In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 februari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Overijssel. De verdachte is beschuldigd van dierenmishandeling, omdat hij op 17 oktober 2020 een hond heeft geschopt, wat leidde tot de dood van het dier. De verdachte voerde aan dat hij handelde uit noodzaak om de honden van elkaar te scheiden, maar het hof oordeelde dat het toegepaste geweld disproportioneel was. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een taakstraf van 30 uren, maar het hof heeft dit vonnis vernietigd en een voorwaardelijke taakstraf van 60 uren opgelegd, subsidiair 30 dagen hechtenis, met een proeftijd van 2 jaren. Het hof oordeelde dat de verdachte niet zonder redelijk doel had gehandeld, maar dat zijn reactie niet gerechtvaardigd was gezien de omstandigheden. De vordering van de benadeelde partij werd niet meer in behandeling genomen, omdat de schade onderling was geregeld. Het hof heeft de verdachte schuldig bevonden aan het tenlastegelegde en de strafoplegging gemotiveerd op basis van de ernst van de feiten en de omstandigheden van de verdachte.