jou vertellen hoe en wat het gaat lopen.“ [medeverdachte 3] zelf ging hier eerder in de week ook van uit: “Geef hun die adres. Jij weet waar die osso is. Stuur hun daar naar toe. “ Verdachte zelf had ook mensen geregeld die de overval wilden plegen: “Maar ik heb nu ook andere twee boys die zijn ook ready om die shit te doen toch eh“. [medeverdachte 3] op zijn beurt had [medeverdachte 2] al gevraagd om de overval te plegen. Voor het overige stelt de rechtbank uit de hierboven geciteerde WhatsAppgesprekken vast dat het [medeverdachte 3] en verdachte zijn geweest die de bedoeling hadden om anderen de overval te laten plegen. Naast het
hiervoor al besprokene blijkt dit uit het feit dat verdachte tegen [medeverdachte 3] spreekt over “boys aan het werk zetten (...) en verdienen” en [medeverdachte 3] op zijn beurt tegen verdachte spreekt over “Stuur hun daar naar toe(...) Dan laat je hun gewoon knallen wanneer het ons het beste uit komt” en “maak niet uit wlke twee op die eb andere osso stuurt. (...) Zeg maar gewoon dat het zaterdag gaat gebeuren klaar.” De rechtbank concludeert uit dit alles dan ook dat verdachte en [medeverdachte 3] de overval hebben gepland die door anderen zou moeten worden uitgevoerd.
Overval op [adres]
Namens verdachte is de stelling ingenomen dat nergens uit opgemaakt kan worden dat de Whatsappgesprekken zien op een woning aan de [adres]. De rechtbank citeert uit de volgende aangetroffen gesproken chatberichten tussen verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 3] van 10 juni 2015:
Berichtenchat 26639
“[medeverdachte 3]
Broer, die van hun maakt niet uit. Geef hun die adres. Jij weet waar die osso is. Stuur hun
daar naar toe. Eh Zeg dat je hun nog een tijd gaat doorgeven en dat je eerst eh voordat zij
daar naar toe gaan, observanten heb. Die effentjes een ehm melding geven. Wanneer het
moet gebeuren. Eh die heb je eigenlijk niet die observanten, alleen vertel dat hun gewoon
zodat zij zeg maar zeker zijn snap je.
Dan laatje hun gewoon knallen wanneer het ons het beste uit komt.
Dan doen wij dat eh ietsjes daarna en wij hebben één iemand daarzo in eh cafe toch. Die een beetje op die man let enzo. En dan eh kunnen wij, niggers, het werk doen. Ik ga rustig daarin het cafe een biertje drinken met eh met de eigenaar. Je weet zelf die dingen gaan goed komen. Geen stress.
(…)” [33]
In het dossier bevindt zich voorts het volgende WhatsAppbericht tussen verdachte en [medeverdachte 3] van 18 juni 2015:
“(…)
[medeverdachte 3]: Kjfesh man jij laat mij echt stressen
[verdachte]: Waarom
Enige die kk fout is geweest is die mannetje van jou
Hij laat zich daar smakken (…)” [34]
Uit dit gesprek waarin wordt gesproken over ‘de eigenaar van het café’ maakt de rechtbank op dat het gaat om de overval op de [adres], waarbij de hoofdbewoner immers een café
heeft. Ook het gesprek de dag na de overval, waarbij wordt gezegd dat iemand fout is geweest en ‘het mannetje van jou zich daar laat smakken’ ziet volgens de rechtbank op de
overval op de [adres]. [medeverdachte 2] kan immers worden gezien als het mannetje van
de medeverdachte [medeverdachte 3], omdat hij geregeld heeft dat [medeverdachte 2] naar Nederland is gekomen voor de overval. Bovendien is [medeverdachte 2] door [benadeelde partij 1 en 2] in de woning stevig aangepakt. [35]
Buit
