ECLI:NL:GHARL:2022:7824

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
18 augustus 2022
Publicatiedatum
13 september 2022
Zaaknummer
P22/161
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de beslissing tot verpleging van overheidswege van een terbeschikkinggestelde met voorwaarden

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 18 augustus 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland van 26 april 2022. De rechtbank had bepaald dat de terbeschikkinggestelde van overheidswege zou worden verpleegd. Het hof heeft deze beslissing vernietigd en geoordeeld dat de terbeschikkinggestelde moet worden geplaatst in een Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) of Forensische Psychiatrische Afdeling (FPA) met voorwaarden. De terbeschikkinggestelde, die eerder was veroordeeld voor het verspreiden van kinderporno, heeft de voorwaarden van zijn terbeschikkingstelling overtreden, maar het hof oordeelt dat de omstandigheden niet rechtvaardigen dat hij van overheidswege wordt verpleegd. Het hof heeft de deskundigenrapportages van psychiater en psycholoog in overweging genomen, die een behandeling in een FPK of FPA als passend hebben beoordeeld. Het hof benadrukt het belang van naleving van de voorwaarden door de terbeschikkinggestelde en wijzigt de voorwaarden zodanig dat hij zich moet houden aan de aanwijzingen van de reclassering en moet werken aan zijn behandeling. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken en de terbeschikkinggestelde heeft verklaard bereid te zijn zich aan de nieuwe voorwaarden te houden.

Uitspraak

TBS P22/161
Beslissing van 18 augustus 2022
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
verblijvende in [verblijfplaats] ,
verder te noemen terbeschikkinggestelde.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, van 26 april 2022. Deze beslissing houdt in het bevel dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
Het hof heeft gelet op de stukken waarop de rechtbank haar beslissing heeft gebaseerd en daarnaast onder meer op:
  • het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
  • de beslissing waarvan beroep;
  • de akte van 6 mei 2022 waarbij de terbeschikkinggestelde beroep heeft ingesteld;
  • de appelschriftuur van 18 mei 2022;
  • de brief van de raadsvrouw van 11 juli 2022 met als bijlage de
pro Justitiarapportages van psychiater [psychiater] van 16 juni 2022 en van psycholoog [psycholoog] van 19 juni 2022;
  • de e-mail namens de advocaat-generaal van 4 augustus 2022;
  • de reclasseringsrapportage van 4 augustus 2022.
Het hof heeft ter zitting van 18 augustus 2022 gehoord de advocaat-generaal
mr. R.J.A. Segerink en de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman
mr. J.A.M. Kwakman, advocaat te Assen . Tevens is als deskundige gehoord:
[deskundige] , reclasseringswerker en toezichthouder.

Overwegingen:

