ECLI:NL:GHARL:2023:6445
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Beswerda
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) betreffende het niet ter inzage afgeven van het rijbewijs
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam, waarbij de betrokkene een sanctie van € 100,- is opgelegd voor het niet op eerste vordering ter inzage afgeven van zijn rijbewijs. De gedraging vond plaats op 2 april 2021 tijdens een politiecontrole op de Groene Kruisweg. De kantonrechter verklaarde het beroep van de betrokkene ongegrond en wees het verzoek om proceskostenvergoeding af. De gemachtigde van de betrokkene, F.R. Eggink, stelde in hoger beroep dat de gedraging onvoldoende vaststaat, omdat er slechts om het tonen van het rijbewijs was verzocht en geen expliciete vordering was gedaan. Het hof oordeelt dat voor een vordering als bedoeld in artikel 160 van de Wegenverkeerswet 1994 niet vereist is dat het woord 'vorderen' letterlijk wordt gebruikt. Het hof bevestigt de beslissing van de kantonrechter en wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af. De verklaring van de ambtenaar dat hij de betrokkene had gevorderd om het rijbewijs ter inzage af te geven, wordt door het hof als voldoende betrouwbaar beschouwd. Het hof concludeert dat de gedraging kan worden vastgesteld en dat de sanctie terecht is opgelegd. De aangevoerde gronden van de betrokkene worden verworpen.