De rechtbank stelt vast dat in het dossier tussen verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 3] wordt gesproken over een mogelijke buit en het feit dat verdachte en [medeverdachte 3] daarin zullen delen. De rechtbank verwijst daarvoor allereerst naar het hiervoor geciteerde bericht van verdachte aan [medeverdachte 3] van 13 juni 2015 “Zulke stacks gaan we innen” en de bijbehorende foto van een stapel geld. Ook bericht verdachte aan [medeverdachte 3] op 10 juni 2015 het volgende via een ingesproken bericht:
“(…)
Berichtenchat 26638
[verdachte]:
Ja maar eh luister broer. Ik moet eh dingen weten snap je. Ik moet weten hoe laat is die
gekanger (fon) back van die ding. Snap je. Wat is eh gelijk die shit kunnen claimen enzo
toch snap je” [36]
Ook met anderen spreekt medeverdachte [medeverdachte 3] via WhatsApp over de buit en dat hij daarin zou delen. Op 18 juni 2015 heeft [medeverdachte 3] een WhatsAppgesprek met een telefoonnummer dat in
gebruik is bij [medeverdachte 4]. [medeverdachte 4] denkt dat ‘[naam 3]’ ([medeverdachte 2]) de buit bij zich
heeft gehouden zonder daarover iets tegen anderen te zeggen:
´(…)
[medeverdachte 4]: ik zie rare dingen online.staan.man
Dat er wel.geld is gepat
Gepakt
Heb die [naam 3] bij ze ballen gedaan fso
[medeverdachte 3]: tuurlijk niet
Faka man
Doe normaal
[medeverdachte 4]: Ewa lees die kkartikelen gek
[medeverdachte 3]:
Wolla ik ben al kk ziek in me hoofd man geen zin in deze shit
Niet via app man en dats soiso onzin want die boy gaat mij echt niet flashe
(...)
Jaa saff ik ben benieuwd wanneer ik is een keer money ga zien wat deze acties make me ekki kk heet” [37]
In het WhatsAppgesprek van 18 juni 2015 tussen verdachte en [medeverdachte 3] wordt vervolgens gesproken over ‘2 ton’ die weg is:
´(…)
[medeverdachte 3]: ik kan alles zelf oolossen
Tfoe ale
Word kk para broer e weet niet
[verdachte]: Jaa
Ik word ook para

2 ton

Gone (…) [38]
Medeplegen
Op grond van al het voorgaande kan het volgende worden geconcludeerd. Verdachte
En [medeverdachte 3] hebben voorafgaand gesproken over het plegen van een overval, waarbij de rollen
zijn verdeeld. [medeverdachte 3] heeft ervoor gezorgd dat [medeverdachte 2] naar Nederland zou komen en heeft de scooter geregeld waarmee [medeverdachte 2] en de tweede dader na de overval zijn gevlucht. Verdachte heeft het adres van de woning doorgegeven en heeft voor
een tweede persoon gezorgd die de overval mee wilde gaan plegen. Uit het dossier blijkt
naar het oordeel van de rechtbank ook dat zowel verdachte als [medeverdachte 3] zouden delen in de
buit van de overval. Op grond van voornoemde feiten en omstandigheden is de rechtbank
van oordeel dat verdachte een voldoende wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan de overval zodat zijn handelen kan worden gekwalificeerd als medeplegen.”
Het hof verenigt zich met de overwegingen van de rechtbank en kwalificeert het handelen van verdachte als medeplegen.
Opzet op (bedreiging met) geweld
De rechtbank heeft verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde (dreigen met) geweld. De rechtbank was van oordeel dat uit het dossier niet valt op te maken dat verdachte wist dan wel rekening had moeten houden met het geweld dat is uitgeoefend door de overvallers in de woning.
Naast de door rechtbank gebezigde, in het voorgaande opgenomen, bewijsmiddelen heeft het hof acht geslagen op de whatsappgesprekken die zijn gevoegd bij het proces-verbaal van bevindingen
Relevante whatsappgesprekken [medeverdachte 3] - anderen, gedateerd 21 juli 2016. Uit die whatsappgesprekken volgt dat verdachte op 13 juni 2015 iemand zowel om een
strepvraagt als om
bullits.
