Uitspraak
1.[geïntimeerde1]
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
- het tussenarrest van 10 mei 2022
- het verslag (proces-verbaal) van de mondelinge behandeling die op 5 oktober 2022 is gehouden en de daarin vermelde stukken die partijen voor de zitting naar het hof hebben gestuurd
- de brief van 2 november 2022 aan de zijde van Luiken, waarin enige opmerkingen over het proces-verbaal worden gemaakt.
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
Het is een moeilijke case voor Rabobank en voor MAS. (…) Het voorstel en het uitgewerkte plan ziet er in de basis degelijk uit. Rabobank heeft toelichting gevraagd op een aantal uitgangspunten waaronder bepaling van rente bedragen in de cash flow prognose. Belangrijkste issue voor de Rabobank is de haalbaarheid van het plan in het algemeen en de omzet in het bijzonder. Track record van MAS met prognoses in het verleden is slecht. Daarom vraagt Rabobank naar de hardheid van de omzet. (…)
Op 16 augustus 2019 schrijft een van de aandeelhouders aan [geïntimeerde2] in een e-mail met als onderwerp “Re: actiepunten mbt afkoop Rabolease & financieel plan” onder meer:
Er zal echter vermeden moeten worden dat een schuldeiser (wie dan ook) plots betalingen claimt die kunnen leiden tot insolventie, want dan kan die én beslag leggen op de machines én heb ik het risico de gelden te verliezen.
De dossiers van schuldeisers van MAS liegen er niet om. (…) Er zijn geen middelen en er zijn geen orders. Momenteel zijn wij uitsluitend bezig met het in contact blijven met schuldeisers. Wij kunnen geen enkele toezegging doen, laat staan een voorstel doen. Simpelweg omdat geen enkel inzicht, laat staan zekerheid bestaat wanneer middelen beschikbaar zullen zijn.
Het verzoek om middelen is herhaaldelijk bij de aandeelhouders neergelegd. Zowel in als buiten een AVA. Daar was verdeeldheid over waardoor het voorstel nimmer tot uitvoering is gekomen. Met alle gevolgen van dien.
Daarna geeft [geïntimeerde2] een opsomming van de stand van zaken in de meest cruciale dossiers, waaronder Luiken.
Luiken heeft geen feiten en/of omstandigheden te bewijzen aangeboden die meebrengen dat het peilmoment zou moeten liggen op een datum vóór 19 februari 2018.
Beslagen
4.De conclusie
De kosten voor de procedure bij de rechtbank aan de zijde van Luiken zullen worden vastgesteld op € 3.475 aan verschotten (griffierecht) en € 5.310 aan salaris advocaat (3 punten x tarief V).
De kosten voor de procedure in hoger beroep aan de zijde van Luiken zullen worden vastgesteld op € 5.712,12 aan verschotten (griffierecht en appelexploot) en € 2.228 aan salaris advocaat (2 punten x appeltarief II). Onder die kosten vallen ook de nakosten die nodig zijn voor de betekening van de uitspraak en de wettelijke rente daarover. De rente is verschuldigd vanaf veertien dagen na die betekening (zie HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853)