Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep, verder te noemen: [verzoekster] ,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- [verzoekster] , bijgestaan door haar advocaat, en
- [de zoon] .
3.De kern van de zaak
- de woning wordt tegen een waarde van € 291.000 toegedeeld aan [de minderjarige] ;
- [de minderjarige] is wegens overbedeling een bedrag van € 22.246,84 verschuldigd aan [de zoon] ;
- [de zoon] leent [de minderjarige] dit bedrag van € 22.246,84 tegen een rente van 2% per jaar en onder de bepaling dat de hoofdsom moet zijn afgelost op 25 oktober 2031 (de 18e verjaardag van [de minderjarige] );
- het saldo van de RABO-rekening wordt toegedeeld aan [de zoon] ;
- [verzoekster] gaat de woning huren van [de minderjarige] en zal haar een huur betalen van € 740 per maand;
- alle lasten van de woning komen voor rekening van [de minderjarige] en worden betaald uit de huuropbrengsten;
- [de minderjarige] kan op het moment dat zij achttien jaar wordt zelf over de woning beschikken en de huurovereenkomst met haar moeder opzeggen (haar moeder zal daaraan meewerken).
4.De motivering van de beslissing
€ 291.000