Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.De procedure in eerste aanleg
2.De procedure in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 19 januari 2023;
- het verweerschrift tevens houdende incidenteel hoger beroep met producties;
- het verweerschrift in het incidenteel hoger beroep;
- een journaalbericht van mr. Scheer van 3 mei 2023 met producties 47 tot en met 51;
- een journaalbericht van mr. Sardjoe van 5 mei 2023 met een brief van 4 mei 2023 en producties B tot en met G.
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- een vertegenwoordiger namens de raad voor de kinderbescherming (verder: de raad).
3.De feiten
- [de minderjarige1] , geboren [in] 2013 te [woonplaats2] , en
- [de minderjarige2] , geboren [in] 2016 te [woonplaats2] .
4.Het geschil
zolang de vader niet naar Friesland is verhuisdverblijven [de minderjarige1] en [de minderjarige2] één weekend in de twee weken van vrijdag uit school tot zondag 19.00 bij de vader en iedere dinsdag tot woensdagochtend,
zodra de vader naar Friesland is verhuisdverblijven [de minderjarige1] en [de minderjarige2] één weekend per twee weken van vrijdag uit school tot zondag 16.30 uur bij de vader. Daarnaast is er een belregeling, een gedetailleerde verdeling van de vakanties en feestdagen en een informatieregeling vastgesteld. Deze regelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De rechtbank heeft de verzoeken van de ouders tot wijziging van de kinderalimentatie afgewezen.
- zolang de vader in [woonplaats1] woont: vast te stellen dat de kinderen bij hun vader zullen zijn in de ene week van woensdagavond tot en met zondagavond waarbij de moeder de kinderen bij de vader brengt en de vader de kinderen zal terugbrengen, en in de andere week van woensdagavond tot en met vrijdagavond na etenstijd, waarbij de moeder de kinderen bij de vader brengt en de vader de kinderen zal terugbrengen;
- zodra de vader in Friesland woont: vast te stellen dat de kinderen gedurende alle weekenden bij de vader verblijven, subsidiair dat de kinderen ieder eerste weekend van de maand bij de moeder verblijven, waarbij de moeder en de vader op vrijdag en zondag elkaar tegemoet reizen en de overdracht plaats vind op het station [plaats1] ;
- althans een zorgregeling te bepalen die het hof juist acht;
- vast te stellen dat de zorgregeling doorloopt gedurende de voorjaarvakantie en de herfstvakantie, dat de kinderen in de meivakantie van twee weken de eerste week bij de vader (van vrijdag uit school tot zondag 19.00 uur) en de tweede week bij de moeder verblijven en dat de regeling zoals bepaald door de rechtbank in de bestreden beschikking wat betreft de Zomervakantie en de Kerstvakantie in stand kan blijven, met de bepaling dat het halen en brengen wordt gedeeld (de ouders reizen elkaar tegemoet en de overdracht vindt plaats op station [plaats1] );
- althans een verdeling te bepalen die het hof juist acht;
- een telefoonregeling/videobelregeling vast te stellen van drie keer per week, dan wel vast te stellen dat over en weer videobellen binnen redelijk grenzen wordt toegestaan;
- althans een belregeling vast te stellen die het hof juist acht;
- te bepalen dat de kinderalimentatie wordt gewijzigd naar een bedrag van € 321,- per kind per maand met ingang van 1 april 2022 en met ingang van 1 februari 2023 wordt vastgesteld op € 285,- per kind per maand;
- althans een bedrag vast te stellen dat het hof juist acht.
- te bepalen dat de kinderen in de voorjaarsvakantie in het even jaar bij de vader en in het oneven jaar bij de moeder verblijven en in de herfstvakantie in het oneven jaar bij de vader en in het even jaar bij de moeder verblijven en de verdeling van de vakanties en feestdagen voor het overige te bekrachtigen;
- primair: te bepalen dat de vader met ingang van 1 juli 2019 een bijdrage van € 388,- per kind per maand aan de moeder dient te voldoen,
5.De overwegingen voor de beslissing
6.De slotsom
7.De beslissing
- de ene week op donderdag bij de buitenschoolse opvang worden opgehaald door de vader en tot en met zondag bij hem verblijven, waarbij de moeder hen op zondag om 19.00 uur bij de vader ophaalt,
- de andere week door de vader op woensdagavond om 19.30 uur bij de moeder worden opgehaald en bij hem verblijven tot vrijdagmorgen, waarbij de vader hen naar school brengt;
als vakantieregeling
- in de kerstvakantie: in het even jaar de eerste week tot zondag 12.00 uur bij de moeder verblijven en de tweede week: tot zondag 12.00 uur bij de vader en in de oneven jaren andersom, waarbij [de minderjarige1] en [de minderjarige2] tweede kerstdag van 12.00 uur tot de dag erna 12.00 uur bij de andere ouder doorbrengen;
- in de zomervakantie: in het even jaar vanaf de laatste schooldag op vrijdag de eerste twee weken tot zondag 12.00 uur bij de vader verblijven, de derde en de vierde week bij de moeder van zondag 12.00 uur tot zondag 12.00 uur, de vijfde week van zondag 12.00 uur tot zondag 12.00 uur bij de vader en de zesde week van zondag 12.00 uur tot maandag naar school bij de moeder en in de oneven jaren andersom, tenzij de kinderen in de zesde week bij de vader verblijven, dan blijven de kinderen daar tot zondag 16.30 uur;
- in de herfstvakantie: in het even jaar bij de moeder verblijven en in het oneven jaar bij de vader;
- in de voorjaarsvakantie: in het even jaar bij de vader verblijven en in het oneven jaar bij de moeder;
- in de meivakantie (van twee weken): de eerste week van vrijdag uit school tot zondag 12.00 uur bij de vader verblijven en de tweede week van zondag 12.00 uur tot maandag naar school bij de moeder;
- in de meivakantie (van twee losse weken): de eerste week van vrijdag uit school tot zondag 12.00 uur bij de vader verblijven en de tweede week van vrijdag uit school tot maandag naar school bij de moeder;
- op studiedagen: als deze aan het weekend van de vader zitten van de dag voor de studiedag uit school tot de dag voor ze weer naar school moeten om 19.00 uur bij de vader verblijven;
- op Koningsdag: als dit niet in de vakantie valt het ene jaar bij de vader en het andere jaar bij de moeder verblijven;
- op hun verjaardagen bij de ouder verblijven bij wie zij volgens de zorgregeling op dat moment zijn;
- op Vader- en Moederdag: bij de ouder verblijven bij wie zij volgens de zorgregeling op dat moment zijn;