Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, had eerder een beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Overijssel aangevochten, waarin de machtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige] was verleend. De kinderrechter had op 9 augustus 2023 besloten dat [de minderjarige] uit huis geplaatst moest worden in een accommodatie voor jeugdhulp, met ingang van 9 augustus 2023 tot uiterlijk 23 mei 2024. De moeder was van mening dat deze uithuisplaatsing niet nodig was en verzocht het hof om de beschikking te vernietigen en [de minderjarige] weer thuis te plaatsen.
Het hof heeft de procedure in hoger beroep behandeld, waarbij de moeder werd bijgestaan door haar advocaat, mr. T. Şeker. De gecertificeerde instelling, Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, trad op als verweerster. De vader van [de minderjarige] was ook betrokken, maar heeft zich schriftelijk afgemeld voor de zitting. Het hof heeft de argumenten van de moeder en de GI zorgvuldig afgewogen. De moeder erkende dat [de minderjarige] hulp nodig had, maar was van mening dat deze hulp ook ambulant verleend kon worden.
Het hof oordeelde echter dat de moeder momenteel niet in staat is om [de minderjarige] een veilig en stabiel opvoedingsklimaat te bieden. De moeder had in het verleden hulpverleningstrajecten niet nageleefd en er waren zorgen over de veiligheid en het welzijn van [de minderjarige]. Gezien de omstandigheden en de noodzaak voor continuïteit en veiligheid in de opvoeding, heeft het hof de beschikking van de kinderrechter bekrachtigd. De beslissing van het hof benadrukt het belang van de bescherming van de minderjarige en de noodzaak van professionele hulpverlening in deze situatie.