ECLI:NL:GHARL:2022:7035

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
9 augustus 2022
Publicatiedatum
10 augustus 2022
Zaaknummer
21/00564
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake naheffingsaanslag BPM en verzuimboete

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, die het beroep tegen een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM) ongegrond heeft verklaard. De naheffingsaanslag van € 24.849 was opgelegd na de aankoop van een Ford Mustang GT door belanghebbende van een Amerikaanse militair. De Inspecteur had de naheffingsaanslag verminderd tot € 5.771 en de verzuimboete van € 2.484 vernietigd. Belanghebbende betwistte de hoogte van de BPM en stelde dat er onvoldoende rekening was gehouden met waardevermindering door schade en een waardecorrectie wegens parallelimport van buiten de EU. Het Hof oordeelde dat belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat er meer schade was dan de Inspecteur had erkend en dat de tabel voor waardecorrectie te algemeen was om in dit specifieke geval te kunnen worden toegepast. Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN

locatie Arnhem
nummer BK-ARN 21/00564
uitspraakdatum: 9 augustus 2022
Uitspraak van de elfde enkelvoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[belanghebbende]te
[woonplaats](hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 april 2021, nummer AWB 19/6104, in het geding tussen belanghebbende en
de
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Doetinchem(hierna: de Inspecteur)

1.Ontstaan en loop van het geding

1.1.
Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: BPM) opgelegd ten bedrage van € 24.849. Bij gelijktijdig gegeven beschikking is een verzuimboete opgelegd ten bedrage van € 2.484.
1.2.
De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de naheffingsaanslag verminderd tot € 5.771 en de verzuimboete vernietigd. Daarbij is een kostenvergoeding toegekend.
1.3.
Belanghebbende is tegen de uitspraak op het bezwaar tegen de naheffingsaanslag in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
1.4.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
1.5.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 juni 2022. Daarbij zijn verschenen en gehoord mr. S.M. Bothof, als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede [naam1] en [naam2] namens de Inspecteur. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2.Vaststaande feiten

