ECLI:NL:GHARL:2023:8458

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
10 oktober 2023
Publicatiedatum
10 oktober 2023
Zaaknummer
200.311.752/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenarrest in hoger beroep over eigendomsrechten en geschillen rondom recreatiewoningen

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door appellanten die betrokken zijn bij een geschil over eigendomsrechten van recreatiewoningen aan de [adres] in [plaats1]. De woningen zijn gelegen aan of nabij de [naam2], en de partijen zijn verwikkeld in meerdere procedures die betrekking hebben op onder andere de vrije doorvaart naar het haventje, het al dan niet hebben van vrij uitzicht, en de vraag wie waar een boot mag aanmeren. De procedure betreft een groot aantal geschilpunten, waarbij ook de relatie met andere nog lopende procedures aan de orde komt.

In het tussenarrest van 10 oktober 2023 heeft het hof geoordeeld dat [naam1], die in eerste aanleg gedaagde was, niet-ontvankelijk is in zijn grieven tegen de vonnissen van de rechtbank Noord-Nederland. Dit omdat hij niet tijdig hoger beroep heeft ingesteld. Het hof heeft voorts bepaald dat er een mondelinge behandeling zal plaatsvinden, waarbij partijen en hun advocaten in persoon of vertegenwoordigd moeten verschijnen. Het hof heeft ook aangegeven dat het wenselijk is dat het Kadaster aanwezig is om de grenzen van de percelen zichtbaar te maken tijdens de bezichtiging van de in geding zijnde percelen.

Het hof heeft de zaak naar de rol verwezen voor opgave van verhinderdagen van alle partijen in de periode april – juni 2024 en heeft de beslissing over de aanvaardbaarheid van de eiswijziging van [geïntimeerde1] aangehouden tot na de mondelinge behandeling. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de rechters in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.311.752/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 172925)
arrest van 10 oktober 2023
in de zaak van

1.[appellant] ,

2. [appellante] ,
die wonen in [woonplaats1] ,
appellanten in het principaal hoger beroep,
geïntimeerden in het incidenteel hoger beroep,
bij de rechtbank: gedaagden in conventie, eisers in reconventie,
hierna gezamenlijk te noemen:
[appellanten],
advocaat: mr. D.W. Giltay Veth, die kantoor houdt in Haarlem,
tegen

1.[geïntimeerde1] ,

die woont in [woonplaats2] ,
geïntimeerde in het principaal hoger beroep,
appellante in het incidenteel hoger beroep,
bij de rechtbank: eiseres in conventie, gedaagde in reconventie.
hierna:
[geïntimeerde1].
advocaat: mr. J. Koekkoek, die kantoor houdt in Haarlem.

2. [geïntimeerde2]

3. [geïntimeerde3]

die wonen in [woonplaats3] ,
gevoegde partij aan de zijde van [geïntimeerde1] ,
hierna:
[geïntimeerden] c.s.,
advocaat: mr. J. Koekkoek, die kantoor houdt in Haarlem.
alsmede
[naam1]
die woont in [woonplaats4]
verblijvende in [plaats1] ,
opgeroepen op voet van artikel 118 Rv,
in eerste aanleg: gedaagde in conventie, eiser in reconventie,
hierna:
[naam1],
advocaat: mr J.H. van der Meulen, die kantoor houdt in Joure,

2.Het verdere verloop van de procedure bij het hof

2.1
Het hof verwijst naar het arrest in incident van 31 januari 2023 voor het verloop van de procedure tot het wijzen van dat arrest. Daarna zijn de volgende processtukken genomen:
- de memorie van grieven van [appellanten] van 4 april 2023;
- de memorie van antwoord tevens houdend incidenteel appèl tevens houdende vermeerdering van eis van [geïntimeerde1] en [geïntimeerden] c.s. van13 juni 2023;
- de memorie van grieven van gevoegde partij [naam1] van 13 juni 2023;
- de akte uitlating van [geïntimeerde1] en [geïntimeerden] c.s. van 18 juli 2023;
- de memorie van antwoord in incidenteel appèl, tevens akte uitlating, tevens akte verzet vermeerdering van eis van [appellanten] van 26 september 2023;
- de memorie van antwoord in het incidenteel appèl, tevens verzet vermeerdering eis, van
[naam1] van 26 september 2023.
2.2
Vervolgens heeft het hof arrest bepaald.

