ECLI:NL:GHARL:2023:10607
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor het aanvragen van reisdocumenten voor een minderjarige
In deze zaak gaat het om een verzoek tot vervangende toestemming voor het aanvragen van reisdocumenten voor een minderjarige, in het kader van een hoger beroep. De vader, verzoeker in hoger beroep, heeft de rechtbank gevraagd om hem toestemming te verlenen voor het aanvragen van een paspoort en ID-kaart voor zijn kind, terwijl de moeder, verweerster in hoger beroep, verzocht heeft om vervangende toestemming voor het aanvragen van een ID-kaart en het beheer daarvan. De rechtbank heeft de vader's verzoek afgewezen en de moeder toestemming verleend voor de aanvraag van een ID-kaart, met de bepaling dat deze in haar beheer is en dat de vader deze op verzoek van de moeder moet afgeven, onder verbeurte van een dwangsom.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de vader gewraakt raadsheer mr. J.B. de Groot, maar dit verzoek is afgewezen. De ouders zijn het niet eens over de aanvraag en het beheer van de reisdocumenten voor hun kind, dat bij de moeder woont. De vader heeft aangevoerd dat hij het paspoort van zijn kind nodig heeft om te kunnen reizen, vooral naar Turkije, maar het hof oordeelt dat hij onvoldoende heeft aangetoond dat hij op dit moment belang heeft bij het verkrijgen van vervangende toestemming voor het aanvragen van een paspoort. De moeder heeft inmiddels een ID-kaart aangevraagd die bij haar in beheer is, en het hof concludeert dat de vader niet kan aantonen dat hij een paspoort nodig heeft, vooral gezien zijn huidige detentie.
Het hof bekrachtigt de beslissing van de rechtbank en oordeelt dat de moeder het beheer over de ID-kaart moet hebben, aangezien het kind bij haar woont. De grieven van de vader falen, en de beschikking van de rechtbank wordt bevestigd.