Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[verzoekster],
verzoekers in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 juli 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [de minderjarige1] en [de minderjarige2]. De ouders van de minderjarigen, gezamenlijk aangeduid als de vader en de moeder, waren in hoger beroep gekomen tegen een eerdere beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Gelderland, die op 2 maart 2023 had besloten tot ondertoezichtstelling van de kinderen. De ouders waren het niet eens met deze beslissing en hebben vier grieven ingediend.
Tijdens de mondelinge behandeling op 13 juli 2023 heeft de raad voor de kinderbescherming, die als verweerder optrad, laten weten het verzoek tot ondertoezichtstelling in te trekken. Het hof heeft vastgesteld dat de raad van mening is dat de gronden voor de ondertoezichtstelling niet langer voldaan zijn. De ouders hebben aangegeven zich te schikken in de handhaving van de ondertoezichtstelling tot 13 juli 2023, mits deze per die datum eindigt.
Het hof heeft vervolgens geoordeeld dat de bestreden beschikking van de kinderrechter, voor zover deze de ondertoezichtstelling betreft, vernietigd moet worden met ingang van 13 juli 2023. Het verzoek van de raad tot ondertoezichtstelling is per die datum alsnog afgewezen, omdat niet langer voldaan was aan de wettelijke gronden voor een ondertoezichtstelling. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.