Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde2] ,
1.Het verdere verloop van de procedure
2.De verdere beoordeling
Parl. Gesch. Boek 4 BW(Vastst. Wet) p. 946). Dat is hier zeker niet het geval. Er is nog een groot aantal schuldeisers van wie de vorderingen niet zijn voldaan en met wie ook geen regeling is getroffen. Dat zijn de Rabobank (hypothecaire lening en negatief saldo ervenrekening), de kinderen en kleinkinderen van erflater (zie arrest van 26 februari 2019 onder 4.1) en een vriendin van erflater.
“ [appellante] heeft zelf in het verkoop klaar maken van het huis een bedrag gestoken van € 65.841,72. Daarnaast heeft [appellante] nog voor een bedrag van € 34.639,49 kosten betaald ter zake van water, elektra, gas, WOZ-belasting etc.”Zij heeft bij de rechtbank gevorderd dat bij de verdeling (van het registergoed) ermee rekening wordt gehouden dat zij deze bedragen met een totaal van € 101.481 terugkrijgt. De rechtbank heeft deze stelling niet beoordeeld. In haar memorie van grieven vraagt [appellante] andermaal bij de verdeling de kosten die zij, in het belang van de boedel, heeft besteed aan het verkoop klaarmaken van het registergoed te verrekenen. In geen van beide stukken legt zij uit hoe de door haar genoemde bedragen tot stand zijn gekomen.
- de hypothecaire schuld aan de Rabobank Tiel;
- schulden vanwege schenkingen op papier aan de erfgenamen, kleinkinderen en een vriendin van erflater;
- een schuld vanwege het negatieve saldo op de ervenrekening;
- een schuld aan [geïntimeerde2] vanwege door haar betaalde hypotheekrente.