Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in het principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de rechthebbende, bijgestaan door mr. Verhoef;
- namens [broer1] mr. Verhoef voornoemd,
- een vertegenwoordiger namens [naam1] , bijgestaan door mr. Boiten,
- [broer2] .
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
De termijn van drie maanden waarbinnen iemand als belanghebbende in hoger beroep kan komen van een beschikking was al verstreken op het moment dat [broer1] het incidenteel hoger beroep instelde.
Het hof neemt het standpunt van [broer1] wel in aanmerking, maar uitsluitend vanuit zijn positie als belanghebbende in het principaal hoger beroep dat is ingesteld door de rechthebbende.
primair[broer1] ,
subsidiair[naam3] te benoemen tot bewindvoerder;
Gebleken is dat [naam1] zich heeft ingespannen om kennis te maken met de rechthebbende en in overleg te treden met mr. Verhoef. Nu de werkzaamheden door [naam1] al zijn gestart, is het in het belang van de rechthebbende dat de werkzaamheden door [naam1] worden voortgezet. Er zijn uit een oogpunt van continuïteit gegronde redenen die zich verzetten tegen de benoeming van [naam3] als opvolgend bewindvoerder. Het is van groot belang voor de rechthebbende dat zijn familie en zijn advocaat gaan meewerken aan het onafhankelijke vermogensbeheer door [naam1] .