ECLI:NL:GHARL:2023:3801

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
26 april 2023
Publicatiedatum
8 mei 2023
Zaaknummer
P23/0058
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de beslissing van de rechtbank inzake de verlenging van de terbeschikkingstelling en toetsing van de resocialisatie

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 26 april 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag van 24 januari 2023, die de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met twee jaar had verlengd. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd, omdat het tot een ander oordeel komt over de duur van de verlenging van de terbeschikkingstelling. De terbeschikkinggestelde staat op de wachtlijst voor een kliniek, maar de opname wordt bemoeilijkt door de eis van de kliniek om een drang remmend middel in te nemen, wat de terbeschikkinggestelde weigert. Dit leidt tot een patstelling in de resocialisatie.

Uitspraak

TBS P23/0058
Beslissing d.d. 26 april 2023
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[de terbeschikkinggestelde](hierna: de terbeschikkinggestelde),
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1955,
verblijvende in het [kliniek 1] (hierna: de kliniek).
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag van 24 januari 2023. Deze beslissing houdt in de verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar. Ook heeft de rechtbank bepaald dat de officier van justitie voor de volgende verlengingszitting zorgdraagt voor een rapportage van de reclassering over de mogelijkheid van een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging.
Het hof heeft gelet op dezelfde stukken als de rechtbank en verder op:
  • het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
  • de beslissing waarvan beroep;
  • de aanvullende informatie van de kliniek van 28 maart 2023 en 12 april 2023;
  • de e-mail van de raadsman van 21 maart 2023 en de reactie daarop van de kliniek van
  • de wettelijke aantekeningen van 20 oktober 2022 tot en met 27 maart 2023.
Het hof heeft ter zitting van 13 april 2023 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.J. Sprey, advocaat te Amsterdam, en de advocaat-generaal mr. L.H.J. Vijlbrief-Smit.

Overwegingen:

