In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 juni 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de benoeming van een mentor en bewindvoerder voor [de zoon], die lijdt aan een zeldzame chromosoomafwijking en autisme. De moeder, verzoekster in hoger beroep, had eerder verzocht om [de zoon] onder curatele te stellen en haarzelf tot curator te benoemen. De kantonrechter had in een eerdere beschikking op 24 november 2021 [naam1] benoemd tot bewindvoerder en mentor. De moeder ging tegen deze beslissing in beroep.
Tijdens de mondelinge behandeling op 7 juni 2022 werd duidelijk dat de moeder intensief betrokken is bij de verzorging van [de zoon] en dat zij goed op de hoogte is van zijn behoeften. De vader, die ook als belanghebbende was aangemerkt, verzet zich tegen de benoeming van de moeder tot bewindvoerder, maar heeft geen bezwaar tegen haar benoeming tot mentor. Het hof oordeelde dat de noodzaak voor het instellen van bewind en mentorschap niet in geschil is, maar dat de keuze van de bewindvoerder wel ter discussie staat.
Het hof heeft overwogen dat, gezien de verstoorde verstandhouding tussen de ouders, het in het belang van [de zoon] is om een neutrale partij als bewindvoerder aan te stellen. Daarom heeft het hof de eerdere beschikking vernietigd voor zover het de benoeming van [naam1] tot mentor betreft en de moeder benoemd tot mentor, terwijl de benoeming van [naam1] als bewindvoerder is bekrachtigd. De beslissing is genomen met het oog op het welzijn van [de zoon] en om conflicten tussen de ouders te voorkomen.