Bullitslaat zich vertalen als ‘kogels’, terwijl een
strepvolgens verbalisant, verwijzend naar het Engelse woord
strap, een vuurwapen aanduidt. [39]
Daarnaast heeft het hof het gedrag en de uitrusting van de overvallers en de communicatie vooraf over de uitvoering van de overval in zijn oordeel betrokken. Men is vrijwel direct na binnenkomst op zoek gegaan naar de kluis, wat blijkens de appgesprekken, ook het doel van de overval was. De overvallers hadden geen gereedschap bij zich om de kluis te openen, maar wel een taser, een gas-alarmpistool en tie-wraps. Voorts is van belang dat de overval aan het einde van de middag dan wel het begin van de avond rond 18:00 uur plaatsvond.
Uit het samenstel van deze bewijsmiddelen stelt het hof vast dat verdachte voorafgaand aan de overval op de woning wist van het mogelijk gebruik van geweld of het mogelijk dreigen met geweld door (een van) de overvallers. Daaruit leidt het hof af dat verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat geweld zou worden gebruikt of dat met gebruik van geweld zou worden gedreigd.
Het hof komt aldus, anders dan de rechtbank, ook tot het bewijs van dit onderdeel van de tenlastelegging.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
primair
hij op
of omstreeks17 juni 2015 te Ede tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte en
/ofzijn mededader
(s
)voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (gelegen aan [adres]) weg te nemen
-een hoeveelheid geld en of enig(e) ander(e) goede(eren) van
zijn/hun gading
, in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [benadeelde partij 1] (e.v. [betrokkene 1])en/of [betrokkene 1],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld
en/of gevolgdvan geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen [benadeelde partij 1] en
/of[benadeelde partij 2] en
/of[benadeelde partij 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld hierin bestond dat
-
verdachte en/ofzijn mededader
(s
) geheelin het zwart gekleed en met een capuchon op en
/of een zwarte sjaal voor het/hun gezicht(en), althansmet bedekt gelaat, voornoemde woning
is/zijn binnengedrongen en
/of
ten aanzien van [benadeelde partij 1]
-
verdachte en/ofzijn mededader
(s)die [benadeelde partij 1] (die op de bank in de woonkamer lag te slapen) bij de keel heeft
/hebbengegrepen
/vastgepakten
/ofaan die [benadeelde partij 1] een taser
hebbengetoond
/voorgehoudenen
/oflaten horen (de taser maakte een knetterend geluid) en
/of
-
verdachte en/ofzijn mededader
(s)(daarbij) tegen die [benadeelde partij 1] heeft
/hebbengezegd: "Meewerken, meewerken" en
/of
-
verdachte en/ofzijn mededader
(s)de in werking zijnde
/ingeschakeldetaser meermalen,
althans eenmaal, (op een of meerdere plaatsen)tegen het lichaam van die [benadeelde partij 1] heeft
/hebbengehouden en
/of
-
verdachte en/ofzijn mededader
(s)die [benadeelde partij 1] meermalen,
althans eenmaal, op/tegen het lichaam heeft
/hebbengestompt en
/ofgeschopt/getrapt en
/of
-
verdachte en/ofzijn mededader
(s)(toen die [benadeelde partij 1] van angst en paniek gilde en schreeuwde) tegen die [benadeelde partij 1]
geroepen/geschreeuwd: "Houdt je bek wijf, houdt je bek wijf" en
/of
-
verdachte en/ofzijn mededader
(s)die [benadeelde partij 1]
meermalen, althanseenmaal, (met kracht) met een
hand/vuist,
waarin door verdachte en/of zijn mededader(s) een pistool/revolver, althans een daarop gelijkend voorwerp, werd vastgehouden,in
