ECLI:NL:GHARL:2023:2221

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
14 maart 2023
Publicatiedatum
14 maart 2023
Zaaknummer
200.304.661
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Fout in naamsaanduiding van geïntimeerde in appeldagvaarding en verzoek tot wijziging

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 maart 2023 uitspraak gedaan in een hoger beroep dat was ingesteld door [appellante] c.s. tegen Alconstrux Holding B.V. De zaak betreft een fout in de naamsaanduiding van de geïntimeerde in de appeldagvaarding. Appellanten hebben verzocht om de naamsaanduiding van Alconstrux Holding te wijzigen naar Alconstrux B.V., omdat zij van mening zijn dat er een vergissing is gemaakt in de dagvaarding. Het hof heeft vastgesteld dat Alconstrux Holding geen partij was in de eerdere procedure bij de rechtbank Midden-Nederland, waar het vonnis op 6 oktober 2021 werd gewezen. Het hof heeft de appellanten de gelegenheid gegeven om de juiste vennootschap op te roepen, zodat deze zich kan uitlaten over het wijzigingsverzoek. Het hof heeft daarbij benadrukt dat fouten en vergissingen in de procedure niet tot fatale gevolgen mogen leiden, mits de wederpartij niet onredelijk in haar belangen wordt geschaad. De zaak is verwezen naar de rol voor oproeping van Alconstrux B.V. en verdere beslissingen zijn aangehouden.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Arnhem, afdeling civiel
zaaknummer gerechtshof 200.304.661
zaaknummer rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, 515329
arrest van 14 maart 2023
in het incident in de zaak van

1.[appellante]

2. [appellant]
die beiden wonen in [woonplaats1]
die hoger beroep hebben ingesteld en optreden als verweerders in het incident
hierna samen: [appellante] c.s. (in vrouwelijk enkelvoud)
advocaat: mr. P.A.C. van Buul
tegen
Alconstrux Holding B.V.
die is gevestigd in Veenendaal
die optreedt als eiseres in het incident
hierna: Alconstrux Holding
advocaat: mr. K.E. Centen-Mölgaard

1.Het verloop van de procedure in hoger beroep

1.1.
Het hof heeft bij arrest van 8 februari 2022 een enkelvoudige mondelinge behandeling bepaald. Voor het procesverloop tot 8 februari 2022 verwijst het hof naar dat arrest.
1.2.
Het verdere procesverloop blijkt uit:
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 4 april 2022;
  • de memorie van grieven, tevens houdende wijziging van eis;
  • de memorie van antwoord, tevens houdende bevoegdheidsincident;
  • de memorie van antwoord in het incident.