2.1.
Belanghebbende heeft op 21 december 2017 via een veiling een gebruikte Ford Mustang GT 5.0 V8 (hierna: de auto) gekocht van een in Nederland gestationeerde Amerikaanse militair die een VN-vrijstelling genoot (hierna: de verkoper).
2.2.
De auto (datum eerste toelating 28 februari 2016) is afkomstig uit de Verenigde Staten. Eerste registratie van het voertuig in het Nederlandse kentekenregister heeft plaatsgevonden op 14 december 2016, waarbij het kenteken [kenteken] is afgegeven. Diezelfde dag is de registratie beëindigd. Volgens RDW-gegevens was de status van de auto vanaf die datum tot 17 augustus 2018 “buiten openbare weg”.
2.3.
In verband met de verkoop van de auto aan belanghebbende heeft de verkoper douanerechten en omzetbelasting betaald.
2.4.
Belanghebbende heeft de auto op 19 maart 2018 door de RDW laten keuren, omdat de auto geen Europese typegoedkeuring heeft. De auto is toen op de volgende punten afgekeurd:
  • Geluidsniveau hoger dan toegestaan (passeergeluid 23 dB te hoog)
  • Mistlicht ontbreekt (mistachterlicht met E-keur (min 25 cm hoog) + schakelaar met markering en controlelampje aanbrengen, schakelen over verlichting)
  • Richtingaanwijzers ontbreken (RAW zijscherm L + R aanbrengen)
  • Verlichting/retroreflectie (richtingaanwijzers in motorkap verwijderen)
  • Ruiten/veiligheidsruiten (zijruiten voorzien van folie / band voorruit verwijderen)
  • Banden (voor + achter versleten)
  • Verlichting glas gerepareerd, bewerkt of beschadigd (beplakt achter + zijmarkering)
  • Spiegels/voorziening voor indirect zicht (linker spiegel onvoldoende zicht)
  • Maximumconstructiesnelheid/anti-opvoer maatregelen (snelheidsbegrenzer verwijderen)
  • Uitlaatsysteem ondeugdelijk bevestigd (achterdemper links)
2.5.
Op 2 mei 2018 heeft belanghebbende de auto opnieuw laten keuren door de RDW. Wederom is de auto afgekeurd, nu op de volgende punten:
  • Geluidsniveau hoger dan toegestaan (passeergeluid 5 dB te hoog)
  • Spiegels/voorziening voor indirect zicht (linker spiegel onvoldoende zicht)
  • Mistlicht ontbreekt (onderkant mistachterlicht min 25 cm hoog met sticker)
  • Richtingaanwijzers ontbreken (RAW zijscherm L + R aanbrengen categorie 5)
2.6.
Op 17 juli 2018 heeft de RDW de auto goedgekeurd, nadat bovenstaande punten waren verholpen.
2.7.
Met het oog op de registratie van de auto in het Nederlandse kentekenregister heeft belanghebbende op 13 augustus 2018 aangifte BPM gedaan. Voor de berekening van de verschuldigde BPM is de auto getaxeerd door [naam3] van [naam4] . In het daarvan opgemaakte taxatierapport van 2 augustus 2018 (hierna: het taxatierapport) is de handelsinkoopwaarde van de auto in onbeschadigde staat op basis van een koerslijst (XRAY marge) bepaald op € 32.795. Hierop is vervolgens een bedrag van (€ 7.719 -/- € 300 =) € 7.419 aan schade in mindering gebracht (dat is inclusief de kosten van vervanging van het Amerikaanse radio/audiosysteem), alsmede een bedrag van € 2.500 als waardecorrectie vanwege parallelimport van buiten de Europese Unie. Volgens de aangifte is, uitgaande van de aldus op € 22.876 getaxeerde handelsinkoopwaarde, een bedrag van € 15.177 aan BPM verschuldigd, welk bedrag op aangifte is voldaan.
2.8.
Domeinen Roerende Zaken (hierna: DRZ) heeft onderzoek verricht naar de getrouwheid van de taxatie van de auto. De fysieke schouw heeft plaatsgevonden op 6 september 2018. In het daarvan op 7 september 2019 opgemaakte verslag, ondertekend door [naam5] , (hierna: het DRZ-rapport) is vermeld dat volgens eigen expertise van DRZ de handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat € 69.140 bedraagt. Voor de waardebepaling is de handelsinkoopwaarde van de auto in onbeschadigde staat echter aan de hand van een koerslijst (XRAY marge) bepaald op € 32.803. Hierop is vervolgens een bedrag van € 1.218 (81% van € 1.508) aan waardevermindering wegens schade in mindering gebracht, resulterend in een handelsinkoopwaarde van € 31.585. Aan schade is in aanmerking genomen: kosten van vervanging van het radio/audiosysteem, het opbergvak en (het ontbreken van) de afdekking van de spiegelbehuizing links en rechts (spiegelkappen).
2.9.
Naar aanleiding van de bevindingen in het DRZ-rapport is aan belanghebbende een naheffingsaanslag opgelegd. Bij het opleggen van de naheffingsaanslag is uitgegaan van een handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat van € 69.140 (volgens eigen expertise DRZ) waarop overeenkomstig het DRZ-rapport een waardevermindering wegens schade van € 1.218 in mindering is gebracht, wat heeft geleid tot een op € 67.922 becijferde handelsinkoopwaarde. Aangezien forfaitaire afschrijving zou leiden tot een lagere BPM, is die methode toegepast resulterend in een bedrag van € 40.026 aan verschuldigde BPM. Dit heeft geleid tot een naheffing van (€ 40.026 -/- € 15.177 =) € 24.849. Tevens is een verzuimboete van € 2.484 opgelegd.
2.10.
Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur de naheffingsaanslag verminderd. De Inspecteur heeft daarbij de handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat van belanghebbende gevolgd (€ 32.795), waarop een waardevermindering wegens schade van € 1.218 in mindering is gebracht. Daarvan uitgaande heeft de Inspecteur de verschuldigde BPM berekend op € 20.948. De nageheven BPM is aldus verminderd tot (€ 20.948 -/- € 15.177 =) € 5.771. De boetebeschikking is vernietigd.
2.11.
De Rechtbank heeft het beroep tegen de uitspraak op het bezwaar tegen de naheffingsaanslag ongegrond verklaard. De Rechtbank heeft geoordeeld dat belanghebbende, tegenover de gemotiveerde betwisting door de Inspecteur, niet aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van meer dan normale gebruiksschade, anders dan de schade waarmee al rekening is gehouden. Volgens de Rechtbank kan dit, zonder aanvullend bewijs, niet uit de foto’s bij het taxatierapport en de foto’s bij het DRZ-rapport worden opgemaakt.