/ophet gezicht
, althans op/tegen het hoofdheeft
/hebbengeslagen en
/of
ten aanzien van [benadeelde partij 2]
-
verdachte en/ofzijn mededader
(s)aan die [benadeelde partij 2] een pistool
/revolver, althans een daarop gelijkend voorwerp, heeft
/hebbengetoond
/voorgehoudenen
/ofvoornoemd pistool
/revolverop die J. Romeijn gericht (gehouden) en
/of
-
verdachte en/ofzijn mededader
(s)(daarbij) tegen die [benadeelde partij 2] heeft gezegd: "Sst, sst, sst" en
/of
-
verdachte en/ofzijn mededader
(s)vervolgens tegen die [benadeelde partij 2] heeft
/hebbengeroepen: "Go, go" en
/of
-
verdachte en/ofzijn mededader
(s) (door)die [benadeelde partij 2] naar de kluis in de badkamer(op de begane grond) heeft
hebben/zijn geleid/gedirigeerd en
/of
-
verdachte en/ofzijn mededader
(s)tegen die [benadeelde partij 2] heeft
/hebbengeroepen/geschreeuwd: "Open it" en/
of
-
verdachte en/ofzijn mededader
(s)die [benadeelde partij 2]
meermalen, althanseenmaal, (met kracht) met een pan (die op het fornuis stond)
op/in het gezicht,
althans op/tegen het hoofdheeft
/hebbengeslagen en
/of
ten aanzien van [benadeelde partij 3]
-
verdachte en/ofzijn mededader
(s)een pistool
/revolver, althans een daarop gelijkend voorwerp, aan die [benadeelde partij 3] heeft
/hebbengetoond
/voorgehoudenen
/ofop die [benadeelde partij 3] heeft
/hebbengericht
(gehouden)en
/of
-
verdachte en/ofzijn mededader
(s)die [benadeelde partij 3] in de ontstane worsteling
/confrontatie meermalen, althans eenmaal,in de arm heeft
/hebbengebeten en
/ofdie [benadeelde partij 3] anderszins letsel heeft
/hebbentoegebracht aan de
(rechter
)hand en
/ofhet gezicht,
althans het hoofd, en
/ofde knie
(ën
), althans de/het be(e)n(en)
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het primair bewezenverklaarde levert op:
poging tot diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

Toepassing van het adolescentenstrafrecht
De advocaat-generaal heeft gevorderd tot toepassing van het volwassenenstrafrecht.
De raadsvrouw van verdachte heeft gepleit tot toepassing van het jeugdstrafrecht. Het is de hoofdregel om het jeugdstrafrecht toe te passen bij minderjarigen. Slechts bij grote uitzondering mag hiervan worden afgeweken. De raadsvrouw heeft aangevoerd dat in de persoonlijkheid van haar cliënt onvoldoende aanleiding is om een uitzondering op de hoofdregel -dat een minderjarige volgens het jeugdstrafrecht wordt berecht- te rechtvaardigen.
Het hof overweegt als volgt.
Het uitgangspunt bij minderjarigen is vervolging op basis van het jeugdstrafrecht. Slechts vanwege beperkte redenen mag hiervan op grond van artikel 77b van het Wetboek van Strafrecht worden afgeweken: vanwege de ernst van het feit, de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het feit is begaan daartoe aanleiding geven.
Het hof ziet geen enkele aanleiding om af te wijken van de hoofdregel en zal het jeugdstrafrecht toepassen.
Strafmaat
De advocaat-generaal heeft gevorderd tot oplegging van een gevangenisstraf van 30 maanden met aftrek van voorarrest waarvan 24 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht. De advocaat-generaal heeft voorts gevorderd tot oplegging van een taakstraf van 240 uren subsidiair 120 dagen hechtenis.
De raadsvrouw heeft gewezen op schending van de redelijke termijn. De raadsvrouw heeft voorts aangegeven dat haar cliënt een bedrijf heeft en zijn leven verder op orde heeft.
