Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellant] ,
[appellante],
geïntimeerden in het incidenteel hoger beroep,
[appellant] en [appellante],
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde2],
[geïntimeerde1] en [geïntimeerde2],
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
3.De feiten
(…) en wel een zodanig gedeelte daarvan als na opmeting door het Kadaster ten name van koper zal worden gesteld.".
(…) en wel een zodanig gedeelte daarvan als na opmeting door het Kadaster ten name van koper zal worden gesteld.".
4.De beoordeling
als na opmeting door het Kadaster ten name van koper zal worden gesteld”. Niet ter discussie staat dat dit (alleen) perceel 1763 is. De ouders van [geïntimeerde2] kunnen daarom niet (een deel van) perceel 1764 aan [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] hebben overgedragen.
Ik moge hierbij opmerken, dat [geïntimeerde2] in die tijd een stuk grond is aangeboden van ± 600 m² voor f. 25000.-. Bij het afpalen bleek, dat de pergola van de zuidelijke buurman op gemeentegrond stond. Dit konden we moeilijk verkopen aan [geïntimeerde2] . Bovendien bleek, dat het terrein 728 m2 groot was. Ik ben toen bij [geïntimeerde2] thuis geweest heb met hem overlegd, dat de buurman een stukje grond mee zou krijgen, zodat de pergola op de buurman zijn eigen grond zou komen te staan. Dan bleef er voor [geïntimeerde2] een stuk grond over van ± 698 m2 voor f. 25000,-." Verder heeft [naam3] in december 2018 schriftelijk verklaard dat hij 30 m² van de gemeente heeft gekocht, terwijl vaststaat dat perceel 1764 ongeveer 81 m² is.
[adres] 36 en 38 in [woonplaats2]) zal bezichtigen dan wel de plaatselijke gesteldheid zal opnemen, vergezeld van de griffier;
[adres] 36 en 38 in [woonplaats2];
de rolzitting van 1 maart 2022, waarna dag en uur van de gerechtelijke plaatsopneming door de raadsheer-commissaris zullen worden vastgesteld;