3.Geschil

3.1.
In geschil is of:
  • voldoende rekening is gehouden met een waardevermindering als gevolg van schade;
  • een waardecorrectie wegens parellelimport van buiten de Europese Unie in aanmerking moet worden genomen.
3.2.
Belanghebbende beantwoordt de eerste vraag ontkennend en de tweede vraag bevestigend. De Inspecteur is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.

4.Beoordeling van het geschil

Waardevermindering als gevolg van schade
4.1.
Niet in geschil is dat de auto een gebruikte personenauto is met schade (opbergvak en spiegelkappen) en dat van die schade, naast de kosten van vervanging van het Amerikaanse radio/audiosysteem, een waardevermindering uitgaat. Van die waardeverminderende (schade)posten wordt zowel in het taxatierapport van belanghebbende als in het DRZ-rapport van de Inspecteur uitgegaan.
4.2.
Naar het oordeel van het Hof heeft belanghebbende, op wie tegenover de gemotiveerde betwisting door de Inspecteur de bewijslast rust, niet aannemelijk gemaakt dat een hogere waardevermindering wegens schade (inclusief vervangingskosten van het Amerikaanse radio/audiosysteem) in aanmerking moet worden genomen dan de Inspecteur reeds in aanmerking heeft genomen.
4.3.
De verwijzing van belanghebbende naar de lijst met tekortkomingen die bij (her)keuring door de RDW aan het licht zijn gekomen, gaat niet op. Belanghebbende heeft de auto met het oog op het doen van aangifte laten taxeren na herstel van die tekortkomingen en verkregen goedkeuring door de RDW. Zo volgt uit de foto’s bij het taxatierapport dat de banden (volgens belanghebbende slicks, bestemd voor gebruik op een circuit) toen reeds vervangen waren door nieuwe straat legale exemplaren (Pirelli P Zero’s; zie de door belanghebbende overgelegde aankoopnota’s), zodat daarvan geen waardevermindering uitgaat. Voor zover de kosten daarvan, zoals belanghebbende stelt, zijn begrepen in de post ‘afl. klaarmaken voormalige circuit auto’ in het taxatierapport (€ 650 bijkomende kosten + € 336 arbeidsloon), is dat derhalve ten onrechte. Voor zover de kosten van vervanging van de uitlaat hierin eveneens zijn begrepen, geldt daarvoor hetzelfde. De kosten van vervanging ervan worden derhalve terecht niet langer geclaimd. Met een aanpassing van het klimaatsysteem is in het taxatierapport overigens geen rekening gehouden. Uit de foto’s bij het taxatierapport volgt dat de buitentemperatuur op het beeldscherm wordt aangegeven in graden Celsius en niet in graden Fahrenheit. Het Hof gaat ervan uit dat dit ook geldt voor het klimaatsysteem, zodat dit verder geen aanpassing (meer) behoefde ten tijde van de taxatie en hiervan ook geen waardevermindering uitgaat.
4.4.
Uit de foto’s bij het taxatierapport en het DRZ-rapport volgt evenmin dat voor wat betreft het lakwerk en de carrosserie sprake is van meer dan normale gebruikssporen, passend bij leeftijd en kilometerstand van de auto. Dat het circuitverleden van de auto heeft geleid tot schade aan de auto, is ook overigens niet gebleken.
4.5.
Ten slotte heeft belanghebbende niet aannemelijk gemaakt dat van de in aanmerking te nemen (schade)posten een hogere waardevermindering uitgaat dan het bedrag van € 1.218, waarmee in het DRZ-rapport en door de Inspecteur rekening is gehouden (81% van € 1.508).
Waardecorrectie wegens parallelimport van buiten de Europese Unie
4.6.
De waardecorrectie waarop belanghebbende zich in dit verband beroept, is in het taxatierapport aan de hand van ‘Tabel 1 - IMPORT WAARDECORRECTIE TABEL’ van de Federatie Taxateurs Makelaars Veilinghouders in roerende zaken (hierna: de tabel TMV) bepaald op een bedrag van € 2.500 (5% van de consumentenprijs van € 30.001 tot € 40.000). Ter toelichting hierop is vermeld dat het een voertuig betreft van buiten de Europese Unie (zonder Europese typegoedkeuring) en daarom sprake is van een individuele keuring door de RDW. Ter zitting van het Hof heeft belanghebbende nader toegelicht dat, omdat het een incourant Amerikaans voertuig betreft, onderhoud en reparaties moeilijk door Nederlandse dealers kunnen worden uitgevoerd, omdat zij niet beschikken over de juiste voertuigsoftware en allerlei stekkers en elektrische aansluitingen simpelweg niet overeenkomen.
4.7.
De Inspecteur heeft een gemotiveerd weersproken dat aanleiding bestaat voor een waardecorrectie wegens parallelimport van buiten de Europese Unie.
4.8.
Naar het oordeel van het Hof heeft belanghebbende niet aannemelijk gemaakt dat rekening moet worden gehouden met een waardecorrectie wegens parallelimport van de auto van buiten de Europese Unie. De tabel TMV acht het Hof te algemeen van aard en opzet om in dit geval, waar het gaat om een voertuig van het exclusieve soort, te kunnen dienen ter onderbouwing van de bepleite waardecorrectie. Overigens is niet aannemelijk gemaakt dat voor een dergelijke waardecorrectie aanleiding bestaat. De omstandigheid dat de auto vanwege Amerikaanse specificaties mogelijk niet bij reguliere Ford-dealers in Nederland in onderhoud kan worden gegeven, neemt niet weg dat meerdere autobedrijven in Nederland zich in dit merk en type hebben gespecialiseerd. Zo heeft belanghebbende zich voor het verhelpen van de door de RDW geconstateerde afkeurpunten gewend tot Mustang Center Almere. Ook overigens is niet gebleken dat de Amerikaanse specificaties tot problemen leiden voor wat betreft onderhoud en reparaties aan de auto.
SlotsomOp grond van het vorenstaande is het hoger beroep ongegrond.

