In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gaat het om een zorgregeling en een dwangsom tussen de ouders van twee minderjarigen, [de minderjarige1] en [de minderjarige2]. De ouders, hierna aangeduid als de moeder en de vader, zijn gescheiden en hebben gezamenlijk gezag over hun kinderen. De moeder heeft in hoger beroep een beperktere zorgregeling aangevraagd, terwijl de vader een ruimere regeling wenst. De rechtbank Midden-Nederland had eerder een zorgregeling vastgesteld, maar beide ouders zijn in hoger beroep gegaan tegen deze beschikking. De vader heeft sinds 2016 geen contact meer met de kinderen, en de rechtbank had een tijdelijke zorgregeling vastgesteld die niet werd nageleefd. Tijdens de mondelinge behandeling heeft het hof vastgesteld dat de huidige zorgregeling niet wordt nageleefd en dat de kinderen zich verzetten tegen uitbreiding van het contact met de vader. Het hof heeft besloten de huidige zorgregeling van een zondag per twee weken van 10:00 tot 19:00 uur bij de vader vast te stellen, maar heeft de verzoeken van beide ouders om de regeling uit te breiden of te beperken afgewezen. Het hof benadrukt dat de moeder de kinderen moet stimuleren om contact met de vader te hebben en dat uitbreiding van de zorgregeling in onderling overleg tussen de ouders moet plaatsvinden. De dwangsom die door de rechtbank was opgelegd, blijft in stand als prikkel voor de moeder om de zorgregeling na te leven. De proceskosten in hoger beroep worden gecompenseerd, aangezien het om een familiekwestie gaat.