Uitspraak
DLC
[de werknemer]
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
- de memorie van grieven met wijziging van eis
- de memorie van antwoord.
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
grief 1onbesproken blijven.
.”
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 augustus 2023, staat de vraag centraal of een werknemer, na afloop van zijn arbeidsovereenkomst, verplicht is om kosten voor een niet-verplichte rijopleiding terug te betalen. De werknemer, die in dienst was bij DLC Logistics B.V., had rijlessen gevolgd voor het behalen van zijn C- en CE-rijbewijs. DLC vorderde een terugbetaling van € 8.344,10 voor deze opleidingskosten, terwijl de werknemer aanspraak maakte op achterstallig salaris en verblijfkosten. De kantonrechter had de vordering van DLC afgewezen en de loonvordering van de werknemer toegewezen met een wettelijke verhoging van 25%.
In hoger beroep heeft DLC haar eis gewijzigd en een bedrag van € 5.588,40 gevorderd voor de opleidingskosten, vermeerderd met een bedrag van € 8.062,61 bruto wegens te veel betaald salaris. Het hof heeft de bezwaren van DLC verworpen en het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd. Het hof oordeelde dat de werknemer niet verplicht was om de opleidingskosten terug te betalen, omdat er onvoldoende duidelijke afspraken waren gemaakt over de terugbetalingsvoorwaarden. Bovendien was het bewijsaanbod van DLC onvoldoende concreet.
Wat betreft de loonvordering oordeelde het hof dat DLC geen recht had op verrekening met pauze-uren, omdat zij niet tijdig correcties had uitgevoerd op de urenbriefjes van de werknemer. De vordering van de werknemer op vergoeding van verblijfkosten werd eveneens toegewezen, omdat DLC deze niet gemotiveerd had betwist. Het hof concludeerde dat DLC, als in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld werd in de kosten van het hoger beroep.