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Het hof heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen -en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een deels onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van de hierna aan te geven duur leiden- dat verdachte samen met medeverdachten in de vroege avond een gewapende overval op een woning heeft gepleegd. Op dat moment waren er drie personen aanwezig in de woning; de vrouw des huizes en haar twee zonen. Bij de overval is onder meer met een vuurwapen en een taser gedreigd en is bovendien grof geweld gebruikt waardoor alle drie de slachtoffers letsel hebben opgelopen. Bij het vrouwelijke slachtoffer zijn zelfs meerdere tanden uit haar mond geslagen.
Dergelijk handelen zorgt voor gevoelens van onveiligheid in de samenleving in zijn algemeenheid. De ervaring leert dat de direct betrokkenen nog lange tijd last kunnen hebben van psychische klachten. Ze zijn overvallen op de plek waar zij zich bij uitstek veilig moeten voelen namelijk in hun eigen huis. Het hof houdt bovendien rekening met de cruciale rol die verdachte heeft gespeeld in het geheel. Hij is een van de personen geweest die de overval heeft gepland en mensen heeft geregeld. Gelet op het bovenstaande zou oplegging van onder meer een jeugddetentie van 18 maanden waarvan 10 maanden voorwaardelijk passend en geboden zijn. Het hof houdt echter ook rekening met de overschrijding van de redelijke termijn en zal daarom de jeugddetentie met twee maanden verminderen. Gelet op het bovenstaande komt het hof tot oplegging van een (deels voorwaardelijke) jeugddetentie en een taakstraf van na te melden duur.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 11.530,40. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van € 362,46, zijnde de proceskosten, bestaande uit verlof uren en reis-en parkeerkosten.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 6.252,82. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van € 150,88 zijnde de proceskosten, bestaande uit verlof uren.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 6.981,25. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van € 147,98 zijnde de proceskosten, bestaande uit verlof uren.
Beoordeling vorderingen
De advocaat-generaal heeft gevorderd tot toewijzing van de vorderingen.
De raadsvrouw heeft gepleit tot afwijzing van de vorderingen en subsidiair de vorderingen niet-ontvankelijk te verklaren.
Wat betreft de verlofuren en de reis- en verblijfkosten voor het bijwonen van de zittingen merkt het hof op dat deze niet aan te merken zijn als schade die rechtstreeks is geleden door het strafbare feit, zoals bedoeld in artikel 51f, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv), maar onder proceskosten in de zin van artikel 532 Sv dienen te worden geschaard. Voor zover de benadeelde partijen deze kosten (ook) heeft willen opvoeren als proceskosten overweegt het hof het volgende.
Vooropgesteld wordt dat volgens de Hoge Raad een redelijke wetsuitleg van artikel 592a Sv (thans artikel 532 Sv) meebrengt dat bij de begroting van de (proces)kosten dezelfde maatstaf wordt gehanteerd als in civiele procedures (vgl. o.a. ECLI:NL:HR:2019:87). Die maatstaf wordt in civiele procedures ontleend aan de artikelen 237 en volgende van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
Op grond van artikel 238, eerste en tweede lid, Rv komen reis-, verlet- en verblijfkosten van de partij die aanspraak heeft op proceskostenvergoeding alleen voor vergoeding in aanmerking indien in persoon mag worden geprocedeerd en ook daadwerkelijk in persoon wordt geprocedeerd. Het hof stelt vast dat in de onderhavige voegingsprocedure de benadeelde partijen met behulp van een gemachtigde heeft geprocedeerd, die ook ter terechtzitting zowel in eerste aanleg als in hoger beroep, de vordering heeft toegelicht. De gevorderde kosten die verband houden met het bijwonen van de zittingen komen dan ook niet voor vergoeding in aanmerking. Het hof zal de vorderingen dan ook afwijzen.

Vordering tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de kinderrechter in de rechtbank te Gelderland van 13 maart 2015 opgelegde voorwaardelijke jeugddetentie, parketnummer 05-840705-14. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Daarom kan de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast.
