In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door appellanten die betrokken zijn bij een geschil over eigendomsrechten van recreatiewoningen aan de [adres] in [plaats1]. De woningen zijn gelegen aan of nabij de [naam2], en de partijen zijn verwikkeld in meerdere procedures die betrekking hebben op onder andere de vrije doorvaart naar het haventje, het al dan niet hebben van vrij uitzicht, en de vraag wie waar een boot mag aanmeren. De procedure betreft een groot aantal geschilpunten, waarbij ook de relatie met andere nog lopende procedures aan de orde komt.
In het tussenarrest van 10 oktober 2023 heeft het hof geoordeeld dat [naam1], die in eerste aanleg gedaagde was, niet-ontvankelijk is in zijn grieven tegen de vonnissen van de rechtbank Noord-Nederland. Dit omdat hij niet tijdig hoger beroep heeft ingesteld. Het hof heeft voorts bepaald dat er een mondelinge behandeling zal plaatsvinden, waarbij partijen en hun advocaten in persoon of vertegenwoordigd moeten verschijnen. Het hof heeft ook aangegeven dat het wenselijk is dat het Kadaster aanwezig is om de grenzen van de percelen zichtbaar te maken tijdens de bezichtiging van de in geding zijnde percelen.
Het hof heeft de zaak naar de rol verwezen voor opgave van verhinderdagen van alle partijen in de periode april – juni 2024 en heeft de beslissing over de aanvaardbaarheid van de eiswijziging van [geïntimeerde1] aangehouden tot na de mondelinge behandeling. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de rechters in aanwezigheid van de griffier.