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
De terbeschikkinggestelde heeft zich op het standpunt gesteld dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden dient te worden voortgezet. Hij erkent de voorwaarden te hebben overtreden, snapt inmiddels de noodzaak om open te zijn over zijn seksualiteit, wil graag verder met zijn behandeling en is daartoe gemotiveerd. Het maakt hem niet uit waar hij geplaatst wordt. Een omzetting naar een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege is disproportioneel en past ook niet bij de recente adviezen van de externe deskundigen. Het feit dat er geen plek voor voortzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden is gevonden, maakt niet dat omzetting dient te volgen. Mocht de vordering van de officier van justitie worden afgewezen, dan zal de terbeschikkinggestelde eerst op een crisisplek worden geplaatst en dat accepteert hij. Uiteindelijk komt hij dan hopelijk op de juiste plek terecht. Subsidiair heeft de terbeschikkinggestelde verzocht om de zaak aan te houden voor de duur van drie maanden, zodat er meer duidelijkheid kan worden verkregen over de plaatsing van de terbeschikkingstelling. Tot slot heeft de raadsvrouw verzocht om vervroegd uitspraak te doen, gelet op de verlengingszitting bij de rechtbank die gepland staat op 23 augustus 2022.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft zich op het primaire standpunt gesteld dat de zaak moet worden aangehouden, zodat de Dienst Individuele Zaken (DIZ) van het ministerie van Justitie en Veiligheid, met inachtneming van de recente pro Justitiarapportages, de mogelijkheden voor plaatsing van de terbeschikkinggestelde, het benodigde beveiligingsniveau en eventuele indicatiestelling kan onderzoeken. Ook dient Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) [locatie] opnieuw te kijken naar deze zaak, waarna de reclassering uiteindelijk opnieuw een advies kan uitbrengen. Subsidiair heeft de advocaat-generaal zich op het standpunt gesteld dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden - ondanks de adviezen van de externe deskundigen - dient te worden omgezet in een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege, omdat er geen alternatief voorhanden is. De terbeschikkinggestelde heeft zich niet aan de voorwaarden gehouden en de reclassering heeft geen plek voor de terbeschikkinggestelde kunnen vinden met de huidige indicatiestelling vanuit de werkeenheid Indicatiestelling Forensische Zorg van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (IFZ/NIFP).
Het oordeel van het hof
Het hof vernietigt de beslissing van de rechtbank, omdat het komt tot een andere beslissing op de vordering tot het alsnog geven van het bevel tot verpleging van overheidswege. Anders dan de rechtbank is het hof met de recent rapporterende, onafhankelijke psychiater en psycholoog van oordeel dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden moet worden voortgezet.
De terbeschikkinggestelde is bij vonnis van de rechtbank van 26 juli 2018 veroordeeld voor, kort gezegd, verspreiden, aanbieden, vervaardigen, verwerven en bezitten van kinderporno. Volgens de destijds geraadpleegde pro Justitiarapporteurs was ten tijde van dit indexdelict bij verdachte sprake van een pedofiele stoornis en een ongespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met vermijdende en afhankelijke trekken. De rechtbank heeft een gevangenisstraf en een terbeschikkingstelling met voorwaarden opgelegd.
Uit verschillende reclasseringsrapportages en de daarin opgenomen eindbrief van de behandelende kliniek, volgt dat de tenuitvoerlegging van deze maatregel is gestart op 24 augustus 2018. De terbeschikkinggestelde is toen opgenomen in de FPK van GGZ Drenthe in [locatie] . Hij volgt daar therapieën en hem wordt medicatie voorgeschreven met een libidoremmend effect. Hij zet kleine stappen in zijn behandeling en op 19 november 2020 wordt hij overgeplaatst naar de Forensische Psychiatrische Afdeling (FPA) van GGZ Drenthe. Hij volgt een ambulante behandeling bij Ambulante Forensische Psychiatrie Noord (AFPN). In januari 2021 wordt in de kamer van de terbeschikkinggestelde dvd’s aangetroffen met extreme porno. Dat neemt niet weg dat hij buiten de instelling mag gaan werken en meer vrijheden krijgt. Door de verdere positieve ontwikkeling mag hij vanaf april 2021 een smartphone gebruiken.
In september 2021 bespreekt de terbeschikkinggestelde met zijn regiebehandelaar dat hij via een datingsite contact heeft met een vrouw waarvan de kinderen onder voogdij staan. Hij volgt niet het advies op om deze contacten te verbreken. In oktober 2021 worden op de smartphone links aangetroffen naar extreme porno. Daarnaast heeft hij op internet gezocht naar informatie over hoe internetgeschiedenis kan worden verwijderd. Vervolgens worden in zijn kamer volle en lege verpakkingen van medicatie gevonden waaruit volgt dat hij de medicatie niet inneemt op de voorgeschreven tijden. In gesprekken hierover lijkt de terbeschikkinggestelde zijn gedrag te bagatelliseren. Gelet op het voorgaande en op ander algeheel opstandig en schimmig gedrag, besluit FPK [locatie] vervolgens de behandeling te beëindigen. De externaliserende en bagatelliserende houding van de terbeschikkinggestelde, in combinatie met een gebrek aan passende hulpvraag komt naar voren als belemmerende factor om met vertrouwen een tweede poging in de eigen divisie aan te gaan, aldus de kliniek.
De reclassering heeft vervolgens in overleg met de officier van justitie besloten te onderzoeken of de terbeschikkinggestelde elders een behandeling kan worden aangeboden. Hij is aangemeld bij IFZ/NIFP en het Forensische Plaatsingsloket (FPL) van de Dienst Justitiële Inrichtingen heeft de terbeschikkinggestelde aangemeld bij de overige twee FPK’s die een zedenbehandeling aanbieden. Deze hebben de terbeschikkinggestelde echter afgewezen. De reclassering heeft vervolgens geconcludeerd dat zij geen verdere uitvoering kan geven aan de terbeschikkingstelling met voorwaarden. Daarna heeft de officier van justitie op 28 maart 2022 de vordering gedaan de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege te verplegen.