3.De beoordeling in hoger beroep

Aanduiding van het geschil
3.1
Partijen zijn allen eigenaar van een (recreatie)woning aan de [adres] in [plaats1] . De woningen liggen aan of nabij de [naam2] (een meer) en zijn gegroepeerd rond een haventje. Partijen zijn verwikkeld in veel procedures die betrekking hebben op eigendomsrechten van perceelsgedeelten, de vrije doorvaart in of naar het haventje, het al dan niet hebben van vrij uitzicht en de vraag wie wel of niet waar een boot mag aanmeren. Partijen hebben hun geschillen aan diverse rechterlijke colleges voorgelegd. De voorliggende procedure gaat over een groot aantal van die geschilpunten, waarbij ook de vraag is opgeworpen hoe deze procedure zich verhoudt tot de andere nog gevoerde procedures.
De positie van [naam1] in deze procedure
3.2
[naam1] was gedaagde in de rechtbankprocedure. Hij heeft zelf tegen de vonnissen van de rechtbank in Leeuwarden die het voorwerp zijn van deze hoger beroepsprocedure niet tijdig hoger beroep ingesteld. Hij is in deze procedure op voet van artikel 118 Rv opgeroepen, zoals het hof in het arrest van 31 januari 2023 heeft overwogen, opdat hij zich kan uitlaten over de stellingen van partijen in deze hoger beroepsprocedure, voor zover die ook zijn belangen raken.
3.3
Hieruit volgt dat [naam1] niet alsnog zelf de vonnissen van de rechtbank Leeuwarden in deze procedure kan aanvechten. Hij is geen appellant en kan ook geen zelfstandig incidenteel appel instellen. Voor zover hij zelf grieven heeft opgeworpen in zijn memorie van 13 juni 2023 is hij daarin niet-ontvankelijk.
3.4
Voor zover [naam1] in die memorie heeft gereageerd op de stellingen van de andere partijen zal het hof die reactie in de beoordeling betrekken.
Mondelinge behandeling ter plaatse
3.5
Het hof ziet aanleiding, ook gelet op het verzoek van [appellanten] , om eerst een mondelinge behandeling met een bezichtiging van de percelen in kwestie te gelasten, voordat het hof verdere beslissingen neemt. Het komt het hof geraden voor dat daarbij ook het Kadaster aanwezig is om de grenzen (waar mogelijk, gelet op het feit dat het deels om water gaat) zichtbaar te maken. [appellanten] hebben aangeboden om het Kadaster in te schakelen, zodat het hof [appellanten] opdraagt om dit te regelen.
3.6
Partijen hebben hun geschil ook deels aan de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar voorgelegd. Die rechtbank heeft in één van de daar gevoerde procedures op
14 juni 2023 [1] vonnis gewezen. Tegen dat vonnis is een appeldagvaarding uitgebracht tegen de rol van 10 oktober 2023 bij het hof Amsterdam. Zowel in de procedure bij de rechtbank in Alkmaar als bij de rechtbank in Leeuwarden is het verweer gevoerd dat bepaalde aspecten van het geschil in de andere procedure thuishoorden. Het komt het hof geraden voor dat, ter voorkoming van verdere competentiegeschillen, de procedure die bij het hof Amsterdam wordt aangebracht, vanwege verknochtheid wordt verwezen naar dit hof. Het hof geeft partijen in overweging om dit zo nodig bij het hof Amsterdam te verzoeken.
3.7
Het hof onderschrijft de verzuchting van de rechtbank in Alkmaar in een van de andere daar gevoerde procedures [2] en roept (de advocaten) van partijen op om voorafgaand aan de zitting af te stemmen welke kernvragen aan de orde moeten komen waarvan de beantwoording van belang is, met het oog op een doelmatig verloop van de mondelinge behandeling.
3.8
Het hof zal de zaak naar de rol verwijzen voor opgave van verhinderdagen van alle partijen in de periode april – juni 2024. [appellanten] dienen zich ook te vergewissen van de beschikbaarheid van het Kadaster en dienen (in overleg met de andere partijen) een ruimte te regelen waar de mondelinge behandeling na de bezichtiging kan worden voortgezet.
3.9
Het hof zal de beslissing over de aanvaardbaarheid van de eiswijziging van [geïntimeerde1] aanhouden tot na de mondelinge behandeling. Het hof merkt wel op dat [geïntimeerden] c.s. alleen gevoegde partij zijn in deze procedure en zij geen eis kunnen wijzigen in deze procedure.

4.De beslissing

Het hof, rechtdoende in hoger beroep:
4.1
verklaart [naam1] niet-ontvankelijk in zijn grieven, gericht tegen de vonnissen van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden van 16 december 2020 en 20 april 2022;
4.2
bepaalt een mondelinge behandeling, waarbij partijen (in persoon of vertegenwoordigd door iemand die van de zaak op de hoogte is en die tot het geven van inlichtingen in staat is en bevoegd is om een schikking aan te gaan) samen met hun advocaten zullen verschijnen voor de meervoudige kamer van het hof; [3]
4.3
bepaalt dat de mondelinge behandeling zal worden gehouden
op een nader te bepalen plaats in de nabijheid van de [adres] in [plaats1]
4.4
bepaalt dat voorafgaand aan de mondelinge behandeling de in geding zijnde percelen zullen worden bezichtigd en bepaalt dat [appellanten] ervoor dienen zorg te dragen dat het Kadaster daarbij aanwezig en beschikbaar is om de in geschil zijnde grenslijnen (voor zover mogelijk) zichtbaar te maken;
4.5
bepaalt dat de advocaten bij de mondelinge behandeling ieder gedurende maximaal tien minuten, aan de hand van maximaal twee A4’tjes spreekaantekeningen, het standpunt van partijen mogen toelichten;
4.6
bepaalt dat als een partij bij de mondelinge behandeling nog processtukken of andere stukken wil inbrengen, deze partij ervoor dient te zorgen dat het hof en de wederpartij
uiterlijk 10 kalenderdagenvoor de mondelinge behandeling een kopie van deze stukken hebben ontvangen (het hof in tweevoud, de wederpartij in enkelvoud);
4.7
bepaalt dat partijen binnen
3 wekenna de datum waarop dit arrest is gewezen hun verhinderdagen aan het hof dienen op geven over de maanden april tot en met juni 2024;
houdt iedere verdere beslissing aan;
Dit arrest is gewezen door mr. J.H. Kuiper, mr. J. Smit en mr. J.E. Wichers en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op
10 oktober 2023

Voetnoten

2.Rb Noord-Holland, locatie Alkmaar, 30 augustus 2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:8620