Uitspraak
[de vrouw]
[de man]
1.De procedure bij de rechtbank
2.De procedure bij het hof
3.De beoordeling in het incident
de rol van 5 september 2023voor memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep;
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak procederen een man en een vrouw over de financiële afwikkeling van hun samenwoning. De man heeft geld geleend van de vrouw, maar stelt dat hij dit bedrag heeft terugbetaald. De rechtbank heeft dit verweer verworpen. In hoger beroep stelt de man dat de vrouw tegenover de belastingdienst heeft verklaard dat hij zijn schulden bij haar heeft afgelost. Hij vraagt het hof om de vrouw te veroordelen tot het verstrekken van een afschrift van het verslag van de belastingdienst. Het hof beoordeelt deze incidentele vordering aan de hand van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De vrouw wordt veroordeeld om het gevraagde afschrift te verstrekken aan de man.
De procedure bij de rechtbank is gestart met vorderingen van beide partijen. De vrouw heeft de man in conventie aangesproken voor een bedrag van € 50.000,- en € 22.000,-, terwijl de man in reconventie een bedrag van € 110.396,70 dan wel € 64.041,16 vorderde. De rechtbank heeft de man in eerste aanleg veroordeeld tot betaling van € 12.500,- aan de vrouw, maar de vorderingen van de man zijn afgewezen. In hoger beroep heeft de man zijn incidentele vordering ingediend, waarbij hij inzage vraagt in het verslag van een hoorzitting bij de belastingdienst.
Het hof overweegt dat de verklaring van de vrouw tegenover de belastingdienst mogelijk waarde heeft als bewijs voor de man. Het hof concludeert dat de man rechtmatig belang heeft bij inzage in het verslag en wijst de incidentele vordering toe. De beslissing over de kosten van het incident wordt gereserveerd voor de einduitspraak, en de hoofdzaak wordt naar de rol verwezen voor verdere procedure.