In het kader van de verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden hebben de onafhankelijke psychiater [psychiater] en psycholoog [psycholoog] op 16 juni 2022 respectievelijk 19 juni 2022 gerapporteerd. Zij zijn het eens met de diagnose pedofilie, maar zetten vraagtekens bij de eerder aangenomen persoonlijkheidsstoornis. Zij zien aanwijzingen voor een autismespectrumstoornis. Beiden achten een recidiverisico op het kijken en verzamelen van kinderporno aanwezig. De psychiater ziet geen aanwijzingen voor een escalatiegevaar in die zin dat de terbeschikkinggestelde overgaat tot zogenoemde
hands-ondelicten. Beide deskundige achten een behandeling in een FPK of FPA (beveiligingsniveau 2) verantwoord. De psycholoog stelt expliciet dat behandeling in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC), dat wil zeggen in beveiligingsniveau 4 zoals dat in het algemeen geldt bij een verpleging van overheidswege, te hoog beveiligd is.
Deze deskundigen concluderen dat een behandeling gericht op verandering, inzicht en innerlijke groei bij de terbeschikkinggestelde niet zal werken. Zij achten een aanpak nodig volgens het handicapmodel. Dat wil zeggen een aanpak gericht op het geven van ondersteuning bij omgaan met een blijvende beperking en op het organiseren van hulp en begeleiding waardoor die beperking enigszins wordt ondervangen. De behandeling tot nu toe heeft niet volgens dit model plaatsgevonden en lijkt daarom niet goed bij de terbeschikkinggestelde te hebben aangesloten. De psycholoog vermeldt dat behandeling binnen een verpleging van overheidswege niet past bij wat er voor de terbeschikkinggestelde nodig is.
Gelet op de wijze van onderzoek, de beschreven bevindingen van [psychiater] en [psycholoog] en de door hen gegeven onderbouwing, heeft het hof geen reden te twijfelen aan hun conclusies en adviezen. Het hof zal deze conclusies en adviezen daarom als uitgangpunt nemen bij de beoordeling van de zaak.
Volgens artikel 6:6:10, eerste lid, aanhef en onder e, van het Wetboek van Strafvordering kan de rechter bevelen dat een terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd. Dat is mogelijk als een gestelde voorwaarde niet wordt nageleefd of anderszins het belang van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen dat eist. Het hof stelt vast dat de terbeschikkinggestelde de voorwaarden heeft overtreden door onvoldoende medewerking te verlenen aan het klinische traject, medicatie niet volgens voorschrift in te nemen en niet de aanwijzingen van de zorginstelling op te volgen. Daarbij is overigens niet vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde kinderpornografie heeft verzameld of daarop gericht is geweest. Het hof acht in dit geval een omzetting niet een passende reactie op deze overtreding van de voorwaarden.
Met de hiervoor aangehaalde psychiater en psycholoog is het hof van oordeel dat klinische behandeling in een instelling met een hoger beveiligingsniveau dan een FPK niet is geïndiceerd en dat opname in een FPC in het kader van een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege onnodig is en eerder contraproductief zal werken. De klinische behandeling heeft tot dusverre ook geen reden gegeven om aan te nemen dat die niet als tweede poging binnen een FPA of een FPK kan plaatsvinden, Met beide deskundigen is het hof van oordeel dat voortzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden met een klinische behandeling in een FPA of een FPK, uitgaande van het handicapmodel, als de meest adequate reactie is geïndiceerd.
In haar aanvullend rapport van 4 augustus 2022 heeft de reclassering beschreven dat zij, gelet op de recente pro Justitiarapportages, een nieuwe indicatie heeft aangevraagd bij NIFP/IFZ. Ook heeft zij contact gelegd met het Forensisch Plaatsingsloket. De deskundige van de reclassering heeft op de zitting van het hof aangevuld dat NIFP/IFZ een indicatie heeft afgegeven voor de plaatsing van de terbeschikkinggestelde in een FPK en plaatsing in een FPA niet passend acht. De deskundige heeft vervolgens onderzocht op welke FPK de terbeschikkinggestelde bij voortzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden terechtkan. Na haar contact met IFZ, DIZ, FPL, FPK [locatie] , de [locatie] , de [locatie] , de [locatie] en de [locatie] is de reclassering tot de conclusie gekomen dat er tussen nu en naar verwachting een halfjaar geen plek voor de terbeschikkinggestelde is in een FPK. Reden voor afwijzing is de ene keer gelegen in de voorgestelde behandeling vanuit het handicapmodel, de andere keer in het feit dat het indexdelict een hands-offdelict is dan weer in de constatering dat de behandeling in de FPK [locatie] is geëindigd in een vertrouwensbreuk. De reclassering had graag een nieuwe behandelpoging aangedragen. De terbeschikkinggestelde is gemotiveerd voor voortzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden, maar verdere invulling is praktisch gezien niet uitvoerbaar. Of een indicatie voor plaatsing van de terbeschikkinggestelde in een FPA zorgt voor mogelijkheden kan de reclassering niet inschatten.
Gelet op de aard van de overtreding van de voorwaarden, het verloop en de inhoud van de behandeling tot nu toe, de aard en omvang van het recidiverisico en het benodigde risicomanagement, kan dit echter geen reden zijn de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege te verplegen. De terbeschikkinggestelde dient in een FPK of FPA te worden geplaatst. De indicatiestelling van IFZ/NIFP kan daaraan niet in de weg staan. Het hof zal de voorwaarden bij de terbeschikkingstelling zodanig wijzigen dat de terbeschikkinggestelde dient te verblijven in een FPK of FPA. Ingevolge artikel 5.1, tweede lid, van de Wet forensisch zorg zal IFZ/NIFP die indicatiestelling moeten aanpassen aan de beslissing van dit hof, dus in ieder geval een FPA.
De terbeschikkinggestelde heeft ter zitting van het hof verklaard dat hij bereid is zich te houden aan deze voorwaarden. Het hof benadrukt het belang dat de terbeschikkinggestelde de voorwaarden zal naleven en dat hij uit zichzelf en tijdig openheid van zaken zal geven, zodat adequaat toezicht op hem kan worden gehouden om recidive te voorkomen. Hij heeft laten blijken het belang van openheid nu ook in te zien.
Gelet op het voorgaande acht het hof zich op basis van de aanwezige informatie voldoende voorgelicht. Het verzoek tot het door de reclassering opnieuw doen onderzoeken van de mogelijkheden voor plaatsing van de terbeschikkinggestelde wordt dan ook afgewezen. De noodzakelijkheid van dit onderzoek is niet gebleken.