Op grond van hetgeen omtrent de veroordeelde ter terechtzitting is gebleken, zal het hof in plaats van een last tot tenuitvoerlegging van deze vrijheidsstraf een taakstraf van te melden duur gelasten.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 45, 63, 77a, 77g, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77gg en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het primair bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit een
werkstrafvoor de duur van
200 (tweehonderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
100 (honderd) dagen jeugddetentie.
Veroordeelt de verdachte tot jeugddetentie voor de duur van
16 (zestien) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de jeugddetentie, groot
10 (tien) maanden,niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
`
Heft op het -inmiddels geschorste- bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte voornoemd.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]

Wijst de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding af.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3]

Wijst de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding af.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]

Wijst de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding af.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Gelast in plaats van de gedeeltelijke tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Gelderland van 13 maart 2015 met parketnummer 05-840705-14, te weten een jeugddetentie van 3 weken voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, een
taakstrafbestaande uit een
werkstrafvoor de duur van
40 (veertig) uren, bij gebreke van het naar behoren verrichten te vervangen door
20 (twintig) dagenjeugddetentie.
Aldus gewezen door
mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter,
mr. H.M.E. Tebbenhoff Rijnenberg en mr. M.J. Vos, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. W.C.S. Huijbers, griffier,
en op 14 juni 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 14 juni 2022.
Tegenwoordig:
mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter,
mr. R. Zwarts, advocaat-generaal,
mr. S.H. Diepeveen, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten P.A.D. Zomer en P.G. Temming van de politie Oost Nederland, district Gelderland Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2015293521, gesloten op 18 juli 2016 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het proces-verbaal van aangifte J.C. De Gunst-Romeijn, gedateerd 19 juni 2015, p. 61 e.v., het proces-verbaal van verhoor getuige J. Romeijn gedateerd 17 juni 2015, p. 71 e.v., het proces-verbaal van verhoor getuige H.J. Romeijn, gedateerd 17 juni 2015, p. 74 e.v.
3.De geneeskundige verklaring-letselbeschrijving gedateerd 19 juni 2015 p. 199 e.v., de geneeskundige verklaring-letselbeschrijving gedateerd 19 juni 2015, p. 236 e.v., de geneeskundige verklaring-letselbeschrijving gedateerd 19 juni 2015, p. 264 e.v.
4.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte J.M.S. Richard-Boyce, gedateerd 23 juni 2017, welke als bijlage is gevoegd achter het proces-verbaal van bevindingen m.b.t. aanvullend onderzoek contra de verdachten S. Sariusta, I. Atibi, J.A. Foru en J.M.S. Richard-Boyce gedateerd 8 september 2017
5.Het proces-verbaal van bevindingen, gedateerd 23 juli 2015, p. 430.
6.Het proces-verbaal van bevindingen, gedateerd 26 augustus 2015, p. 464 e.v.
7.Het proces-verbaal van bevindingen, gedateerd 30 maart 2015, p. 485 met als bijlage een schermafdruk op p.495.
8.Het proces-verbaal identiteit, gedateerd 9 april 2015, p. 473 e.v.
9.Het proces-verbaal van bevindingen, gedateerd 25 april 2016, p. 535 e.v. met als bijlage WhatsApp
10.Het proces-verbaal van bevindingen, gedateerd 19 november 2015, p. 527.
11.Het proces-verbaal van bevindingen, gedateerd 23 september 2015, p. 520 e.v.
12.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte J.M.S. Richards-Boyce, p. 65 e.v. in het aanvullend
13.Het proces-verbaal van bevindingen, gedateerd 24 augustus 2016, p. 121 e.v. in het aanvullend proces-verbaal van bevindingen, gedateerd 5 oktober 2016 (door de griffier genummerd).
14.Het proces-verbaal van bevindingen, gedateerd 24 augustus 2016, p. 121 e.v. in het aanvullend proces-verbaal van bevindingen, gedateerd 5 oktober 2016 (door de griffier genummerd).
