In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 20 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over het ontslag van [verzoekster] als bewindvoerder van [naam1]. De kantonrechter had eerder, op 23 mei 2019, [verzoekster] ambtshalve ontslagen als bewindvoerder vanwege tekortkomingen in de uitvoering van haar taken. [verzoekster] was van mening dat het ontslag onterecht was en heeft het hof verzocht de beschikking van de kantonrechter te vernietigen. Het hof heeft de procedure in eerste aanleg en het verloop van het hoger beroep besproken, waarbij onder andere de mondelinge behandeling op 17 augustus 2022 aan bod kwam. Het hof heeft vastgesteld dat er gewichtige redenen waren voor het ontslag van [verzoekster], waaronder het niet adequaat reageren op verzoeken van de kantonrechter en het onvoldoende aanleveren van informatie. Het hof heeft alle grieven van [verzoekster] verworpen en de beschikking van de kantonrechter bekrachtigd. De kosten van het hoger beroep zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.