ECLI:NL:GHARL:2022:5543
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Tussenbeschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake gezamenlijk gezag, erkenning en contactregeling van minderjarigen met onzekere verblijfsstatus
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 30 juni 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verzoeken van een vader om gezamenlijk gezag over zijn kinderen, vervangende toestemming voor erkenning en een contactregeling. De vader, die in het Verenigd Koninkrijk woont, had eerder bij de rechtbank Midden-Nederland verzocht om deze zaken, maar zijn verzoeken waren afgewezen. Het hof bekrachtigde de afwijzing van het verzoek om gezamenlijk gezag, omdat er geen communicatie tussen de ouders mogelijk is en de vader onvoldoende op de hoogte is van de situatie van de kinderen. De kinderen hebben hun gewone verblijfplaats in Nederland en de Nederlandse rechter is bevoegd om van de verzoeken kennis te nemen. Het hof heeft de beslissing over de erkenning en de contactregeling aangehouden, in afwachting van duidelijkheid over de verblijfsstatus van de kinderen, die onzeker is. De vrouw, de moeder van de kinderen, heeft verweer gevoerd tegen de verzoeken van de man, onder andere omdat de kinderen geen contact met de man willen en hun emotionele ontwikkeling in het gedrang kan komen. Het hof heeft de vrouw aangespoord om contact met de man te bevorderen, maar heeft de verdere beslissingen aangehouden tot er meer duidelijkheid is over de verblijfsvergunning van de vrouw en de kinderen.