Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 september 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake een verzoek tot schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad van een beslissing van de rechtbank Midden-Nederland. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. H. Zobuoglu, verzocht om schorsing van de kinderalimentatie die door de rechtbank was vastgesteld op € 275,- per kind per maand, met ingang van 2 januari 2023. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. B. Mor-Yazir, heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen dit verzoek.
Het hof oordeelde dat de vader onvoldoende heeft aangetoond dat hij in een financiële noodsituatie zou komen door de betaling van de kinderalimentatie. De vader stelde dat hij en zijn gezin in financiële problemen zouden raken, maar het hof vond deze stelling niet onderbouwd. Bovendien was er geen sprake van een kennelijke misslag in de beslissing van de rechtbank, aangezien de vader niet had aangetoond dat zijn financiële gegevens niet waren meegenomen in de overwegingen van de rechtbank.
Het hof heeft het verzoek van de vader afgewezen en hem veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de moeder. De proceskosten zijn vastgesteld op € 2.366,- en moeten binnen 14 dagen na de uitspraak worden betaald, met wettelijke rente bij niet tijdige betaling. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de moeder de kosten kan laten verhalen, zelfs als de vader in cassatie gaat.