Beslissing

Het hof:
Wijst afhet verzoek van de advocaat-generaal tot aanhouding van de behandeling om de mogelijkheden van plaatsing nader te onderzoeken.
Vernietigtde beslissing waarvan beroep.
Wijst afde vordering van de officier van justitie van 28 maart 2022 tot het alsnog geven van een bevel tot verpleging van overheidswege.
Wijzigtde voorwaarden die zijn gesteld bij het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, van 26 juli 2018, zodat deze als volgt komen te luiden:
De terbeschikkinggestelde maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit.
De terbeschikkinggestelde werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt in ieder geval in:
- Hij meldt zich op afspraken met de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is.
- Hij laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van de terbeschikkinggestelde vast te stellen.
- Hij houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om de terbeschikkinggestelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden.
- Hij verschaft de reclassering een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid.
- Hij werkt mee aan huisbezoeken.
- Hij geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners.
- Hij vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering.
- Hij werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met de terbeschikkinggestelde, als dat van belang is voor het toezicht.
- Hij gaat niet naar het buitenland of naar het Koninkrijk buiten Europa, zonder toestemming van het Openbaar Ministerie.
3. De terbeschikkinggestelde werkt mee aan een klinisch behandeltraject bij een FPK en/of FPA of een soortgelijke zorginstelling. De opname duurt zolang de behandelaren en/of reclassering dat nodig acht(en).
De terbeschikkinggestelde houdt zich aan de huisregels en aanwijzingen van de zorginstelling. Het innemen van medicatie kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid/beschermd wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de terbeschikkinggestelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing, en houdt hij zich aan de aanwijzingen en afspraken in het kader van het vervolgtraject.
4. De terbeschikkinggestelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
- Het seksueel getint communiceren met en/of over minderjarigen.
- Gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen.
- Gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.
De terbeschikkinggestelde bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen. Het toezicht op deze voorwaarde kan onder andere bestaan uit controles van computers en andere gegevensdragers.
5. De terbeschikkinggestelde geeft de reclassering inzage in alle leefgebieden waarvan de reclassering dat nodig acht.
6. De terbeschikkinggestelde geeft inzicht in en accepteert begeleiding waar het gaat om zijn sociale contacten en eventuele partnerrelaties. Hij geeft de reclassering en overige betrokken hulpverleners toestemming contact te onderhouden met zijn sociale contacten en mogelijke partners en werkt mee aan systeemgesprekken indien de reclassering dit geïndiceerd acht;
7. De terbeschikkinggestelde houdt zich aan afspraken die gemaakt worden met de voogdij instelling ten aanzien van het contact met zijn kinderen.
Aldus gedaan door
mr. D. Visser als voorzitter,
mr. M.E. van Wees en mr. E.A.K.G. Ruys als raadsheren,
en dr. E.M.M. Mol en drs. I. Breukel als raden,
in tegenwoordigheid van mr. M.A. Valé als griffier,
en op 18 augustus 2022 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.