Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verweerder in het principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, binnengekomen op 7 juni 2022;
- het verweerschrift in hoger beroep met incidenteel hoger beroep met producties;
- het verweerschrift in incidenteel hoger beroep;
- een journaalbericht van mr. Van Berckel-van der Rijken van 2 maart 2023;
- een journaalbericht van mr. Van Haaren van 3 maart 2023;
- een journaalbericht van mr. Van Haaren van 29 juni 2023; en
- een e-mail van de moeder van 19 september 2023.
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
- primair de vader niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek tot vaststelling van een omgangsregeling, dan wel dit af te wijzen;
- subsidiair een omgangsregeling vast te stellen waarbij [de minderjarige] de helft van de schoolvakanties bij de vader verblijft, meer subsidiair een omgangsregeling die het hof juist vindt;
- te bepalen dat bij vaststelling van enige omgangsregeling de vader [de minderjarige] zal ophalen en terugbrengen op een nader vast te stellen plaats gelegen op minimaal vijftien kilometer van de woonplaats van de moeder.
5.De motivering van de beslissing
Ingevolge artikel 1:377a lid 3 BW ontzegt de rechter het recht op omgang slechts, indien:
a. omgang ernstig nadeel zou opleveren voor de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van
b. de ouder kennelijk ongeschikt of kennelijk niet in staat moet worden geacht tot omgang, of
c. het kind dat twaalf jaren of ouder is, bij zijn verhoor van ernstige bezwaren tegen omgang
d. omgang anderszins in strijd is met zwaarwegende belangen van het kind.