Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
Hoewel het klopt dat [geïntimeerde] een poos geen actie heeft ondernomen richting [appellant] , was dat echter mede het gevolg van de houding van [appellant] . Hij wenste niet mee te werken aan een regulier schaderegelingstraject. [appellant] gaf geen gehoor meer vanaf het moment dat duidelijk werd dat hij zelf de schade zal moeten betalen. Verder heeft het feit dat [geïntimeerde] haar schadevordering pas in 2023 heeft begroot, te maken met de ernst van het letsel. Het heeft jaren geduurd om tot de huidige medische toestand te komen en zelfs nu is er nog een toekomstrisico. Geen van deze door [appellant] aangevoerde redenen geven aanleiding om een belangenafweging in zijn voordeel te laten uitvallen.
Het hof gaat uit van de overwegingen en beslissingen van het vonnis van de rechtbank. De kans van slagen van het hoger beroep blijft daarbij buiten beschouwing. Zou een beslissing van de rechtbank op een kennelijke misslag berusten, dan kan het hof daaraan gevolgen verbinden voor de uitvoerbaarheid.
Dat [geïntimeerde] een onaanvaardbare tijd zou hebben gewacht om tot een schadevordering te komen, en dat dat zou moeten leiden tot een belangenafweging in het voordeel van [appellant] , is onvoldoende gebleken. Het hof neemt hierbij in aanmerking dat het doorgaans geen uitzondering is dat de schadevergoeding niet direct of kort na de schadeveroorzakende gebeurtenis kan worden begroot. Daarvoor is immers noodzakelijk om de ernst van de (gevolgen van de) schade te kunnen bepalen.
4.De beslissing
dinsdag 30 januari 2024voor het nemen van de memorie van antwoord aan de zijde van [geïntimeerde] ;
19 december 2023.