15.Het proces-verbaal van bevindingen, gedateerd 21 april 2016, p. 566 e.v. met als bijlage WhatsApp
16.Het proces-verbaal van bevindingen, gedateerd 21 april 2016, p. 566 e.v. met als bijlage
17.Het proces-verbaal van bevindingen, gedateerd 21 april 2016, p. 566 e.v. met als bijlage
18.Onder andere op 29 mei 20l5, 4 juni 2015, 10 juni 2015, 11 juni 2015, I2 juni 2015 en 14 juni 2015; het proces-verbaal van bevindingen, gedateerd 21 april 2016, p. 566 e.v. met als bijlage WhatsApp gesprekken op p. 571- 577.
19.Het proces-verbaal van bevindingen, gedateerd 2 december2016, p. 12 in het aanvullend proces-verbaal van bevindingen, gedateerd 2 december2016 (door de griffier genummerd).
20.Het proces-verbaal van bevindingen, gedateerd 25 april 2016, p. 535 e.v. met als bijlage
21.Onder andere op 13 juni 2015 en 15 juni 2015; het proces-verbaal van bevindingen, gedateerd 25 april 20I6,p. 535 e.v. met als bijlage WhatsAppgesprekken op p. 539 en 542.
22.Het proces-verbaal van bevindingen, gedateerd 25 april 2016, p. 535 e.v. met als bijlage
23.Het proces-verbaal van bevindingen van 21 juni 2015, p. 389-390.
24.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte J.M.S. Richards-Boyce, p. 65 e.v. in het aanvullend
25.Het proces-verbaal van verhoor getuige JA. Zweekhorst van 2 september 2015, p. 528-529.
26.Het rapport Nederlands forensisch Instituut van 28 juli 2016, zoals opgenomen in het aanvullend
27.Het proces-verbaal van bevindingen, gedateerd 25 april 2016, p. 535 e.v. met als bijlage WhatsApp
28.Het proces-verbaal van bevindingen, gedateerd 26 augustus 2015, p. 464, bijlage p. 470.
29.Het proces-verbaal van bevindingen, gedateerd 25 april 2016, p. 535 e.v. met als bijlage
30.Het proces-verbaal van bevindingen, gedateerd 2 december 2016, p.13-15 in het aanvullend proces-
31.Het proces-verbaal van aangifte J.C. de Gunst-Romeijn, p. 61 e.v.
32.Richards-Boyce zou uiteindelijk pas op zondagavond 14 juni 2015 in Nederland aankomen. Hij had de bus naar Nederland gemist, zo blijkt uit een Whatsappgesprek met verdachte. Proces-verbaal van bevindingen, gedateerd 21 april 2016, p. 566 e.v. met als bijlage WhatsApp gesprekken opp. 575.
33.Het proces-verbaal van bevindingen, gedateerd 2 december 2016, p.l5 in het aanvullend proces-verbaal van bevindingen, gedateerd 2 december 2016 (door de griffier genummerd).
34.Het proces-verbaal van bevindingen, gedateerd 25 april 2016, p. 535 met WhatsAppberichten vanaf p. 553 e.v.
35.Het proces-verbaal van verhoor van getuige J. Romeijn, p. 71 e.v. en het proces-verbaal van getuige H.J. Romeijn, p. 74 e.v.
36.Het proces-verbaal van bevindingen, gedateerd 2 december 2016, p.l4 in het aanvullend proces-verbaal van bevindingen, gedateerd 2 december 2016 (door de griffier genummerd).
37.Het proces-verbaal van bevindingen, gedateerd 25 april, 2016, p. 587 met WhatsAppberichten vanaf p. 580 e.v.
38.Het proces-verbaal van bevindingen, gedateerd 25 april 2016, p. 535 met Whats appberichten vanaf p. 556 e.v.
39.Bij proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot aanvullend onderzoek contra de verdachten S. Sariustra, I Atibi en J.A. Foru, gedateerd 5 oktober 2016 als bijlage 7 gevoegde Proces-verbaal van bevindingen relevante Whatsappgesprekken J. Foru-Anderen, gedateerd 21 juli 2017.