5.Griffierecht en proceskosten

Het Hof ziet geen aanleiding voor vergoeding van het griffierecht of een veroordeling in de proceskosten.

6.Beslissing

Het Hof bevestigt de uitspraak van de Rechtbank.
Deze uitspraak is gedaan door mr. V.F.R. Woeltjes, raadsheer, in tegenwoordigheid van dr. J.W.J. de Kort als griffier.
De beslissing in het openbaar uitgesproken op: 9 augustus 2022
De griffier, De raadsheer,
(J.W.J. de Kort) (V.F.R. Woeltjes)
Een afschrift van deze uitspraak is in Mijn Rechtspraak geplaatst. Indien u niet digitaal procedeert, is een afschrift aangetekend per post verzonden op 10 augustus 2022
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
Bepaalde personen die niet worden vertegenwoordigd door een gemachtigde die beroepsmatig rechtsbijstand verleent, mogen per post beroep in cassatie instellen. Dit zijn natuurlijke personen en verenigingen waarvan de statuten niet zijn opgenomen in een notariële akte. Als zij geen gebruik willen maken van digitaal procederen kunnen deze personen het beroepschrift in cassatie sturen aan
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).
Bij het instellen van beroep in cassatie moet het volgende in acht worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak gevoegd;
2 - ( alleen bij procederen op papier) het beroepschrift moet ondertekend zijn;
3 - het beroepschrift moet ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. de dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
d. de gronden van het beroep in cassatie.
Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad. In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.