2.10.Met betrekking tot de partij sigaretten die door de FIOD werd aangetroffen in de door belanghebbende gehuurde opslagloods, heeft belanghebbende het volgende verklaard:
“Ook begin januari 2012 heb ik drie Engelse mannen ontmoet op Schiphol. Dat zijn dezelfde drie Engelse personen die u vanmiddag heeft aangehouden. ik heb ze toen voor het eerst ontmoet. Zij zochten bedrijfsruimte voor opslag en ze wilden witgoed van mij kopen. "
"Ik had gisteren 21 maart 2012 met hen afgesproken in [plaats3] , in principe op het treinstation. Ik had gezegd dat ik geen tijd had om ze weer op te halen uit Amsterdam. Ik heb de drie Engelsen toen opgepikt op het terras van [naam5] in [plaats3] . Ik heb ze toen meegenomen naar de loods aan de [adres3] te [plaats3] , de loods waar ik vandaag ben aangehouden. Ze vonden de loods ok en toen vroegen ze mij of ik aan houdbare koelproducten kon komen, zoals houdbare melk.
De Engelsen gaven aan dat zij zelf houdbare koelproducten zouden vervoeren naar Engeland en dat ze graag een volle lading willen sturen. Ze zeiden mij dat er een koelwagen van hun bij de loods zou komen om hun koelproducten te brengen. "
"Op een gegeven moment kreeg ik de telefoon van die kleine Engelsman aangereikt om aan de chauffeur door te geven waar hij moest zijn. ik heb toen de postcode [plaats3] doorgegeven. De chauffeur gaf aan dat hij nog 21 mijl moest rijden. Toen deze vrachtwagen bij de loods in [plaats3] aankwam zag ik dat de vrachtwagen werd bestuurd door een hele forse chauffeur en een bijrijder, een oudere man, met bril en ringbaard en met tattoes op zijn beide armen. De vrachtwagen was voorzien van Engelse kentekenplaten. Het was een witte oplegger en de trekker was blauw. Aan de zijkanten had reclame gestaan maar daar was overheen gekalkt.
Ze kregen de deuren moeilijk open en toen ik erachter langs liep zag ik dat in de oplegger pallets stonden met zwart plastic eromheen. Ik had gisteren ook al een heftruckje geregeld op verzoek van de Engelsen.
Toen heb ik die kleine man mijn sleutel van de loods gegeven en ben ik weg gegaan. De Engelsman zou zelf lossen, samen met de twee chauffeurs. "
"Het stille mannetje heeft met mijn sleutel de loods geopend en ze zijn naar binnen gegaan. Ik ben toen naar mijn eigen gedeelte van de loods gegaan, daar zou een contract voor mij klaar liggen voor de huur van het hele pand. Het contract lag daar ook.
Op dat moment kwam de eigenaar van de loods, [naam6] kwam binnen. Ik heb toen met [naam6] over het contract gesproken en gevraagd of ik een deel mocht onderverhuren. [naam6] vond het goed onder de voorwaarde dat ik een contractje op zou maken en een kopie van een identiteitsbewijs van de onderhuurder zou maken.
Ik heb toen ter plekke mijn contract ondertekend. [naam6] is toen weer weggegaan en ik ben naar de Engelse mannen gegaan in het andere deel van de loods."
"Toen liepen we de hal in en toen zag ik dat ze bezig waren met dozen sigaretten. De voorste dozen waren open. Ik zag toen wel dat het sigaretten waren. Het waren wit met blauwe pakjes sigaretten met doorzichtig folie eromheen.
Ik heb hen toen meteen gezegd dat ik dit niet in de loods wil hebben en dat ze met hun handel meteen moeten vertrekken. Die kleine gaf toen aan dat ze hun handel niet een twee drie weg zouden halen. De toon werd bedreigend. Althans zo voelde ik het wel. Hij was geen vechter zij dat kleine mannetje, maar zijn vriendentak uit Londen, Birmingham en de Ira zouden dit probleem wel even op komen lossen.
Met mij, of met de eigenaar van het pand. ik heb ze toen het contract laten zien en gezegd dat die op mijn naam staat en dat het zo niet kon. Toen werd er op de deur gebonsd en waren jullie aan de deur. ik heb de deur toen geopend en werd ik vervolgens aangehouden."
“Nogmaals, bij het lossen van de vrachtauto op woensdagavond, ergens tussen 17.00 en 19.00 uur, ben ik niet zelf aanwezig geweest. Ik ben wel aanwezig geweest op het moment dat de deuren van de vrachtwagen open gingen. Ik keek toen tegen pallets aan omwikkeld met zwarte folie. Ik kon niet zien welke goederen het waren. De auto was helemaal vol. Ik ben niet gebleven. Ik heb de Engelsman met de neus uitgelegd hoe de heftruck werkte. Die heftruck was door mij geleend van de firma [naam7] . Voordat de vrachtwagen kwam heb ik de heftruck naar binnen gereden. Donderdag in de ochtend kwam ik in de loods nadat ik met de Engelsen terugkwam van [plaats5] om daar een auto voor de Engelsen te huren. Het was toen een uur of tien. De eerste keer dat ik de sigaretten zag was na het tekenen van het huurcontract met [naam6] . Het huurcontract lag in de loodsruimte achter de witte roldeur.”