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
De raadsman heeft primair verzocht om aanhouding van de zaak teneinde de reclassering te laten rapporteren over de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Ook kunnen voor de volgende zitting de betrokken reclasseringswerker en psychiater Maksimovic (en eventueel psycholoog Geurkink) worden opgeroepen. Dat de terbeschikkinggestelde eerst een periode in [kliniek 2] zou moeten verblijven, voordat naar een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege wordt gekeken, is niet zozeer vanuit een risicotaxatie, maar meer vanuit praktische redenen ingegeven. De terbeschikkinggestelde wil ook naar [kliniek 2] en hij is ondertussen op de wachtlijst geplaatst. Ondertussen is een verblijf bij [kliniek 2] echter afhankelijk gesteld van het innemen van libidoremmende medicatie. De terbeschikkinggestelde is niet tot innemen van dergelijke medicatie bereid. Zowel de Commissie Libidoremmende Medicatie van de kliniek en de rapporterende onafhankelijke deskundigen hebben dergelijke medicatie niet noodzakelijk geacht. Door het innemen van libidoremmende medicatie toch als voorwaarde te stellen voor een verblijf bij [kliniek 2] dreigt een impasse in de resocialisatie van de terbeschikkinggestelde te ontstaan. De reclassering kan onderzoeken of en onder welke voorwaarden het risicomanagement in voldoende mate vormgegeven kan worden bij een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege zonder dat de terbeschikkinggestelde libidoremmende medicatie inneemt.
Mocht het hof een dergelijke onderzoek niet gelasten, dan verzoekt de raadsman subsidiair verlenging van de maatregel met slechts één jaar, met een bepaling dat daarbij voor de volgende verlengingszitting door de reclassering een rapportage over de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging wordt opgemaakt. Hierbij heeft hij gewezen op de (hiervoor geschetste) mogelijke patstelling, maar ook op de leeftijd en fysieke gesteldheid van de terbeschikkinggestelde.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de beslissing van de rechtbank, de terbeschikkingstelling met twee jaren te verlengen, kan worden bevestigd. Het opvragen van een maatregelenrapport is prematuur. Er is voldaan aan de vereisten voor verlenging. Er zijn de nodige zorgpunten over het veelvuldig bekijken van pornografisch materiaal. De terbeschikkinggestelde zou naar [kliniek 2] kunnen, maar met inname van libidoremmende medicatie. Uit de rapporten van de externe gedragsdeskundigen volgt dat na een jaar het einde van de terbeschikkingstelling nog niet in beeld is. Gelet hierop, gezien de huidige stand van zaken met alle beschreven zorgpunten en het als matig ingeschatte recidiverisico, dient de terbeschikkingstelling met twee jaren te worden verlengd.
Het oordeel van het hof
Dictum beslissing waarvan beroep
De rechtbank heeft bepaald dat de officier van justitie voor de volgende verlengingszitting dient zorg te dragen voor een rapportage van de reclassering over de mogelijkheid van een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging. De verlengingsrechter mist echter de bevoegdheid om in een eindbeslissing met betrekking tot de verlenging van een terbeschikkingstelling een dergelijke opdracht te geven en kan hoogstens in een overweging de wenselijkheid van het opstellen van die rapportage tot uitdrukking brengen.
Afwijzing verzoek tot onderzoek naar de mogelijkheid van voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege
Het hof acht zich op basis van de aanwezige informatie voldoende voorgelicht om te kunnen oordelen over het door de terbeschikkinggestelde ingediende beroep. Het verzoek tot het door de reclassering doen onderzoeken van de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege wordt afgewezen. De noodzakelijkheid van dit onderzoek is niet gebleken. Op grond van de aanwezige informatie acht het hof een voorwaardelijke beëindiging op dit moment niet opportuun.
Vernietiging van de beslissing van de rechtbank
Het hof vernietigt de beslissing van de rechtbank, omdat het hof tot een ander oordeel komt met betrekking tot de duur van de verlenging van de terbeschikkingstelling.
Indexdelict
Het hof stelt vast dat de terbeschikkinggestelde bij vonnis van de rechtbank in
’s-Gravenhage van 4 maart 2011 is veroordeeld voor:
  • met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
  • met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
  • met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
  • door giften of beloften van geld of goed en misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht een persoon waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk-bewegen ontuchtige handelingen te plegen en van hem te dulden, meermalen gepleegd;
  • een afbeelding en een gegevensdrager, bevattende een afbeelding waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, vertonen aan een minderjarige van wie hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, dat deze jonger is dan zestien jaar, meermalen gepleegd;
  • een afbeelding en een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen en in bezit hebben, meermalen gepleegd.
Dit zijn (ook) misdrijven die zijn gericht tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De terbeschikkingstelling is daarom niet in duur beperkt.
Stoornis en recidivegevaar
Zowel de kliniek als de externe gedragsdeskundigen hebben gerapporteerd dat bij de terbeschikkinggestelde sprake is van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens (onder andere) in de vorm van een pedofiele stoornis en een (andere gespecificeerde) persoonlijkheidsstoornis met antisociale trekken. De kans op recidive bij het wegvallen van het huidige kader van de terbeschikkingstelling wordt ingeschat op matig/laag.
Verlenging van de terbeschikkingstelling
Gelet op de stoornis en het recidivegevaar is het hof van oordeel dat het belang van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de terbeschikkingstelling wordt verlengd.
Duur van de verlenging
Het hof heeft als uitgangspunt dat de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van met een termijn van een jaar. Aannemelijk is dat de resocialisatie langer dan een jaar zal duren. Toch ziet het hof in dit geval aanleiding om van voornoemd uitgangspunt af te wijken.
De terbeschikkinggestelde staat op de wachtlijst voor een hernieuwd verblijf in [kliniek 2] . Gezien de rapportages van de kliniek en de externe gedragskundigen acht het hof een geleidelijke resocialisatie via [kliniek 2] ook de meest voor de hand liggende weg. Deze weg dreigt echter te worden geblokkeerd doordat de kliniek zeer recent heeft besloten het verblijf in [kliniek 2] afhankelijk te stellen van de inname van een drang remmend middel, Naltrexon. De terbeschikkinggestelde is echter niet bereid tot inname van dit middel. Deze conflicterende standpunten kunnen, zoals de raadsman heeft gesignaleerd, leiden tot een patstelling in de resocialisatie van de terbeschikkinggestelde. Het hof acht het daarom gewenst dat de maatregel met het oog op de voortgang van de resocialisatie over een jaar opnieuw wordt getoetst door de verlengingsrechter.

Beslissing

Het hof:
Wijst afhet verzoek tot het onderzoeken van de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Den Haag van 24 januari 2023 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde [de terbeschikkinggestelde] .
Verlengtde terbeschikkingstelling met een termijn van
een jaar.
Aldus gedaan door
mr. M. Keppels als voorzitter,
mr. G. Mintjes en mr. E.A.K.G. Ruys als raadsheren,
en dr. P.K.J. Ronhaar en drs. D.M.L. Versteijnen als raden,
in tegenwoordigheid van mr. C. Aalders als griffier,
en op 26 april 2023 in het openbaar uitgesproken.
Mr. Ruys en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.