2.Het oordeel van het hof

2.1.
De rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, heeft op 6 oktober 2021 een vonnis gewezen tussen [appellante] c.s. als eisers en Alconstrux B.V. (hierna: Alconstrux) als gedaagde. [appellante] c.s. heeft bij dagvaarding in hoger beroep van 24 december 2021 hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 6 oktober 2021 en daarbij Alconstrux Holding gedagvaard om in hoger beroep te verschijnen. Alconstrux is de werkmaatschappij van Alconstrux Holding.
2.2.
Alconstrux Holding heeft gesteld dat [appellante] c.s. niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het hoger beroep, omdat Alconstrux Holding geen partij was in de procedure bij de rechtbank. [appellante] c.s. heeft aangevoerd dat niet-ontvankelijkverklaring in haar hoger beroep achterwege moet blijven. Volgens [appellante] c.s. heeft zij bedoeld om Alconstrux in hoger beroep te betrekken, maar is in de appeldagvaarding een kennelijke verschrijving terecht gekomen. [appellante] c.s. heeft het hof verzocht om deze verschrijving te verbeteren of, indien verbetering niet mogelijk is, om Alconstrux alsnog in deze procedure te mogen betrekken.
2.3.
Het hof stelt voorop dat een procedure in een volgende instantie in beginsel plaats dient te vinden tussen de partijen uit de vorige instantie. [1] Indien een appellant een (rechts)persoon heeft gedagvaard die in de vorige instantie geen partij was, kan dat tot niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep leiden. Vast staat dat Alconstrux Holding geen partij was in de procedure bij de rechtbank.
2.4.
In de rechtspraak is aanvaard dat, indien een procedure in een volgende instantie aanhangig is gemaakt, een verschenen partij wijziging kan verzoeken van haar aanduiding in de procedure op de grond dat een vergissing is begaan in die aanduiding. Het verzoek is toewijsbaar tenzij de wederpartij stelt en bij betwisting aannemelijk maakt dat zij daardoor onredelijk in haar belangen wordt geschaad. Indien de wederpartij niet in de door het rechtsmiddel ingeleide procedure is verschenen, beveelt de rechter dat zij wordt opgeroepen teneinde zich over het verzoek tot wijziging uit te laten. Met toepassing van dezelfde regels is ook een wijziging van de aanduiding van de verweerder mogelijk. De ratio die aan deze rechtspraak ten grondslag ligt is dat fouten en vergissingen niet tot fatale gevolgen behoren te leiden, mits de wederpartij door het herstel hiervan niet onredelijk in haar belangen wordt geschaad. Verder dient zoveel mogelijk te worden beslist tussen de werkelijk belanghebbende partijen bij de rechtsbetrekking in geschil. [2]
2.5.
In deze zaak moet worden aangenomen dat sprake is van een fout in de naamsaanduiding in de dagvaarding in hoger beroep. Aan de naam Alconstrux is kennelijk per abuis het woord “Holding” toegevoegd, wat ertoe heeft geleid dat niet Alconstrux, maar Alconstrux Holding is gedagvaard. Die vergissing was ook voor Alconstrux Holding kenbaar, al was het maar omdat in de appeldagvaarding is vermeld dat [appellante] c.s. in hoger beroep komen tegen het eindvonnis van 6 oktober 2021 dat de rechtbank had gewezen “tussen appellanten als eiseres en geïntimeerde als gedaagde”: ook voor Alconstrux Holding moest duidelijk zijn dat daarmee [appellante] c.s. en Alconstrux werden bedoeld.
2.6.
Alconstrux is niet als partij in dit hoger beroep verschenen en heeft zich dus nog niet kunnen uitlaten over het verzoek van [appellante] c.s. tot wijziging van de naam van Alconstrux Holding naar Alconstrux. Het hof zal [appellante] c.s. daarom in de gelegenheid stellen om Alconstrux op grond van artikel 118 Rv op te roepen om te verschijnen in deze procedure. Indien Alconstrux verschijnt, dient zij op diezelfde roldatum een akte te nemen waarbij zij zich uitlaat over het verzoek van [appellante] c.s. tot wijziging van de naamsaanduiding van Alconstrux Holding. Indien Alconstrux instemt met het wijzigingsverzoek van [appellante] c.s., dient zij bij diezelfde akte ook aan te geven of zij zich wat betreft haar verweer aansluit bij de door Alconstrux Holding genomen memorie van antwoord.

3.De beslissing

Het hof:
3.1.
verwijst de zaak naar de rol van
28 maart 2023voor oproeping door [appellante] c.s. van Alconstrux B.V., gevestigd in Veenendaal en voor het nemen van een akte door Alconstrux B.V. zoals bedoeld onder rov. 2.6;
3.2.
iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
Dit arrest is gewezen door mrs. R. Prakke-Nieuwenhuizen, H.L. Wattel en C.M.E. Lagarde, is bij afwezigheid van de voorzitter ondertekend door mr. Lagarde en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 14 maart 2023.

Voetnoten

1.HR 13 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:1881.
2.HR 13 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:1881, HR 10 juli 2015, ECLI:NL:HR:2015:1844 en HR 11 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:2009.